(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Vol goede moed zaaien we in het voorjaar, staan de planten zomers te groeien in de tuin/op het balkon waarna ze halverwege augustus de bloei ingaan. Maar wanneer het eerste lichte wiet-aroma onbedoeld je neus inkomt denk je pas aan de mogelijke geuroverlast, die je buren kan bewegen een anoniem belletje naar de politie te plegen. Of erger nog: criminelen je tuin inlokt. Wat doe je daar in hemelsnaam tegen?

Stank?

Zeg, stank is het niet echt hè. Maar niet iedereen vindt de geur van een bloeiende wietplant even lekker als jij. Nou zal dat je waarschijnlijk worst wezen maar als je planten overlast veroorzaken kan dat weleens hun eigen ondergang worden.

Niet iedereen kan de geur van wiet evenveel waarderen… [Foto: shutterstock/Jan Mika]

Het zou zonde zijn als nou net de geur waar jij zo van geniet, de reden is dat je wietplanten – al dan niet gedwongen – vroegtijdig geoogst worden.

Kapers op de kust

In de eerste plaats ben je natuurlijk niet de enige die aangetrokken wordt tot de geur van wiet. De penetrante geur die verse cannabis voortbrengt trekt allerlei types aan.

Het gebeurt bijvoorbeeld vaak genoeg dat hobbykwekers in de gaten worden gehouden door ongure types die voornemens zijn wanneer de planten bíjna klaar zijn ze voor je te oogsten, drogen en zelfs lekker op te roken of door te verkopen.

Ratten

Minstens net zo gevaarlijk zijn ratten. Niet die harige beesten waar Amsterdam van wemelt maar mensenratten, verklikkers en snitches. Beesten die nog lager bij de grond zijn dan de knaagdieren zelf. Ze worden zelfs door onze overheid opgeroepen om de minste wietgeurtjes te melden via Meld Misdaad Anoniem. Het staat symbool voor de klik-cultuur die in Nederland bestaat en is gewoonweg de oorzaak van de meeste opgerolde kwekerijen.

Want het lijkt misschien soms of het toegestaan is om tot vijf wietplanten in je tuin te kweken maar niets is minder waar. Wanneer de plant vanaf de straat te zien of te ruiken is, of iemand heeft er op een andere manier lucht van gekregen, mag de politie je vragen afstand te doen van de planten.

De agent knipt je planten dan kapot, smijt ze weg en iedereen gaat weer verder met z’n leven. Dat hoef je niet te toe te staan maar het zorgt ervoor dat je zónder voorgeleiding van de situatie af bent. Als je géén afstand doet zul je worden voorgeleid aan een officier van justitie en mag je jezelf (hopelijk) in een rechtbank verantwoorden.

Goede buren?

Peil dus even de buurt voordat je gaat kweken. Wonen er zuurpruimen naast je, die jou de rook in de longen niet gunnen? Dan kun je beter helemaal niet buiten kweken, want ze gaan je planten ongetwijfeld ruiken. Bovendien zijn het vaak van die types die op de loer liggen voor elke misstap, waarmee ze je het leven zo zuur als hun pruim kunnen maken. In zo’n geval kun je misschien beter op kleine schaal binnen kweken. Je kweekt bijvoorbeeld in onze CNNBS G-Kit op discrete wijze, genoeg wiet per cyclus voor persoonlijk gebruik.

Zijn je buurtjes een beetje relaxed? Dan kun je ze het beste inlichten over je kweekhobby in de zomermaanden. Als je het kalm uitlegt, met goede argumenten en een grote glimlach kom je er vaak mee weg. Een deel van de oogst beloven, zaadjes, stekjes of de uitleg hoe ze volgend jaar mee kunnen doen wordt door de betere buurman of vrouw ook vaak wel als steekpenning aangenomen… 😉

Een vredeoffer kan soms de meest ruwe relaties gladstrijken… [Foto: shutterstock/Eight Photo]

Geur beperken

Het loont dus sowieso om de geur van de wietplanten in je tuin te beperken tot een minimum als je liever onder de radar blijft. Je kunt er rekening mee houden door niet al te sterk geurende wietsoorten te kweken buiten, maar die geven alsnog een wietgeur af. Door lavendel rondom de wietplant te planten masker je ook al een deel van de geur. Tenslotte kun je de plant zo min mogelijk langs schuttingen en de straatkant plaatsen om toevallige passanten niet te tippen.

[Openingsfoto: Jan Mika, Shutterstock]
(advertentie)