- Je eigen wietsoorten en kruisingen maken
- Wat de pH-waarde of zuurtegraad met voedingswater doet
- Lieve Muna, wat doe ik verkeerd met deze zaailing?
- Jawel, hier zijn ze weer: de mooiste CNNBS ‘oogstepunten’ van 2024!
- Kijk, dit oogstten ze in het buitenwietland dit jaar
- Bubba Diesel wordt witter en witter …maar niet veel dikker…
Jonge wietplanten afharden voor het buitenleven
Zo halverwege mei (ijsheiligen) is van oudsher wanneer wietplanten naar buiten kunnen. De kans op nachtvorst is daarna namelijk zo goed als nul. Dat betekent echter niet dat jonge wietplantjes geen schok kunnen ervaren als ze van binnen naar buiten gaan. Daar krijgen ze immers ineens met regen, wind en koude nachten te maken. De oplossing heet afharden; oftewel je jonge wietplantjes hard maken voor het buitenleven.
Wie met het ontkiemen van wietzaden wacht tot halverwege mei, kan dat meteen buiten doen. Veel buitenkwekers laten hun wietzaden echter al veel eerder ontkiemen, en laten ze dan binnen voorgroeien. Binnen voorgroeien geeft je wietplanten immers een vliegende start, en een voorsprong op de rest.
Wietplanten afharden voor buiten
Vroeg of laat zullen je jonge wietplanten natuurlijk wel naar buiten moeten, en gaan ze van een warme couveuse naar het harde tuinleven. Als het temperatuurverschil dan erg groot is en het ook nog eens waait en regent, dan kunnen kleine wietplantjes gemakkelijk het loodje leggen.
De oplossing is geleidelijk afharden van je zaailingen, en de verleiding weerstaan om je wietplantjes zo snel mogelijk buiten te zetten.
Jonge wietplanten afharden om ze weerbaar te maken tegen de klimaatomstandigheden buiten, is een geleidelijk proces. Of met andere woorden; door je zaailingen of jonge wietplantjes geleidelijk steeds meer bloot te stellen aan de omstandigheden buiten. De plantjes komen immers van binnen, waar het relatief een stuk warmer is, waar het nooit regent en het ook nooit stormt. Een plotselinge overgang kan dan voor problemen zorgen. En als de verschillen heel erg groot zijn, je plantje zelfs het leven kosten.
Kunstmatig briesje
De eerste stappen van het afharden van cannabis zaailingen, zet je wanneer je planten nog binnen staan. Gebruik daarom vanaf het moment dat je zaailing boven de grond komt, een kleine ventilator voor je zaailingen. Een licht briesje zet de steeltjes van je zaailingen namelijk in beweging, en maakt ze steviger.
Let wel op dat je de ventilator niet te hard zet, of direct op de zaailingen richt. Dat kan wat te veel van het goede zijn. Richt de ventilator daarom iets boven je zaailingen, zodat ze licht heen en weer bewegen. Een zwenkventilator die heen en weer gaat is helemaal goed want dat voorkomt dat de wind constant op het plantje gericht staat.
Geef jonge zaailingen ook nog geen voeding maar laat de wortels zelf op zoek gaan naar voeding. Op die manier went de plant er als het ware aan, dat ie zelf zijn best moet doen om voeding te krijgen. Zo ontwikkelt het wortelsysteem sneller, en zullen de wortels buiten ook sneller verder groeien.
Wietplanten afharden met licht
Wanneer jonge wietplanten van binnen naar buiten gaan krijgen ze met hardere omstandigheden te maken. Wind is daar een voorbeeld van maar ook zonlicht. De zon is namelijk een behoorlijk intense kweeklamp, en geeft veel meer lichtdruk dan een voorgroeilamp binnen, of het licht op een vensterbank achter glas.
Zet jonge wietplanten die voor het eerst naar buiten gaan, daarom eerst een paar dagen op een schaduwplek. Vooral op hele zonnige dagen. Daarna kun je ze langzaam wat vaker en steeds wat langer in het directe zonlicht zetten.
Neem ongeveer een week de tijd om je planten van de schaduw naar het directe zonlicht te verplaatsen. Als je bladeren ziet uitdrogen of verleppen, dan ga je misschien wat te snel. Zorg voor voldoende water als het erg zonnig en warm is buiten.
Bescherming tegen harde wind
Ook al heb je je zaailingen binnen alvast aan de wind van een ventilator laten wennen, kan de wind buiten toch nog te veel van het goede zijn. Zeker als ze met voorjaarsstormen te maken krijgen. Zaailingen die binnen voorgegroeid zijn, zijn meestal gewend aan vrij luxe omstandigheden en een relatief vochtige omgeving.
Wanneer het hard waait als je ze voor het eerst buiten zet, dan kunnen de aarde en de plant zelf snel uitdrogen. Scherm ze in dat geval af met een windscherm of zet ze tijdelijk uit de wind. Ze zullen hier al genoeg wennen aan de drogere lucht van buiten, en worden ook uit de wind blootgesteld aan genoeg luchtverplaatsing.
Houd rekening met koude nachten
Wietplanten houden van een stabiel klimaat, en groeien het beste als het temperatuurverschil overdag en’s nachts zo klein mogelijk is. Aan het begin van de lente kunnen de nachten echter nog erg koud zijn, en zeker vergeleken met de temperatuur binnen.
Meet daarom voor de zekerheid even de nachttemperatuur buiten, en haal je zaailingen in de eerste week desnoods ’s nachts nog even naar binnen. Zeker als het ’s nachts meer dan tien graden kouder is dan overdag.
Ben je een van die vroege vogels die wietplantjes al voor ijsheiligen (11 tot 14 mei) buiten zet, hou er dan rekening mee dat het ’s nachts mogelijk nog kan vriezen buiten. Haal je wietplanten in dat geval zeker naar binnen voor de nacht.
Wennen aan buiten
Je heb het waarschijnlijk wel door dat wietplanten afharden eigenlijk vooral een kwestie is van geleidelijk laten wennen aan andere omstandigheden. Verwen jonge wietplantjes dus niet te veel zolang ze nog binnen groeien, en neem ongeveer een week de tijd om ze geleidelijk bloot te stellen aan meer intense omstandigheden.
Idealiter breng je je wietplanten in een bewolkte week naar buiten, en liefst nadat het een tijdje goed geregend heeft. Ze kunnen dan rustig wennen aan het licht buiten, en krijgen de kans om zich goed in de grond te verankeren zonder meteen uit te drogen. Mocht het net een hele warme en zonnige week zijn, bescherm je planten dan en let op dat de grond genoeg water bevat maar niet met water verzadigd is.
Succes met afharden!