(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

In de week waarin oprichter van coffeeshopketen The Grass Company, Johan van Laarhoven, in Thailand tot 103 jaar cel is veroordeeld, krijgt een 52-jarige Tilburger geen straf voor het aanleveren van softdrugs aan diezelfde coffeeshops. Sterker, de rechtbank oordeelt juist dat TGC een ’transparant bedrijf is met een maatschappelijke functie binnen het Nederlandse softdrugsbeleid’.

Nederland is geen Thailand

Hoe vreemd steekt de juridische wereld toch in elkaar als het om cannabis en coffeeshops gaat. Johan van Laarhoven moet in Thailand minstens 20 jaar effectief de gevangenis in omdat hij ‘drugsgeld heeft witgewassen’, geld dat hij in Nederland heeft verdiend met zijn vier The Grass Company coffeeshops in Tilburg en Den Bosch. Geld waarover dus ook gewoon belasting is betaald, want de shops werken immers met een gedoogvergunning. Zie daarvoor ons bericht ‘103 jaar cel voor Johan van Laarhoven’ van eerder deze week.

In Nederland probeert het Openbaar Ministerie ook al sinds 2011 om The Grass Company een kopje kleiner te maken. Tot op heden heeft dat nog niet geleid tot een grote rechtszaak wegens witwassen, hennephandel of wat dan ook, op de zaak tegen een wietkoerier na. Deze Tilburger (52) werd voor de rechter gesleept omdat hij de twee shops in Den Bosch van wiet en hasj voorzag, door vanuit de stash (die bij een inval) de TGC-shops Twins en Pistache te bevoorraden.

Wietkoerier wel schuldig, maar geen straf

shutterstock_227872048

Een opsteker(tje) in een gitzwarte week voor The Grass Company coffeeshops… [foto: Doug Shutter/Shutterstock]

Daarvoor werd de man in eerste instantie ook niet bestraft, ondanks een eis van het OM van 1 jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en een geldboete van 50.000 euro. En ook in hoger beroep kwam het Gerechtshof in Den Bosch donderdag tot een geheel ander oordeel dan de aanklager: wel schuldig maar geen straf!

In hun vonnis wijzen de rechters op de achterdeurproblematiek. Een gedoogde coffeeshop mag maximaal 500 gram cannabis in voorraad hebben. “Het op een andere plaats opslaan, en het vervoeren en het afleveren van diezelfde drugs is echter, net als in de rest van het land, verboden. Dat geldt dus ook voor het bevoorraden van deze coffeeshops”, stelt het Gerechtshof. “Ook in hoger beroep is de verdachte in deze zaak schuldig bevonden aan het meermalen in bezit hebben, vervoeren en afleveren van softdrugs om de 2 coffeeshops te bevoorraden. Het hof legt de verdachte echter geen straf op, zoals het Openbaar Ministerie eiste.”

Toegevoegde waarde van coffeeshops

Dat heet dus een ‘rechterlijk pardon’. Hoewel het OM hier laaiend om is en zelfs beweert dat de rechters hiermee hun boekje te buiten gaan – ‘een rechter treedt met het uitspreken van het rechterlijk pardon in deze kwestie buiten zijn domein’ – vindt het Gerechtshof in Den Bosch dat een stash en het vervoeren van cannabis naar de shop er nu eenmaal bijhoort.

En het wordt nog mooier ook, want de rechters besteden nog speciale aandacht aan de ’toegevoegde waarde’ van de twee coffeeshops van The Grass Company. Daarbij is rekening gehouden met 4 aspecten:

  1. Beide coffeeshops worden gedoogd door de overheid en hebben zich aan de gedoogvoorwaarden gehouden. Daarbij vindt het hof het van belang dat een coffeeshop binnen het Nederlandse softdrugsbeleid een maatschappelijke functie heeft gekregen.
  2. De bedrijfsvoering van beide coffeeshops was transparant en op orde: er was een administratie van de bevoorrading, er waren arbeidsovereenkomsten voor medewerkers, onder wie de verdachte, en over het loon werd belasting afgedragen.
  3. De omvang van de voorraad die bij verdachte werd aangetroffen stond gelijk aan de omzet van 2,5 dag, hetgeen bescheiden en alleszins acceptabel is te achten.
  4. Er was geen sprake van straat- of groothandel.

Opsteker in barre tijden

Kijk, dat is een (kleine) opsteker voor het geplaagde concern dat zijn oprichter deze week voor vele jaren in een Thaise gevangeniscel zag verdwijnen. Het Gerechtshof in Den Bosch slaat het bloeddorstige Openbaar Ministerie feitelijk keihard om de oren met haar conclusie. “Alles afwegende, vindt het hof dat er in het geval van de verdachte sprake is van strafbare feiten die direct voortkomen uit de bonafide bedrijfsvoering van de gedoogde coffeeshops. Dat kleurt de feiten dusdanig dat het hof de verdachte geen straf oplegt en het rechterlijk pardon toepast.”

Nu Johan van Laarhoven nog bevrijden van de waanzin waarin hij – dankzij datzelfde Openbaar Ministerie in Nederland – in Thailand terecht is gekomen…

[openingsfoto: Doug Shutter/Shutterstock]
(advertentie)