(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Hallo en welkom bij het tweede deel van deze efficiënte kweekmethode voor slechts 4 wietplanten. In het vorige deel besprak growshop Plantarium de eerste stappen tot aan het verpotten van de 4 zaailingen. In dit deel gaat het over de groeifase die daarop volgt. De 4 planten methode deel #2: de groeifase.

We gaan verder met de 4 planten methode. Wie ons vorige verslag heeft gelezen weet wellicht nog dat we die geëindigd zijn met de vijfde stap van de methode, namelijk het selecteren en verpotten van de vier beste zaailingen. Heb je het eerste deel gemist, geen probleem, dat lees je hier net zo makkelijk terug. Trouwens onze dank voor de mooie reacties die we kregen, dat waarderen we enorm! Voor nu, let’s move on met stap 6: de groeifase.

Stap 6 – De groeifase

Als het goed is staan de vier geselecteerde planten in de grotere potten met kwalitatief goede aarde. De planten zitten nu in de zogeheten groeifase (ook wel vegetatieve fase), waarbij ze een lichtschema van 18 uur licht en maximaal 6 uur donker krijgen. Elke dag gaat het licht op een vast tijdstip aan en ook weer uit. Dat regel je met behulp van een tijdschakelaar, die je tussen je geaarde stopcontact en de VSA (= transformator) van je lamp plaatst.

Tip! Haal een tijdschakelaar niet bij de bouwmarkt, we zien vaak dat deze vastsmelten door de langzame schakeling. Safety first!

Nu de planten verpot zijn, mogen ze onder de definitieve lamp (minimaal 100 Watt). Hang de lamp de eerste paar dagen wat hoger, dat is vooral bij een HPS-armatuur belangrijk. Planten zijn namelijk net mensen, ze moeten altijd even wennen aan nieuwe omstandigheden. Hoe zou jij het vinden als er in één keer een warme 400 Watt HPS lamp op korte afstand van je wordt gezet, nadat je een tijd onder een 18 Watt TL-balkje hebt gestaan?

Tip! Het is een goed idee om je lampen ‘s nachts aan te zetten. Hierdoor creëer je een constanter klimaat in je ruimte en is er minder verschil tussen de temperatuur met de lamp aan en met de lamp uit. Cannabisplanten zullen je dankbaar zijn; ze houden van een gelijkmatig klimaat en weinig verschil in dag- nachttemperatuur.

Nu je vier planten in hun definitieve potten, onder hun definitieve kweeklamp staan, ga je ook beginnen met het geven van groeivoeding. Het liefste een gecertificeerde biologische voeding zoals Biocanna, die het bodemleven in stand houdt. Bio Vega is voor de groeifase en Bio Flores voor de bloeifase.

Hoe lang groeien?

Zolang je het besproken lichtschema van 18 uur licht en 6 uur donker aanhoudt, zullen je planten blijven groeien. Tenzij je zogenaamde autoflower wietsoorten kweekt, gaan ze pas bloeien wanneer je het lichtschema in 12 uur licht en 12 uur donker verandert. Je bepaalt dus zelf wanneer de wietplanten moeten bloeien, en wel door middel van het lichtschema. Maar hoe lang moet je wietplanten laten groeien? Dat verschilt van kweek tot kweek en is afhankelijk van een aantal factoren.

Het is dus moeilijk om een richtlijn te geven voor de lengte van de groeifase, aangezien verschillende factoren meespelen. Het is belangrijk dat je snapt waar het van afhangt, zodat je zelf een overwogen beslissing kunt maken. Uiteindelijk wil je namelijk een vol bladerdek in de derde week van de bloeifase. Of simpelweg gesteld, genoeg ‘groen’, zodat al het licht door je planten kan worden opgevangen en er weinig tot geen licht op de grond beland. Speel het op safe, want je wil niet dat je toppen tegen je lamp aangroeien in de laatste paar weken!

Factor 1 – De soort cannabis (strain, wietsoort). Over het algemeen kunnen we zeggen dat sativa dominante soorten sneller groeien dan indica dominante wietsoorten. Het is daarbij niet zo dat planten stoppen met groeien zodra je besluit om het lichtschema te veranderen (!). Integendeel, na het omschakelen naar 12/12 groeien de meeste soorten nog minimaal 3 weken extra hard door.

Hier geldt de richtlijn dat sativa dominante soorten nog ongeveer 3 tot 4 keer zo groot worden na het omschakelen van het lichtregime, en indica dominantie soorten 2 tot 3 keer zo hoog. Oftewel, meet de hoogte van bovenkant pot tot hoogste punt in je bladerdek en vermenigvuldig. Nu heb je een educated guess over de eindhoogte van je hoogste top aan het einde van de bloeifase. Past dat nog in je tent?

Bekijk ook hoe hoog je de lamp kan hangen en wat de minimale afstand tot de bovenste top is. Een 600 Watt HPS moet minimaal op 60 centimeter afstand hangen, een 400 Watt op 40 centimeter, 250 Watt op 25 centimeter etc. Een LED kan dikwijls vele malen dichter op de plant wegens het afgeven van minder stralingswarmte. Mocht je naar aanleiding hiervan vragen hebben, bezoek dan even onze webshop en vul het contactformulier in.

Factor 2 – Het formaat en de hoogte van je kweekruimte. Hoe groter de ruimte is, hoe meer tijd de vier planten nodig hebben om het te vullen met groen. Een kleinere ruimte van rond de 80 bij 80 centimeter, heeft meestal een maand nodig vanaf het ontkiemen van de zaadjes alvorens je de klok op 12/12 zet. Een grotere ruimte van 1 bij 1 meter, ongeveer anderhalve maand. Het is altijd even afwachten hoe snel dit proces verloopt. Dat ligt ook aan jou als kweker! Je kunt ons altijd een foto laten zien, dan bekijken we het samen.

Factor 3 – De gekozen lichtbron. Onder een HPS lamp groeien cannabisplanten meestal iets sneller dan onder een LED kweeklamp. Een HPS-peer geeft ten eerste meer warmte af wat voor een warmere kweekruimte zorgt. Hoe hoger de temperatuur, hoe meer water je plant verdampt. Net zoals wij mensen zweten om onszelf te koelen, doet een plant dat ook. Een LED geeft minder stralingswarmte af.

Het lichtspectrum van een HPS-peer bevat minder blauw licht in vergelijking tot de meeste LED-armaturen. Door blauw licht wordt de afstand tussen de vertakkingen van je plant (internodes) kleiner. Dat wordt ook de internodale afstand genoemd. Een plant onder LED ontwikkelt zich daardoor korter en bossiger. Onder een HPS peer wil je plant meer strekken. Het maakt dat een kweek onder HPS daarom ook anders is dan onder LED. Beide lichtbronnen hebben eigen voor- en nadelen, alsook een net even andere manier van bewateren en voeden. Daar zullen we op een later moment nog een artikel aan wijden.

Kweek lage en brede wietplanten!

In de groeifase kun je wat kweektechnieken toepassen om je plant te vormen. Je wil dat je plant lekker breed gaat groeien, waardoor je snel een bladerdek bezit die je kweekruimte vult. Het is sowieso verstandig om al je planten een keer te toppen.

Door het toppen krijgt de plant twee hoofdtoppen en groeit de plant minder in de hoogte en meer in de breedte. Een goed moment is als de plant vier vertakkingen (nodes) heeft, dat geeft je genoeg plantmateriaal om mee te werken. Toppen kun je eigenlijk op iedere internode doen, maar is niet altijd verstandig. Eén of twee keer toppen is meer dan genoeg voor vier planten. Besef dat je plant tijd nodig heeft om te herstellen van elke beschadiging die je maakt, want eigenlijk maak je een open wond. Daar moet de arme wietplant even van bijkomen. Doe daarom ook al je handelingen zoveel mogelijk in één keer, dat scheelt hersteltijd op de lange termijn.

Tip! Knip niet op de internode zelf, maar hou wat afstand. Hierdoor is de wond sneller geheeld.

Een aanvullende techniek voor lage en brede planten heet low stress training. Niets nieuws, maar tegenwoordig weer hip. Eigenlijk ga je takken van de plant licht geforceerd geleiden zonder ze teveel te beschadigen. Je bind de takken bijvoorbeeld met touw aan de pot vast en houdt ze zo laag mogelijk. Een tak wil immers naar het licht toe groeien, maar je forceert ze om zoveel mogelijk in de breedte te groeien. En mocht een tak afbreken door je onvoorzichtigheid, no worries, wat schilderstape doet wonderen! Cannabis herstelt zich verbazingwekkend snel.

Support your buds!

Als alles goed gaat, ontwikkelen je vier planten straks dikke, zware toppen. Er bestaat er een kans dat je toppen zelfs te zwaar worden voor de tak waar ze aan groeien en omvallen. Niet de bedoeling natuurlijk. Veel mensen ondersteunen hun toppen met bamboestokken. Een andere optie is het spannen van een net in de gehele ruimte, bijvoorbeeld een Hortinet.

Voor de gevorderde kweker is er een betere optie die ook goed aansluit bij de ‘vier-planten-techniek’: het installeren van een vast rek op elke pot. Denk aan een SCROG-rek, maar dan zonder het vlechten van takken). Iedere plant heeft dan een eigen rek waar haar takken doorheen lopen en die de toppen later gaat ondersteunen. Het aanbrengen van een rek-op-elke-pot heeft vier belangrijke voordelen:

Je kunt haar nóg breder gaan vormen. Je kunt de takken namelijk uit elkaar trekken, waardoor ook de onderste takken licht gaan opvangen. Je hoeft ook geen stokken in het wortelgestel te steken, want de wortels wil je eigenlijk niet beschadigen. Je kunt de takken zo positioneren dat er een egaal bladerdek ontstaat, met iedere top zoveel mogelijk op dezelfde hoogte. Langere takken gaan verder naar buiten, kortere takken naar binnen. Denk aan een kandelaar structuur! En je kunt iedere plant uit je kweekruimte halen voor inspectie en verzorging. Een Hortinet heeft die luxe helaas niet.

Het rek installeer ik één week voor de bloei. Voorafgaand laat ik mijn planten flink groeien en door het rek verlaag ik het bladerdek ook nog eens een keer. Voor een kweektent van 1 bij 1 meter knip ik vier stukken van 40 bij 40 centimeter. Voor een 80 bij 80 cm vloeroppervlak een individueel rek van 30 bij 30. Hierdoor is er ook nog wat ruimte tussen de verschillende rekken en staat alles niet zo dicht op elkaar. Dat werkt prettiger. Tip: Zoek bij de bouwmarkt naar een tuingaas-paneel of schaf een Scrog Line Pro rek aan.

Hoogte van het rek

Voor een twee meter hoge kweekruimte plaats je het rek op ongeveer 70 cm vanaf de grond en voor een 1,80 meter hoge tent op 60 cm. Natuurlijk is dat ook afhankelijk van de genetica: sativa of indica dominant? Wil je een perfecte verdeling, dan kunnen we aanraden om de plant eerst één keer na vier internodes te toppen. Vervolgens top je de nieuwe twee hoofdtakken nog eens, en ook de zijtakken nét daaronder.

Heb je de hoogte bepaald? Ben je klaar om de klok om te zetten? Over twee weken komen we met deel 3 van deze serie en vertellen we je alles over de bloeifase bij de vier planten methode. Ook maken we een uitstapje naar het drogen en curen want we moeten eerlijk bekennen; er zijn veel meer tips en trucs dan we hier hebben beschreven. Bij vragen en/of opmerkingen, kom ons opzoeken in Nijmegen!

(advertentie)