Topstories

(advertentie)

Blauw licht is beter voor de groeifase en bij rood licht bloeien wietplanten beter. Dit kweekadvies is tegenwoordig niet meer zomaar en altijd aan te raden, zo stelt de kweekexpert van cannabis growshop Plantarium. Maar wat kun je dan wel met het lichtspectrum in je kweekruimte? 

Aangezien het indoorseizoen in volle gang is en ook jij wellicht in je eigen cannabisbehoefte voorziet, nemen we vandaag een wijdverbreide overtuiging onder de loep. We gaan het hebben over de toepassing van licht, specifiek om de plant te kunnen beïnvloeden. Want: kun je met bepaald licht een betere plant creëren? Of meer opbrengst krijgen? Of meer THC(-a)?

Waar komen we vandaan?

Jaren geleden waren onze kleinschalige kwekers al bezig met het optimaliseren van hun kweek, en het optimaal inzetten van hun lichtbron. In die tijd verkochten we bij Plantarium hiervoor losse metaal-halide armaturen. Deze lichtbronnen hadden 30 tot 50% meer blauw licht, dan de standaard HPS lampen.

Het gebruik van deze MH-armaturen had een reden. Een blauwer spectrum van je lichtbron zorgt namelijk voor een bossigere plant. Een plant die kort is en gezetter blijft. Door het blauwe licht strekt je wietplant minder, waardoor de afstand tussen vertakking korter blijft. Dat noemen we de internodale afstand, de afstand (‘inter’) tussen de nodes dus. Deze plantreactie op blauw licht kan zeer gunstig zijn. De plant is hierdoor beter beheersbaar. Ze groeit immers niet zo hard en snel.

Tip: Een blauwig lichtspectrum is zeer relevant in het opgroeien van kleine zaailingen, en een absolute aanrader daarvoor. Na het ontkiemen plant je het zaadje in een potje met luchtige arme grond, en je hangt er een voorgroeilamp boven. Ideaal voor de allerbeste start, met ook aanzienlijk minder stroomverbruik. Meer weten over optimaal voorgroeien? Lees dan deze serie eens rustig door.

In die voorbije jaren verkochten we speciale armaturen voor de groeifase. Dat waren de zogenaamde metaal-halide lampen met een spectrum waarin 30-40% blauw zit. Vervolgens verwisselden we later in de kweekcyclus de MH-lamp voor een ‘normale’ HPS armatuur, die maar 5% blauw bevatten. Maar dat was ook niet erg, want het verwisselen werd gedaan als de bloeifase begon. En daar hadden we niet echt niet zoveel blauw voor nodig, maar juist rood licht. Een roder spectrum zorgt immers voor de productie van vruchten, meer plantmassa in de top dus. Weer een jaar verder lieten we het MH-armatuur in de kast liggen, want we konden in onze HPS armatuur prima de lamp verwisselen. Een HPS groeipeer voor de groeifase (met meer blauw) en een HPS bloeipeer voor de bloeifase (met meer rood).

Waar zijn we nu?

Gelukkig is dat in 2021 (eigenlijk al sinds 2000) niet meer nodig. Sinds de komst van data en meer onderzoek zien we dat veel dingen die we vroeger dachten eigenlijk niet langer kloppen. Soms zijn ze wetenschappelijk gezien onzin en soms eigenlijk helemaal niet nodig. Tegenwoordig is het in de meeste gevallen onzin om je HPS peer te verwisselen, of om in de groeifase blauw te gebruiken en in de bloeifase rood licht. Het is een achterhaalde techniek.

Dat betekent overigens niet dat het niet werkt, maar dat het niet nodig is. Anders gezegd, doe het vooral als het in je kweekplan zit, maar weet ook dat de voordelen soms niet opwegen tegen de nadelen. Maar wat is dan wel belangrijk? Welnu, dat zijn een paar essentiële factoren. Laten die we voor je opsommen:

1: Geleidelijk en constant

De cannabisplant houdt van constante omstandigheden en is gevoelig voor veranderingen. Idealiter gebruik je de gehele kweek – en dan bedoelen we van het moment van inplanten in een grote pot tot aan de oogst – dezelfde lichtbron. Natuurlijk kun je dat wel in intensiteit laten toenemen, aangezien kleine planten niet per se een hele hoge lichtintensiteit nodig hebben.

Dimmen kun je prima doen met elektronisch dimbare HPS lampen, maar ook sommige LED’s hebben deze functie. De SpectroLight LED’s hebben hiervoor bijvoorbeeld twee standen. Zo zet je de LED op 60% of op 100%. Zeer prettig voor groei-, pre-generatief (voorbloei) en bloeifase. Daarbij maak je minder fouten, want 100% dimbaar betekent ook dat je precies dient te weten wat je doet. En dat kan knap lastig zijn zonder ervaring, lichtmeter én theoretische kennis.

De verandering in lichtspectrum is een ander verhaal als de verandering in lichtintensiteit. Als je de kleur van het licht verandert, moet de plant daaraan wennen. Een blad maakt namelijk chlorofyl aan die is afgestemd op het spectrum voor haar fotosynthese, maar ook voor andere processen die bijvoorbeeld met het groeipatroon te maken hebben. Als je radicaal wisselt, heeft je dame even nodig om weer te her-kalibreren. Te radicaal kan juist voor vertraging zorgen. Ook wetende dat soms niet alleen het lichtspectrum verandert, maar daarmee ook de omstandigheden in temperatuur.

2: Zet een techniek in als deze nodig is en bij de genetica past

Vaak zijn we te veel bezig met allerlei snoeitechnieken en trucjes terwijl dat helemaal niet nodig is, of geen zichtbaar effect heeft. Simplicity is key bij de kweek van cannabis. Zorg ervoor dat je doet wat nodig is, dan kun je prima richting de maximale grammen per Watt oogsten. Zo ook met de radicale wisseling van licht.

We zien bijvoorbeeld dat het niet werkt om een zeer blauw spectrum te geven in de groeifase van indica-dominante genetica. Dan bedoelen we cultivars met een bossig groeipatroon en weinig zijwaartse groei. Deze soorten hebben al moeite om voldoende plantmassa aan te maken, je kweektent te vullen en snel om te schakelen naar de bloeifase. Als je daar ook nog eens zeer veel blauw licht aan schenkt, blijven deze planten extra kort en duurt de groeifase nog langer.
Andersom zou je, mits je wat ervaring hebt, de groei van korte, bossige cultivars in de groeifase juist kunnen beïnvloeden met een additief (ver)rood spectrum. Dat zorgt ervoor dat de dame meer strekt en daardoor ook in een korter tijdsbestek meer ruimte kan innemen. En ja, deze aanpak is iets gecompliceerder als dat we hier nu kunnen uitleggen. Kom daarvoor dus gerust eens langs in de winkel, want het kan zeker een besparing opleveren.

Waar gaan we naartoe?

Tja, waar gaan we naartoe? Dat is de vraag maar volgende keer gaan we in ieder geval verder met de factoren waarbij je wel of niet gebruik van blauw of rood licht kunt maken. Ook gaan we wat verder in op de relatie tussen licht en de productie van cannabinoïden en terpenen. Mocht je vragen hebben of advies nodig hebben over de kleinschalige kweek van cannabis, kom ons bezoeken in onze winkel in Nijmegen, stuur een mail naar  info@plantarium.nu of doe een belletje. Op de hoogte blijven van informatie en acties? Kijk ook eens op onze Instagram pagina.

Een tipje van de sluier

Het is zeer interessant om te kijken naar de relatie tussen lichtfrequenties en de productie van THC-A, CBD-A, CBG en alle andere cannabinoïden en terpenen. Toch is er op dit moment nog geen duidelijk en overtuigend bewijs dat de verandering van licht zorgt voor de toename van specifieke cannabinoïden. Uit onderzoeken zien we dat de verdeling, de cannabinoïden-verhouding, vergelijkbaar blijft, los van welk licht er gegeven wordt.

We zien nog te weinig bewijs die zegt dat bv een specifiek kleine frequentierange (een kleur) zorgt voor een toename in THC-A. En ja, er zijn wel onderzoeken die iets vertellen over het gebruik van UV en hogere THC gehaltes. Het onderzoek lijkt veelbelovend, en wordt uitgevoerd met UV in de range van 350 – 400, net buiten PAR. Dat licht lijkt zeker iets positiefs te doen met fotosynthese, alsook met de gezondheid van de plant. Alleen definitief bewijs is er nog niet, en het is nog te vroeg om te zeggen dat specifiek UV licht altijd een werking heeft. Wat we wel zien is dat als de intensiteit van licht omhoog gaat, de hoeveelheid cannabinoïden ook kunnen toenemen. De verhoudingen aan cannabinoïden blijft dan vaak enigszins hetzelfde.

Over twee weken meer…

[Openingsfoto: Gleti, Shutterstock]

(advertentie)