- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
- ‘Weed, Greed & Billions’ – zijn grote bedrijven de nieuwe drugskartels?
- Stekken, zaailingen en een extreem plakkerige Bubba Diesel
- Schikking Justitie • Einde aan 13 jaar ellende voor Johan van Laarhoven
Hardnekkige cannabis kweekmythes #2
Biologie is ook een vak, en gelukkig verstaan de kweekexperts van Plantarium dat beter dan sommige anderen op het wereld wijde web. Er gaan dan ook nog steeds veel kweekmythes rond; zelfs na ons eerste deel over de aller-hardnekkigste onwaarheden. Kijken welke wiet-misverstanden déze keer de kop in gedrukt worden…
In het oude jaar schreven we het eerste deel van deze bescheiden serie. We hebben het – je raadde het al – over diverse cannabis kweekmythes die nog steeds de ronde doen op het internet. Inmiddels tellen we 2021 en is het tijd voor deel #2; we pakken de draad op bij kweekmythe #4.
En laten we wel wezen, het is helemaal prima als mensen doen wat ze goed achten en daarvan leren. Het kweken van cannabis is namelijk een continu leerproces – zelfs na 24 jaar leren ook we zelf ook nog steeds bij, en dat is wat ons werk leuk maakt! Laten we elkaar dan ook toestaan om te leren, maar tegelijkertijd vinden we het ook belangrijk om je in te lichten over de vele kweekmythes. Dikwijls zit er namelijk wél een kern van waarheid in…
Kweekmythe #4: plantenvoeding belandt in de top
Deze uitspraak klopt enigszins, maar niet op de manier waarop je misschien denkt. Laten we allereerst de twee soorten plantenvoeding onderscheiden. Ten eerste heb je minerale voeding: dat zijn producten met direct opneembare mineralen. Goed vergelijkbaar met zout dus. Alles wat je van een minerale voeding meegeeft, kan door de plant opgenomen worden.
Naast minerale voeding is er gecertificeerde biologische voeding – al dan niet met het Control Union keurmerk. Dat zijn organisch gebonden voedingstoffen die een bodemleven nodig hebben om in opneembare mineralen omgezet te worden. In beide varianten vinden we uiteindelijk diverse macronutriënten zoals de bekende NPK’s. Dat zijn stikstof, fosfor en kalium. Daarnaast bevatten ze de micronutriënten: kleine bestanddelen zoals ijzer, boor, mangaan etc.
Veel mensen denken dat de voeding uit de fles ook direct in de wiettop belandt. Dat klopt niet, stikstof bijvoorbeeld zoals die in het flesje zit, komt niet direct in je top terecht.
Laten we dat even kort uitleggen. Bij de opname door het wortelsysteem verandert de plant de moleculaire structuur. Stikstof in het flesje wordt transporteerbare stikstof. Vervolgens komt het bij de plek waar het moet zijn. Dat kan voor de aanmaak van nieuwe plantmassa zijn bovenin de kroon, of voor het onderhoud van een blad. Zo wordt stikstof gebruikt voor de aanmaak van de diverse soorten chlorofyl (bladgroenkorrels, red.) die zorgen voor de groene kleur.
In principe zijn er zeer weinig nutriënten die in hun originele vorm in de plant worden opgeslagen. Wat wel gebeurt is dat sommige fabrikanten chemische additieven gebruiken, die wel worden opgeslagen in de plant. Goed om deze voedingen te vermijden. Samenvattend: Het is dus wel zo dat voeding in je top komt en dat moet ook, want anders zwelt die niet aan tot cola(fles)-formaat. Tegelijkertijd komt de voeding zoals die in de fles zit niet één op één in je top. Het wordt letterlijk gebruikt als bouwstof voor plantmassa, waaronder nieuwe cellen en chlorofyl. Het ondergaat dus een verandering van vorm.
Kweekmythe #5: spoelen zorgt voor een betere smaak
De achterliggende gedachte van mythe #4 is dat voeding in de top ervoor zorgt dat je gedroogde cannabis minder lekker smaakt. Ook dat klopt ten dele. Het is daadwerkelijk zo dat een cannabisplant die tot het einde toe groen en gezond is, na het drogen minder goed smaakt. Het proeft dan bitter en hooi/gras-achtig en dat is ook logisch. Er zit namelijk meer chlorofyl in de top, dus meer bladgroen!
Deze stoffen zorgen voor de typerende smaak en voor het hoesten bij de liefhebbers van pure cannabis. Dat kun je voorkomen door je plant in de laatste weken van de bloeifase alleen water te geven. Flushen of spoelen noemen ze dat. Door het geven van water moet de plant de omgezette voedingstoffen in het blad gebruiken als bouwstof plantmassa. Ze krijgt immers geen voedingstoffen bij haar wortels.
Tegelijkertijd zorgt spoelen voor een verminderde opbrengst met lagere concentraties geur- en smaakstoffen. Je plant staat letterlijk in standje overleven. Daarnaast vindt er ook minder fotosynthese plaats vanwege het geel wordende blad. Dat betekent minder energie om nieuwe massa in de top te produceren, want voor fotosynthese zijn immers bladgroenkorrels nodig. Ook op de productie van terpenen heeft het spoelen effect. Je groene dame heeft vooral micronutriënten nodig voor de aanmaak van deze geur- en smaakstoffen. Deze kleinere voedingstoffen bevinden zich in mindere concentraties in de plant zelf en zijn daardoor snel op. Oftewel, houdt je wietplant tot het einde toe zo gezond mogelijk.
En voor de duidelijkheid, de laatste week hoef je geen voeding toe te dienen, aangezien je dan eigenlijk voor piet snot je gieter aanmaakt. Na het oogsten en het drogen ga je dan wel curen, om op die manier het overschot aan bladgroen eruit te halen. Daardoor verbetert de smaak aanzienlijk! We durven zelfs te stellen dat het oogsten van gezonde, groene planten en een cure van minimaal een maand elke geflushte wiet overtreft qua smaak en potentie. Natuurlijk wel in een vergelijkbare kweek met dezelfde soort. Meer weten over curen? Lees dan hier verder.
Kweekmythe #6: cola en zoete drankjes zorgen voor zoete wiet
Dit blijft een van onze favorieten. Zo zijn er mensen die sinaasappelschillen (of sap) in de aarde stoppen omdat ze hopen dat de cannabis dan meer naar sinaasappel gaat smaken. Of wat dacht je van cola om een zoete smaak te verkrijgen? Met simpele biologie is dit makkelijk te ontkrachten.
De smaak van cannabis komt voor het grootste gedeelte door de productie van terpenen (en flavonoïden). Dit wordt het terpenenprofiel genoemd en wordt voornamelijk bepaald door de genetica van de wietsoort.
Daarnaast is smaak afhankelijk van de omstandigheden waaronder de plant wordt gegroeid, en/of de blauwdruk van haar genen volledig tot uiting komt. En hier komt de aap uit de mouw: de zoete stofjes in fruit of drankjes worden niet door de wortels opgenomen en direct in de top opgeslagen. Het levert vooral beschimmelde sinaasappelschillen en pH-problemen op. Liever niet doen dus!
Anderzijds kan een zorgvuldig gecomposteerd donkerzwart compost van fruitafval zeer goed werken voor je plant. Deze is namelijk een grote bron van bacteriën en micronutriënten, wat zonder twijfel wel positief is voor de smaak van je wiet, én het bodemleven! Et voilà, nu weet je ook de achtergrond van deze mythe.
[Foto’s: Kues/OpenRangeStock/Yarygin/AlenKadr/studiovin/Milkovasa, Shutterstock]
(advertentie)