(advertentie)
(advertentie)

Ben je een kleine cannabis thuiskweker met een paar wietplanten voor eigen gebruik? Dan moét je je wietplanten trainen, met zowel low als high stress training. Het verschil tussen die twee trainingsmethodes leggen we ook uit, maar leer ze beiden want je hebt ze allebei nodig als kleine hobbykweker. 

Moeder natuur komt er nog wel mee weg om haar wietplanten gewoon op eigen houtje te laten groeien. Als je echter binnen kweekt dan ontkom je er niet aan: plantentraining. Helemaal als je een beperkte ruimte hebt met een kleine kweeklamp, want dan telt iedere Watt aan licht. Met Low Stress Training (LST) en High Stress Training (HST) kweek je wietplanten die helemaal geoptimaliseerd zijn om elke foton aan licht op te vangen.

Low Stress Training vs. High Stress Training

Buiten groeien wietplanten gratis in het zonlicht dat overal schijnt. Kunstlicht binnen is kostbaar, en zeker met de huidige energietarieven die alsmaar stijgen. Met low stress training en high stress training kunnen we wietplanten kweken die het beperkte licht binnen, optimaal opvangen. Maar wat is het verschil eigenlijk tussen low stress training en high stress training?

Het verschil tussen low stress training en high stress training is eenvoudig. Beide vormen van plantentraining, optimaliseren wietplanten om het licht en de ruimte maximaal te benutten. Het verschil zit ‘m in de hoeveelheid stress voor de planten. High stress training behelst alle vormen van plantentraining waarbij er gesnoeid wordt. Terwijl er bij low stress training alleen gebogen wordt (en soms geknakt). Hier volgt een lijstje van low strass training en high stress training.

Vormen van Low Stress Training

  • Takken buigen met behulp van LST clips
  • Bladeren instoppen voor meer licht op de groeipunten
  • Takken buigen en omlaag binden
  • Scroggen, joggen, mainlinen
  • Supercroppen

Vormen van High Stress Training

  • Toppen en fimmen
  • Dieven
  • Ontbladeren

Met plantentraining kweek je wietplanten met de perfecte vorm voor een leven onder kunstlicht.

Plantentraining voor thuiskwekers

In grote legale wietkwekerijen wordt ook vaak binnen onder kunstlicht gekweekt. Toch wordt hier minder getraind dan bij hobbyisten thuis. In grote kwekerijen staan ten eerste vele planten, en is het te veel werk om iedere wietplant afzonderlijk te trainen. In plaats daarvan wordt een groot oppervlak belicht, en groeien de planten vaak in een Sea Of Green opstelling (SOG).

Met een sea of green hoeven wietplanten minder getraind te worden, omdat het licht toch wel benut wordt. Een sea of green is namelijk een oppervlakte waarin vele wietplanten naast elkaar groeien. Het hele kweekoppervlak staat er vol mee, dus elk hoekje van de kweekruimte wordt benut. Het grote aantal wietplanten zorgt ervoor dat er niet veel getraind hoeft te worden.

In een grote sea of green kun je als kweker volstaan met een keer toppen in de groeifase, en dieven in de bloeifase. Het toppen zorgt ervoor dat er genoeg toppen ontstaan, en bij het dieven worden groeipunten onderaan de planten weggehaald, die toch geen licht opvangen.

Thuiskwekers met een beperkt aantal planten, moeten ervoor zorgen dat die planten het hele kweekoppervlak bedekken. Dat niet alleen maar de toppen moeten hierbij ook zoveel mogelijk op dezelfde hoogte groeien. Zo groeien ze namelijk op de ideale afstand tot de lampen, waar ze de maximale hoeveelheid licht opvangen.

Alles op gelijke hoogte

Alle toppen op een ideale hoogte is dus het doel van de training voor de kleine thuiskweker. De training begint verder al aan het begin van de groeifase, en wel met de bekendste vorm van high stress training: toppen. Kweek bij voorkeur planten van dezelfde wietsoort, of gebruik stekken, zodat de planten zoveel mogelijk dezelfde groei doormaken en een vergelijkbare structuur hebben.

Top de planten wanneer ze ongeveer vijf of zes nodes hebben. Haal de zijtakken onderaan weg, zodat je vier tot zes groeipunten per plant over houdt. Je kunt ook fimmen in plaats van toppen. Daarbij knip je ongeveer twee derde van de top eraf, zodat je daar meer dan twee nieuwe groeipunten aan overhoudt. Het voordeel is dat fimmen wat eerder kan, zodat je wat eerder een plant hebt met vier tot zes toppen.

Toppen: de eerste training waar iedere hobbykweker mee kan beginnen.

Bladeren instoppen

Door het toppen heb je planten met vier tot zes nieuwe groeipunten. Deze zitten in het begin echter nog verborgen onder de bladeren die erboven groeien. Wacht tot ze wat zijn uitgelopen, en stop de grote schutbladeren onder de groeipunten in. Als je het voorzichtig doet, blijven ze mooi vastzitten. De groeipunten krijgen hierdoor meer licht, en kunnen snel groter worden.

Bladeren instoppen is een vorm van low stress training, aangezien er niet gesnoeid hoeft te worden. Dit is de tweede vorm van plantentraining die je als hobbyist kunt uitvoeren. Na het instoppen zullen de vier tot zes takken verder uitlopen, en kun je al snel over op het 12/12 lichtschema. Hierdoor zullen de takken nog sneller groeien en verder uitlopen, en hopelijk ongeveer op gelijke hoogte blijven.

Buigen, clippen en binden

Als je geluk hebt groeien alle toppen van al je planten bij aanvang van de bloeifase allemaal op gelijke hoogte. Vaak is dit helaas niet helemaal het geval, en moet je de takken een beetje helpen. Dit kan met behulp van LST-plantenclips, een scrogrek, of binddraad.

Als de bovenste toppen vanzelf al min of meer op gelijke hoogte groeien, heb je aan de clips misschien al genoeg. Buig eventuele takken die niet helemaal op de juiste plaats groeien met de clips naar de juiste locatie, en je bent klaar. Zorg wel dat je de clips tijdig verwijdert, want ze kunnen in de takken snijden als die dikker worden.

Een scrogrek geeft je een raster om de takken goed over het kweekoppervlak te verdelen. Hang hem voor het begin van de bloeifase op, zodat je alle takken op de juiste plekken door de mazen kunt laten groeien. Maak je geen zorgen als dat met sommige takken niet kan, want je kunt ze ook nog altijd aan het scrogrek vastbinden.

Sneeze onder een scrogrek. De takken kunnen gemakkelijk door de juiste mazen groeien.

Joggen & main linen

Joggen en main linen zijn trainingsmethodes die vergelijkbaar zijn met wat we tot nu toe besproken hebben, alleen dan zonder gebruik te maken van een scrogrek. Bij het joggen (JOG staat voor Jungle Of Green) top je een wietplant heel vroeg na het ontkiemen, en pin je de zijtakken vervolgens vast in de aarde. Zo gebruik je de plantenpot als het ware als rek om de takken aan vast te binden, en kun je wietplanten extra laag houden.

Main lining lijkt een beetje op joggen; ook bij deze vorm van plantentraining pin je takken als het ware vast aan de aarde. Bij main lining hou je echter strak vast aan het aantal toppen en de symmetrie van de plant. De hoofdstam wordt getopt zodat twee toppen ontstaan, die vervolgens horizontaal uit elkaar groeien. Dan worden de takken nog eens getopt en de nieuwe scheuten weer horizontaal en gelijk verdeeld. Main lining resulteert in mooie planten die er een beetje technisch en gemanipuleerd uitzien, maar dat zijn ze natuurlijk ook.

Een mooie main line met vijf wietplanten van IndeKast. Iedere plant heeft precies acht toppen.

Supercroppen

Met alle low en high stress training tot je beschikking, heb je aan het einde van je volgende kweekronde hopelijk allemaal joekels van toppen groeien. Allemaal netjes naast elkaar en op gelijke hoogte, precies in de sweet spot van jouw kweeklamp.

Zo niet, dan staat er nog één bijzondere techniek tot je beschikking. Vooral in de zomer als planten door de warmte te veel strekken, of als er een extra snel fenotype tussen je planten staat, kan er weleens een top boven het spreekwoordelijke maaiveld groeien. Die kun je dan een topje kleiner maken met supercroppen.

Supercroppen is een handeling waarbij je een tak in één keer helemaal plat legt. Je kunt je planten er in één keer een flink stuk lager mee maken, maar je kunt takken ook gemakkelijk breken bij het supercroppen. Het is daarom belangrijk dat je de tak die je wilt supercroppen, eerst zacht maakt, zodat die niet breekt. Dit doe je door de tak in een rollende beweging tussen je duim en vinger te kneuzen.

Pak een van de hoge takken tussen je duim en vinger vast, op de plek waar je hem zou willen doorbuigen. Rol de tak tussen je duim en vinger, en oefen druk uit zodat de tak van binnen een beetje zacht wordt. Hierdoor kun je hem vervolgens in een hoek van 90 graden buigen en plat leggen, zonder dat de tak breekt.

Door supercroppen is je plant zo een flink stuk kleiner. Je moet er echter wel rekening mee houden dat zo’n tak ook snel weer terug omhoog groeit. Vaak staan ze al binnen één dag weer rechtop, zodat je het supercroppen nog eens moet uitvoeren. Het helpt ook om een geknakte tak vast te binden na het supercroppen.

Gorilla Super Glue wordt klein gehouden met supercropping. Rechts zie je dat de takken snel weer omhoog groeien. Foto: Gefjon Grow.

(advertentie)