Topstories

Ook in kleine kweekkasten (en tentjes natuurlijk) kun je prima wiet kweken. Zo’n kleine kweek is bovendien erg leuk om te doen, en kan – als je het goed doet – een heerlijke voorraad wiet opleveren! De ruimte is natuurlijk beperkt maar als je daar rekening mee houdt, dan hoeft dat een grote oogst zeker niet in de weg te staan! 

Met wiet kweken in kleine kasten hebben we de nodige ervaring. Onze eigen CNNBS G-Kit valt ook onder de kleine kweekkasten. Maar dat het altijd nog kleiner kan bewijst de Minigrow One.

Zo kan een afgedankt keukenkastje ook dienst doen als kweekkast, en zijn er zelfs mensen die wiet kweken in een oude computerkast. Zolang je je wietplanten maar klein genoeg houdt, passen ze bijna overal in.

1. Benut het volle kweekoppervlak 📐

‘In een klein kastje kun je vast niet veel wiet kweken, zul je denken.’ Dit is niet helemaal waar. Want ook al heeft een kleine kweekkast minder volume dan een grote kast – als je het kweekoppervlak volledig benut, kun je er meer wiet in kweken dan je denkt.

Dus ook al is je kweekkast laag, als je zorgt dat je planten dat ook zijn, en de gehele oppervlakte in je kweekkast bedekken, kun je er meer wiet uit halen dan je denkt. Kijk maar eens naar deze mooie opbrengst op slechts 60 bij 60 centimeter.

2. SCROG of SOG 🌊

Op de foto hierboven zie je een kleine zogenoemde SOG, oftewel een Sea Of Green. Het klinkt tegenstrijdig maar door je kleine kweekkast met relatief veel planten te vullen, kun je ze gemakkelijk kort houden en tóch het hele kweekoppervlak vullen.

Bijkomstig voordeel van de SOG-methode is dat je planten niet lang hoeven te groeien en je dus sneller kunt omschakelen (12/12) naar de bloeifase.

Een andere optie is om juist maar één wietplant te kweken, en die plant te scroggen. Scroggen is een techniek waarbij je je wietplant eerst een keer topt, en vervolgens langs een horizontaal geplaatst rek laat groeien.

De plant wordt dan breed in plaats van hoog. Zo vul je het hele kweekoppervlak, zonder dat je veel ruimte in de hoogte nodig hebt.

3. Full-spectrum LED & goede lichtspreiding 💡

Om in een kleine kweekruimte van iedere lichtstraal te profiteren, kun je het beste een full-spectrum LED kweeklamp gebruiken die het gehele kweekoppervlak belicht.

In een kleine kweekruimte heb je verhoudingsgewijs namelijk een groot oppervlak aan zijwand waar licht tegen schijnt. Door een lamp te gebruiken die het gehele oppervlak beschijnt gaat er zo min mogelijk verloren en valt het meeste licht op je planten (die je om die reden ook over het gehele kweekoppervlak verspreid hebt).

Kies daarnaast bij voorkeur een full-spectrum LED, die een wit licht uitstraalt. Bij voorkeur met wat meer blauw licht erin, zodat planten wat korter blijven.

Onze eigen 170W G-Bars zijn hiervoor perfect, en hebben een lichtkleur van 3200 Kelvin. Andere geschikte LED’s zijn de zogenaamde Quantum Boards die veel fabrikanten maken.

Let op de kleurtemperatuur in Kelvin, in kleine kweekruimtes is een lagere kleurtemperatuur rond de 3100 Kelvin ideaal omdat dat de internodes van planten kort houdt.

4. Dief! ✂️

Als je het gehele kweekoppervlak gevuld hebt, en er een LED kweeklamp boven hangt die het licht ook over die oppervlakte verspreid. Dan zullen de onderste delen van je plant(en) misschien niet veel licht krijgen, ondanks hun geringe hoogte.

Controleer na de tweede week op 12/12 welke laag groeiende takjes nauwelijks topjes produceren en haal die weg. Je hoeft waarschijnlijk niet veel weg te snoeien omdat je plant(en) niet erg hoog zijn, maar door het wel te doen krijgen de bovenste toppen meer energie, en die zullen dus ook beter ontwikkelen.

5. Kweek een indica 🍃

Hoewel je wietplanten met een full-spectrum licht en door te scroggen of een sea of green te kweken, goed kort kunt houden, blijft het een relatief lage kweekruimte.

Een pure sativa in een lage ruimte kweken is de goden verzoeken, dus doe dat niet. Kies daarom voor een indica of een indica dominante wietsoort in een kleine kweekruimte, want die strekken van nature minder de hoogte in.

6. Groei niet te lang ⏱️

Hoe langer je een wietplant laat groeien hoe groter die wordt. Dat niet alleen maar in de overgang van de groeifase naar de bloeifase strekken wietplanten nog eens extra snel.

Wacht dus niet te lang met de omschakeling naar de bloeifase. Een goed moment bij een scrog is als het kweekoppervlak voor 80 procent bedekt is. Kweek je een sea of green, schakel dan over zodra de planten elkaar beginnen te overlappen.

7. Beperk de strekkende fase 🌙

In de overgang van groei naar bloei strekken wietplanten zogezegd nog een paar weken. Je kunt deze strekkende fase beperken door je wietplant(en) extra snel in bloei te zetten.

Dit doe je simpelweg door je planten na de groeifase eerst een periode van 48 tot 72 uur in het donker te zetten, voor je het 12/12 lichtschema instelt.

Door de lange donkere periode maken wietplanten extra snel en veel bloeihormonen aan. Hierdoor zal de bloeifase sneller beginnen en de strekkende fase korter duren.

8. Kies bredere potten in plaats van hogere 🪴

De vuistregel bij het kweken is: hoe groter de pot, hoe groter de plant. Als je wietplanten klein wilt houden in een kleine ruimte, kun je daar slim op inspelen door voor niet al te grote potten te kiezen.

Maar de vorm van de potten helpt je ook. Door te kiezen voor potten die breder zijn dan hoog, stimuleer je de wortels om zich horizontaal te ontwikkelen in plaats van verticaal. Deze horizontale wortelgroei werkt als een ankereffect.

Wietplanten groeien dan vaak bossig en breed in plaats van lang en dun. Deze compacte, brede groei is precies wat je wilt in een kleine kweekruimte.

9. Let op de temperatuur en luchtcirculatie 🌡️

Twee van de grootste valkuilen in kleine kweekruimtes zijn te veel warmte en een slechte luchtstroom. Dit is extra belangrijk omdat kleine ruimtes sneller opwarmen en minder natuurlijke luchtcirculatie hebben.

Hitte en een gebrek aan verse lucht zorgen ervoor dat je planten kunnen gaan strekken. Door harder te groeien, ‘hopen’ als het ware ze uit de verstikkende situatie te komen. In een klein kweekkastje of -tentje groeien ze dan heel snel tegen de lamp.

Voor een kleine kweekruimte is de oplossing om voor een goede afvoer en aanvoer van lucht te zorgen. Warme lucht naar buiten, en verse lucht naar binnen. Plaats ook een kleine ventilator, die de lucht binnen de kast goed laat circuleren.

Streef naar een temperatuur tussen de 20-25°C tijdens de lichtperiode, en liever niet hoger dan 27°C, want hoe warmer hoe harder de planten strekken. In kleine ruimtes kan dit best een uitdaging zijn, vooral met een krachtige lamp, maar het loont de moeite.

Door je temperatuur stabiel te houden en voor voldoende luchttoevoer te zorgen, blijven je planten compact en gezond. Ze steken hun energie in dikke toppen in plaats van in lange, dunne stengels.

[Openingsbeeld: Droidworker, Shutterstock – foto tip 7: Joe Giampaoli, Shutterstock]

(advertentie)