(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het is een bekende oorzaak voor teleurstellingen bij de oogst, lichte en luchtige topjes. Lang niet zo hard, zwaar en compact als je van de coffeeshop gewend bent. Maar wat veroorzaakt nou zulke wollige topjes? En hoe kun je ervoor zorgen dat ze bij een volgende kweekronde wel mooi uitharden?

We kunnen ons maar al te goed voorstellen hoe groot de frustratie is wanneer al je kweekinspanningen niet tot het gewenste resultaat leiden. Je had gehoopt op toppen die minstens zo hard en compact waren als die van de coffeeshop, maar alles wat je uit je eigen kweektentje haalt is licht, luchtig en een stuk minder potent dan je gewend bent.

Luchtige topjes

Luchtige topjes zijn niet alleen minder mooi en indrukwekkend, ze zijn ook een stuk lichter dan ze zouden moeten zijn. Omdat luchtige toppen ook een stuk minder hars bevatten zijn ze ook minder potent en hebben ze minder smaak dan kogelharde buds van exact dezelfde soort.

Het is echter lastig om één enkele reden aan te wijzen waarom wiettoppen niet goed uitharden. Een complex geheel aan omgevingsfactoren in en boven de grond bepaalt hoe hard, dik en zwaar wiettoppen aan het einde van een kweekcyclus zullen zijn. Als de toppen die je zelf thuis kweekt altijd licht en luchtig zijn, ga dan eens na wat je op een van de volgende vlakken kunt verbeteren.

Luchtige wiet kan best lekker smaken, maar mist toch wat aan gewicht, potentie en bag appeal.

Genetica

De specifieke soort die je kweekt heeft een grote invloed op de structuur en hardheid van de toppen. Met de juiste behandeling kan iedere soort een behoorlijke top opleveren, maar sommige soorten zijn nu eenmaal veel beter in het aanmaken van knalharde buds dan anderen. Indica wietsoorten produceren over het algemeen wat hardere toppen, terwijl die van sativa’s doorgaans wat groter en luchtiger worden.

Voldoende licht

Wietplanten hebben één grote bron van energie nodig en dat is licht. Door middel van fotosynthese wordt lichtenergie omgezet in suikers die de plant nodig heeft om te kunnen groeien en bloeien. Hoe meer licht, hoe meer suikers en hoe sneller een wietplant groeit en des te dikker en compacter de toppen zullen zijn.

Als je toppen nooit goed uitharden, check dan eerst eens hoe het met jouw lichtbron zit. Als je merkt dat wietplanten daarnaast ook nog erg de hoogte in strekken en lange internodes hebben, dan is de kans groot dat een beetje extra licht weleens voor aanzienlijke verbeteringen zou kunnen zorgen. Voor een redelijke kwaliteit hebben wietplanten minimaal 300 Watt per vierkante meter nodig, maar 400 Watt is beter. 600 Watt is ongeveer het maximale op een vierkante meter, en zal voor de grote en harde toppen zorgen – mits de rest van de factoren ook in orde zijn natuurlijk. Overigens kan teveel licht aan het einde van de bloeifase ook voor een degradatie van wiet zorgen. Er groeien dan zogenaamde foxtails uit: dunne sprieten van topjes groeiend uit bestaande buds.

Zorg voor veel licht als je voortaan dikke en harde toppen wil kweken.

De meest harde en compactste toppen groeien het hoogst aan je wietplanten. Onder het bladerdek schijnt vaak niet genoeg licht, waardoor lager groeiende topjes meestal erg luchtig en licht blijven. Door de planten in de tweede week van de bloeifase goed te dieven, ben je deze ondermaatse topjes kwijt. De hoger groeiende toppen profiteren hiervan en zullen nog wat zwaarder en harder worden.

Een aangenaam klimaat

Het klimaat in een kweekruimte heeft ook veel invloed op wietplanten. Is het te koud, dan zal een plant niet goed groeien of als het heel koud is helemaal niet groeien. Een te hoge temperatuur kan voor hittestress zorgen: bladeren verdampen dan teveel vocht waardoor ze uitdrogen en verschrompelen. Wanneer je vooral in hete periodes luchtige toppen produceert, dan is de kans groot dat dat aan een te hoge temperatuur ligt. Probeer in dat geval de temperatuur te verlagen, of voeg extra CO2 toe. Een goede temperatuur voor wietplanten ligt rond de 27 graden. Met hogere CO2 gehaltes in de lucht (1200 tot 1500 ppm) kun je de temperatuur maximaal tot 30 graden op laten lopen.

Voeden gaat het gemakkelijkst met een degelijke basisvoeding voor groei dan wel bloei

Voedingswater

Een onjuiste verhouding aan meststoffen, of teveel of juist te weinig meststoffen, zorgt er ook voor dat wietplanten niet optimaal ontwikkelen. Daarbij is de zuurtegraad ook nog van belang. Bij een te hoge of te lage zuurtegraad (pH-waarde) kunnen wietplanten voedingsstoffen niet goed opnemen, ook al zitten ze wel in de grond.

Voeden gaat het gemakkelijkst met een degelijke basisvoeding voor groei dan wel bloei. Totdat je de eerste bloeiharen ziet verschijnen gebruik je een groeivoeding en daarna pas een bloeivoeding. Meng eerst de voeding in de juiste hoeveelheden door het water en breng het voedingswater pas daarna op de juiste zuurtegraad. Kweek je op aarde dan ligt de ideale pH-waarde rond de 6,5 en kweek je in een hydrosysteem dan kun je beter een pH-waarde van 5,8 proberen aan te houden.

Heb je geen EC-meter, ga dan uit van ongeveer de helft tot drie kwart van de aanbevolen mengverhouding van de basisvoeding. Heb je wel een pH-meter, begin dan in week 2 van de groei met een EC-waarde van ongeveer 1,2 en voer de EC-waarde elke week met 0,1 punt op. De maximale EC-waarde ligt voor de bloeifase op zo’n 1,8 tot 2,0. In de laatste twee weken van de bloeifase ga je spoelen met schoon water zonder voeding.

Lucht

Het klinkt logisch, maar lucht is erg belangrijk in de strijd tegen luchtige toppen. De toppen die in de natuur het meeste wind vangen zullen het grootst worden omdat deze toppen simpelweg ook het meeste kans lopen om bevrucht te worden. Binnen zul je dus ook voor een licht briesje op de toppen moeten zorgen.

Het beste is om daarvoor gebruik te maken van een zwenkventilator. Deze blaast niet steeds op één en dezelfde plek, maar zorgt ervoor dat alle toppen wind vangen. Overdrijf het niet want teveel wind kan ook voor uitdroging zorgen en dat wil je natuurlijk niet. Een licht briesje is goed, het verkleint de kans op schimmelproblemen en zet de takken in beweging. Hierdoor worden de stammen dikker, steviger en zullen ze ook dikkere en zwaardere toppen aanmaken.

Gebruik een ventilator om wietplanten van een licht briesje te voorzien.

Verder heeft een wietplant een continue stroom van verse lucht nodig om voldoende CO2 uit te kunnen opnemen. Zorg dus voor een afzuiger die continue de lucht ververst. Door hem hoog in je kweekruimte op te hangen zuig je warme gebruikte lucht af en hou je je kweekruimte ook nog eens op temperatuur. Laat verse lucht via lichtdichte openingen onderaan de kweekruimte naar binnen stromen.

(advertentie)