Topstories

(advertentie)

Koop je in de coffeeshop altijd de allersterkste wietjes, of ben je voor pijnbestrijding juist afhankelijk van wiet met veel THC? Dat komt dan mooi uit want ook als je zelf kweekt kun je het THC-gehalte van je wiet opkrikken. Met deze tien kweektips voor een hoger THC-gehalte moet het zéker lukken! 

Wiet met een hoog THC-gehalte is niet alleen wiet waar je erg stoned van wordt, maar ook wiet die erg lekker smaakt. Een hoog THC-percentage zegt namelijk niet alleen iets over de werkzame stof THC, maar gaat ook hand in hand met een hoog gehalte aan terpenen en een algemeen betere kwaliteit.

Dit komt omdat wiet met een hoog THC-gehalte ook gewoon meer trichomen bevat; daar komt het hoge THC percentage namelijk vandaan. Daarnaast is wiet met veel THC om die reden ook gewoon meer waard. Reden genoeg dus om het THC percentage zo hoog mogelijk te kweken!

Kweektip #1: Kies de juiste genetica

De harsproductie (en dus de THC-productie) is voor het grootste gedeelte genetisch bepaald. Als je dus graag veel THC op je toppen wil hebben, begin dan met een soort die erom bekend staat veel THC te produceren. De ene soort kan dat nou eenmaal beter dan de andere. Over het algemeen zijn witte wietsoorten en sativa’s de betere THC producenten. Als je met stekken werkt gaat dit ook op, een moederplant die veel THC aanmaakt zal ook stekken opleveren die veel THC aanmaken, zo simpel is het.

Kweektip #2: Hou ze klein

Wietplanten zijn voor hun ontwikkeling afhankelijk van een goed transportsysteem. Een plant met lange dunne takken heeft een tragere sapstroom dan een plant met korte dikke takken. Denk maar aan een snelweg met 5 rijbanen en een landweggetje. Waar kan meer verkeer rijden? Als je wil dat je wietplant veel THC produceert, hou de internodes dan kort en zorg dat de stammen lekker dik zijn.

Kweektip #3: Tijd voor groei

Een wietplant die je iets langer de tijd geeft om zich tijdens de groeifase te ontwikkelen, produceert meer THC dan een plant die meteen na het ontkiemen in de bloei wordt gezet. Geef je plant dus even de tijd; als ze er aan toe is maakt ze voor jou de heerlijkste THC.

Kweektip #4: De juiste temperatuur

Wietplanten produceren THC onder andere om zichzelf tegen uitdroging te beschermen. Zorg in de bloeifase daarom voor een warme temperatuur overdag. Tussen de 21 en 27 overdag is ideaal, laat het ’s nachts niet meer dan een graad of 10 kouder worden.

Kweektip #5: Schoktherapie

Laat je plant in de laatste week van de bloei schrikken door de nachten steeds kouder te laten worden en geef haar ijskoud water. Een week voor de geplande oogst verlaag je de temperatuur, en dan met name ’s nachts. Elke dag een beetje meer tot de nacht temperatuur onder de 10 graden Celsius is. Om de plant te spoelen kun je koud water gebruiken, sommige kwekers geven zelfs ijswater. De plant reageert op de koude temperatuur met de aanmaak van extra hars (en dus THC). Ze voelt dat het bijna is afgelopen en probeert met de extra hars toch nog wat stuifmeelkorrels op te vangen en zo bevrucht te worden.

Kweektip #6: Lichttherapie

In delen van de wereld waar de zon veel UVB licht straalt zoals Afghanistan of Thailand maken de wietplanten meer hars en THC aan, om zich tegen dit ultraviolette licht te beschermen. Als je het goed doet kan een extra UVB lamp in de bloeifase voor meer THC zorgen, maar let op want UVB licht is niet niet goed voor mensen. Zolang de UVB lamp aan staat moet je dus niet je kweekruimte ingaan.

Start in de 2e of 3e week van de bloei met één uur UVB licht in het midden van de 12 uur durende lichtperiode. Voer het UVB licht dagelijks op zodat je uiteindelijk op zo’n 8 uur UVB licht zit per dag.

Kweektip #7: Het juiste dieet

Uiteraard is de juiste voeding ook van invloed op de THC-productie. Als er in de bloeifase te veel stikstof (N) in de grond zit, kan dit de rijping van de toppen remmen. Fosfor (P) en kalium (K) daarentegen bevorderen daarentegen juist de ontwikkeling van toppen. Gebruik een basis bloeivoeding in de bloeifase. Een extra bloeibooster kan voor extra topontwikkeling zorgen.

Kweektip #8: Droog ze uit

Bij kweektip nummer 3 zagen we al dat de wietplant zich bij hoge temperaturen beschermt tegen uitdroging met extra hars. Dit fenomeen kun je verder uitbuiten door de lucht in je bloeiruimte zo droog mogelijk te maken. Je kunt met luchtontvochtigers werken, maar als je dat niet hebt probeer het dan door potten en waterreservoirs af te dekken. Sommige mensen zetten ook kommen met rijst neer om de vocht mee uit de lucht te trekken. In de winter is de lucht van nature droger dan in de zomer.

Kweektip #9: Zet ze in het donker

Veel kwekers zetten hun planten de laatste twee dagen in het donker. De gedachte is dezelfde als de kou van tip 5: de plant denkt als het ware dat het tijd is om dood te gaan en probeert zich uit alle macht nog te laten bevruchten door extra hars aan te maken. Daarnaast worden terpenen en cannabinoïden ’s nachts geproduceerd, maar gaan de vluchtige terpenen verloren door de warme kweeklampen. Door na een donkere periode te oogsten, oogst je maximaal.

Kweektip #10: Pest je planten

Door je planten aan het einde van de bloeifase voorzichtig te pesten en te stressen, kun je ze laten ‘denken’ dat ze dood gaan. Ze zullen zich alsnog willen voortplanten en zich beschermen en dus de harsproductie opvoeren. In de natuur beschermt de plant zich ook tegen plantenetende beesten met de hars. De meeste dieren lusten (in tegenstelling tot mensen) namelijk geen THC. Doe dit alleen in de laatste twee weken en doe het niet te veel, want daar kunnen wietplanten ook weer hermafrodiet van worden.

[Foto top: CYAM, Shutterstock]

(advertentie)