- World Soil Day: onze beste kweekartikelen over aarde
- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Aftellen naar hét cannabis congres van 2024, op een iconische plek
Zo herken je het geslacht van een wietplant
Wanneer je wiet kweekt uit zaden die niet gefeminiseerd zijn, kunnen daar zowel mannelijke en vrouwelijke planten uitkomen. Alleen de vrouwen produceren toppen, dus aan de mannelijke planten heb je meestal niets. Maar zo herken je snel het geslacht van een wietplant, om een tuin vol 100% vrouwelijke vrouwen aan te leggen.
Alleen vrouwen graag
Door wietplanten uit regulier zaad te kweken, en de mannelijke planten tijdig uit je kweekruimte te verwijderen, kun je een mooi veldje pure met 100% vrouwelijke planten kweken. Want ja, mannelijke planten produceren nauwelijks THC en al helemaal geen lekkere toppen. Daarnaast zorgen mannelijke planten in een kweekruimte voor stuifmeel, dat de vrouwelijke planten zal bevruchten.
Bevruchtte vrouwelijke wietplanten zullen hun energie voornamelijk steken in het produceren van zaad, en daardoor minder toppen produceren. De kwaliteit en de potentie van de wiet gaat dan drastisch achteruit. Weg dus met die mannelijke wietplanten!
Wanneer wietplanten een dag of 10 op een 12-uurs lichtregime staan en aan hun bloeifase beginnen, zullen ze hun eerste geslachtskenmerken laten zien. Tijdens deze eerste tien dagen van de bloei hoef je je weinig zorgen te maken over bevruchting aangezien de mannen hun stuifmeel pas loslaten wanneer hun bloemknoppen openen. Wanneer je stekken maakt om aan nieuwe wietplanten te komen, hoef je maar één keer het geslacht te bepalen, en kun je daarna onbezorgd stekken nemen van de vrouwelijke exemplaren.
Mannen herkennen
Mannelijke wietplanten laten hun geslacht het eerste zien in de nodes. Dit zijn de plaatsen op de hoofdstam waar zijtakken uit groeien. Bij een mannelijke plant groeien er vanuit deze nodes balletjes ongeveer ter grote van een wietzaadje. Het is soms echter lastig te zien aangezien de vrouwelijke planten hun geslachtskenmerken op een vergelijkbare wijze op dezelfde plaats op de plant tonen.
Bij de vrouwen groeit er vanuit de nodes namelijk een druppelvormig bolletje, dat een calyx genoemd wordt. Uit zo’n calyx groeien twee witte bloeihaartjes. Wanneer je deze ziet, kun je er zeker van zijn dat je met een vrouwelijke plant te maken hebt.
Zie je echter ronde bolletjes zonder bloeihaartjes, dan is de plant in kwestie zeker mannelijk. Verwijder mannelijke planten zodra je ze ziet. Want wanneer ze hun stuifmeel eenmaal loslaten, kun je er zeker van zijn dat de vrouwelijke planten bevrucht worden. Het stuifmeel is zeer licht en fijn en waait heel gemakkelijk door je hele kweekruimte, zeker wanneer de lucht zoals het hoort, flink in beweging gezet wordt door een ventilator.
Vrouwen herkennen
Zoals gezegd zijn de vrouwelijke planten gemakkelijker te herkennen aan hun bloeiharen. Een calyx groeit vanuit de oksels bij de node, en er komen twee witte bloeihaartjes uit. Deze bloeihaartjes zijn bedoeld om stuifmeel mee op te vangen. Als je bloeihaartjes ziet ben je ervan verzekerd dat je wietplant geen man is, maar weet je nog niet 100% zeker dat je een pure vrouwelijke plant hebt. Ze zou namelijk ook nog tweeslachtig, of hermafrodiet kunnen zijn. Je moet dus blijven opletten en uitkijken naar de mannelijke bolletjes. Ook wanneer je uit gefeminiseerd zaad kweekt.
Voorbloei
Sommige wietplanten laten hun geslacht door zogenaamde voorbloei zien wanneer ze nog niet in de groeifase zitten. Vanaf de vierde groeiweek kun je je planten inspecteren op voorbloei. Voorbloei zie je niet altijd maar is wel een normaal verschijnsel bij cannabisplanten en komt vanaf de vierde week voor. Ook wanneer de plant nog in de vegetatieve, of groeiperiode zit dus.
Meestal vlak boven de vierde node, verschijnen bij een vrouwelijke plant de druppelvormige calyxen met daaruit haar allereerste stampers (de bloeihaartjes), terwijl bij een mannelijke plant de bloemknopjes (een soort balletjes) ontstaan. Het is handig om een loep bij de hand te houden want de voorbloei is niet altijd duidelijk zichtbaar. Ook kan het gebeuren dat bij de vrouwelijke voorbloei nog geen bloeiharen te zien zijn. Dat maakt het gemakkelijk om je te vergissen bij de voorbloeimethode.
Geslacht bepalen met stekken
Heb je eenmaal het geslacht gezien, dan kun je een vrouwelijke plant terug in de groeifase zetten om daar stekken van te nemen. Je kunt ook stekken nemen van een bloeiende plant maar die wortelen niet zo makkelijk en snel als stekken van een groeiende wietplant. Beter is het dus om het geslacht van je planten te bepalen door een paar stekjes te nemen wanneer de planten nog in de groeifase zitten. De stekjes zet je dan onder een 12-uurs lichtregime en wanneer ze in bloei gaan weet je het geslacht van de moederplant.
Sommige kwekers laten de stekken die alleen nodig zijn voor de geslachtsbepaling niet eens wortelen en zetten ze simpelweg in een bierflesje met water direct onder 12 uur licht. Houd er echter rekening mee dat je stek hierbij ook gemakkelijk dood kan gaan voordat deze haar geslacht laat zien. Het is dus beter om eerst te wachten tot de stek wortels heeft voor je haar in de bloei zet. Hoe de bierflesjes methode in zijn werk gaat, kun je hier lezen. Maak je liever een gewortelde stek, dat doe je zo.