Topstories

(advertentie)

Een van de belangrijkste dingen voor een eerste kweek is het kiezen van een goed zaadje. Daarbij ga je natuurlijk vooral af op de beschrijving van het zadenbedrijf maar dan moet je wel snappen wat er precies staat. Even opletten dus want dat gaan we je in deze handleiding haarfijn uitleggen. 

Als je de catalogus van een gemiddeld zadenbedrijf erop naslaat, kom je best veel vakjargon tegen. Voor een beginnende kweker kan dat het lastig maken, om precies te weten wat er bedoeld wordt. Vanaf welk moment wordt er bijvoorbeeld gerekend als er staat dat een bloeifase 7 tot 8 weken kan duren? En welke wietsoort is de moeder bij een bepaalde kruising? Als je het antwoord op deze vragen ook niet 1, 2, 3 kunt oplepelen, lees dan vooral verder.

De beschrijving

De algemene beschrijving van een wietsoort zou in principe geen reclametekst moeten zijn. Natuurlijk gebruikt de fabrikant wervende woorden om jou over te halen om de zaden te kopen. Maar de beschrijving is er in de eerste plaats om jou te informeren over de eigenschappen van de wietsoort, zodat je weet wat je kunt verwachten.

Een beschrijving die dan ook niets over de groei en bloei eigenschappen vertelt, kun je dan ook beter niet serieus nemen. Sterker nog, zo’n zadenbank kun je beter helemaal niet serieus nemen.

Hybrides, sativa’s en indica’s

De meeste zadenbedrijven zorgen dan ook dat hun teksten werkelijk iets over de wietsoort vertellen. Ze beginnen doorgaans met een paar korte woorden over de pluspunten van de soort, en vermelden daarna vrij snel met welke genetica je te maken hebt. Vaak houdt dat in tussen welke twee wietsoorten de strain een kruising is.

Het overgrote deel van de wietsoorten die je vandaag de dag vindt, zijn namelijk polyhybrides. Hybrides zijn kruisingen tussen indica en sativa wietplanten, twee subrassen van cannabisplanten. Polyhybrides zijn kruisingen tussen twee verschillende hybrides. Kruisingen van kruisingen dus.

Hybrides hebben voor een deel indica eigenschappen, en voor een deel sativa eigenschappen. Dit wordt vaak aangegeven door een percentage. Dan staat er bijvoorbeeld 30% indica, 70% sativa. Deze percentages kunnen echter niet genetisch getest worden. Het zijn dan ook schattingen op basis van voorafgaande kruisingen, en de eigenschappen van de soort.

Hoe hoger het percentage indica, hoe korter de planten verhoudingsgewijs, hoe breder de bladeren, hoe korter de bloeifase en hoe lomer en verdovender het effect. Hoe hoger het percentage sativa, hoe hoger de planten, hoe smaller de bladeren, hoe langer de bloeifase duurt en hoe energieker het effect is.

Kweekinformatie

Na deze eerste inleiding met aanprijzende eigenschappen en genetische achtergrond, wordt er vaak wat verteld over de eigenschappen tijdens het kweken van de wietsoort. Hier kom je bijvoorbeeld erachter of de soort een goede soort is om binnen te kweken, of juist buiten.

Ook kunnen wietsoorten bijvoorbeeld geschikter of minder geschikt zijn om te trainen. Dit betekent dat ze snel of niet zo snel herstellen als je taken buigt, knakt of vastbindt.

Verder krijg je misschien wat informatie over de voedingsbehoefte van de wietsoort, en of de toppen ondersteuning nodig hebben in de bloeifase. Dit laatste is doorgaans een goed teken want dat houdt in dat de toppen dermate zwaar worden dat ze ondersteund moeten worden. Al deze kweekinformatie kan handig zijn om de beste resultaten te behalen in de kweekruimte.

In de meeste gevallen vermeldt de beschrijving ook nog het een en ander over de smaak en geur van de wietsoort, en het effect na het roken. Dit is belangrijke informatie voor wietsoorten, aangezien de meest gewilde soorten vaak de soorten zijn met de sterkste geur en dito smaak.

Daarnaast kunnen wietsoorten een keur aan geuren en smaken (terpenen, aromatische stoffen) bevatten. Het lichamelijke en psychische effect is natuurlijk ook van groot belang, en helemaal als je de wiet om medicinale redenen kweekt.

Kenmerken

Na de beschrijving volgt meestal een lijst met kenmerken, die we voor je zullen toelichten. De kenmerken beginnen doorgaans met het type zaad. Wietzaden kunnen namelijk regulier zijn, gefeminiseerd of autoflower.

Reguliere wietzaden kunnen zowel mannelijk als vrouwelijke wietplanten voortbrengen. Gefeminiseerde zaden brengen alleen vrouwelijke wietplanten voort, en uit autoflower zaden groeien wietplanten die vanzelf bloeien. Er bestaan ook reguliere autoflower zaden maar verreweg de meeste autoflower zaden zijn gefeminiseerd.

Vervolgens wordt de genetica beschreven. Dit houdt zoals eerder gezegd in welke wietsoorten er gebruikt zijn om de strain mee te maken. Hierbij wordt de moederplant doorgaans het eerste vermeld en daarna de vaderplant. Althans, in het geval van een reguliere wietsoort.

In het geval van een gefeminiseerde soort is de laatstgenoemde geen vaderplant maar werd het stuifmeel van een speciale bewerkte vrouwelijke wietplant gebruikt. Dit heeft te maken met de manier waarop gefeminiseerde wietzaden gemaakt worden.

De opbrengst die je mag verwachten vind je ook vaak terug bij de kenmerken, want het is iets waar zadenbedrijven graag mee schermen. Vooral als het een wietsoort is die veel wiet kan opleveren natuurlijk. De opbrengst wordt meestal voor binnen en buiten apart aangegeven.

En om het nog wat verwarrender te maken wordt de opbrengst binnen in grammen per vierkante meter uitgedrukt en de opbrengst buiten in grammen per plant. Doorgaans zijn deze cijfers heel optimistisch en gaan ze uit van perfecte kweekomstandigheden. Wees dus niet al te verbaasd als je deze opbrengst zelf niet meteen weet te behalen.

In de lijst met kenmerken vind je ook steevast de bloeiperiode, en in het geval van autoflower wietzaden de cyclus. De bloeiperiode of bloeitijd is het aantal weken of dagen bloei dat de wietplanten nodig hebben voordat ze geoogst kunnen worden. Dit kan een beetje verwarrend zijn, omdat niet alle zadenbedrijven hetzelfde rekenen.

Ook is het oogstmoment eigenlijk niet één specifiek moment maar eerder een periode waarin de planten geoogst kunnen worden. Om niet voor verrassingen te komen kun je het beste rekenen vanaf het moment dat je de eerste bloeiharen kunt zien, en dus niet vanaf het moment dat je naar het 12/12 lichtschema over gaat. Bij autoflower wietzaden wordt de gehele cyclus vermeld. Dit is dus vanaf het moment van ontkiemen tot er geoogst kan worden.

Tot slot kun je bij de betere zadenbanken ook nog over de cannabinoïden-percentages en belangrijkste aanwezige terpenen lezen. Dit betekent dat het zadenbedrijf hun klanten en producten serieus nemen, en ze de moeite hebben genomen om de wiet te laten testen.

Uiteraard moet je er wel vanuit gaan dat ze hierbij alleen hun mooiste toppen laten testen, en de percentages aan THC en CBD waarschijnlijk wat hoger zullen zijn als dat jij ze zelf kweekt. Aan de hand van de aanwezige terpenen kun je afleiden hoe de wiet zal ruiken en smaken. Klik hier voor een beschrijving van de belangrijkste terpenen die in wiet voorkomen, en weet ook dat terpenen het effect van wiet beïnvloeden.

(advertentie)