- Black Cherry Gushers, Cali-snoepwiet met 30% THC!
- World Soil Day: onze beste kweekartikelen over aarde
- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
’t Modmeisje kan het niet geloven
Dat ’t Modmeisje een zondig kind is, is allang duidelijk. Haar geloof in een Goddelijke macht wordt dan ook continu op de proef gesteld. Zeker toen Ivo Opstelten voor de tweede keer minister van Justitie werd.
Het fenomeen God
Een wijs man zei het ooit al eens: ‘God is bedacht en daarom staat het mij vrij met het fenomeen ‘god’ te doen zoals het mij goeddunkt.’ Die wijze man, Hans Teeuwen wil het toeval, doet dan ook zijn best het geloof op vele manieren te ridiculiseren. Hierbij maakt mijn favoriete ADHD-cabaretier, in tegenstelling tot gelovigen zelf, geen onderscheid tussen de verschillende geloven. De islam en het christendom zijn even bespottelijk in zijn ogen.
Uit eigen ervaring weet ik dat het ook knap lastig is om het geloof en gelovigen serieus te nemen. Ze maken het daar vaak zelf naar met hun gedrag. Hiermee doel ik niet eens op het gedrag van die vreemde baardmannen die vrouwen in boerka’s stoppen en er niet voor terugdeinzen kinderen uit naam van hun geloof te doden. Die leveren niet alleen dagelijks het bewijs dat God niet bestaat, ze zorgen er zelfs (bijna) voor dat je in het bestaan van de Duivel gaat geloven.
Christelijk smoelwerkje
Ik doel op gelovigen wat dichter bij huis, die in Jezus aan het kruis geloven en zo. Mijn eerste ervaring daarmee was toen ik vijf was. Hoe het in Godsnaam zo ver was gekomen weet ik niet, maar ik belandde in een discussie met mijn vierjarige buurjongetje. Met zijn weke christelijke smoelwerkje keek het joch me pedant aan en stelde: ‘Mijn huis is door God gebouwd. Het jouwe niet.’ Ik keek naar zijn huis en het mijne. Ik zag toch echt twee identieke rijtjeshuizen. ‘Maar hoe zit het dan met bouwvakkers?’ vroeg ik nuchter. Daar gaf het buurjong, die snel naar zijn moeder rende, geen antwoord op.
‘Lieve Wietgod’, zei ik, terwijl de andere coffeeshopgasten toekeken, ‘zorg a.u.b. dat Ivo Opstelten niet terugkeert in het nieuwe kabinet’
Een variant hierop maakte ik jaren later mee. Ik was zestien en had een katholiek Limburgs vriendje. Toen ik zijn familie ontmoette, die erg groot was omdat katholieken vroeger niet aan voorbehoedsmiddelen deden, wilde zijn tachtigjarige oom nog wel iets aan me kwijt. De man was ziek en had niet lang meer te leven. Hij zei: ‘Wij katholieken gaan naar de hemel. Op jou niet-gelovige wacht de hel.’ Ik keek naar die grote Limburgse familie en dacht: das dan wel zo rustig. Toen ik opkeek in de ogen van de oom zag ik echter weinig overtuiging, maar vooral veel angst voor de dood. Angst die hij met zijn geloof probeerde te bezweren.
God bestaat niet
Maar ondanks deze ervaringen en het feit dat er nog nooit bewijs is geleverd voor het bestaan van God, ben ik toch jaren blijven twijfelen. Zo kwam het dan ook dat ik in september 2012, vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen, in mijn buurtcoffeeshop op mijn knietjes zat en bad. ‘Lieve Wietgod’, zei ik, terwijl de andere coffeeshopgasten toekeken, ‘zorg a.u.b. dat Ivo Opstelten niet terugkeert in het nieuwe kabinet.’ ‘Amen!!’ riepen mijn toeschouwers vol vuur. Toen Ivo kort daarop echter toch weer minister van Justitie werd, wist ik het zeker: God bestaat niet. En dat voelt soms best eenzaam en eng. Maar het betekent toch vooral: als we veranderingen willen, zullen we echt zelf in actie moeten komen.
(advertentie)