(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Welkom bij alweer het derde deel van de RollingStoned handleiding voor autoflowers. In deel een hebben we het hoe, het wat en het waarom van automatisch bloeiende wietsoorten besproken en in deel twee gingen we verder met het kiezen van autoflower zaden, het medium en het bewateren, specifiek voor autoflowers. Lees het gerust nog even terug, onderaan dit derde deel over het voeden, de pH en de kweekruimte, vind je links naar de eerste twee delen.

Net zoals alle planten, hebben ook autoflowers voedingstoffen nodig om te hun stammen, hun bladeren, toppen en hun zaden te kunnen laten groeien. Zonder voedingstoffen zal elke plant doodgaan maar teveel voeding schaadt de plant ook.

AutoFlower-SuperMixVoeding voor autoflowers

Ook voor autoflower wietplanten is het belangrijk dat je zoveel mogelijk naar behoefte van de plant voeding geeft. Dit betekent dus niet teveel, maar ook niet te weinig voeding. Juist omdat autoflowers zo’n kort leven beschoren zijn waarin ze in korte tijd zo groot mogeliojk moeten worden, is het extra belangrijk dat je op maat voedt. Een teveel aan voeding, of tekorten zouden de groei kunnen stagneren en uiteindelijk ervoor kunnen zorgen dat je autoflower minder oplevert dan mogelijk is.

Wanneer je autoflowers in een hydrosysteem kweekt waarbij overtollig water hergebruikt wordt zoals in een eb-en-vloed systeem of een bubble bucket, kun je de voedingsbehoefte van je autoflower goed meten met je EC-meter. Meet dagelijks de EC-waarde in je voedingsvat en pas je voeding hierop aan. Een voorbeeld: de eerste dag meet je een EC-waarde van 1,4 en de volgende dag is die 1,8 dan weet je dat de plant minder behoefte heeft aan voeding, ze heeft amelijk meer water dan voeding opgenomen. Verlaag je voedingssterkte, bijvoorbeeld naar 1,2. Meet je de dag erna weer en is de EC-waarde 1,2 gebleven dan houd je het zo. Is de EC-waarde echter gedaald naar 1,0 dan weet je dat je plant wat meer behoefte aan voeding heeft en kun je hem weer verhogen naar 1,4 bijvoorbeeld.

Autofrisian dew3

Auto Frisian Dew / Dutch Passion

In aarde is het wat lastiger te meten en moet je het met de symptomen aan de planten zelf doen. Wanneer je teveel voeding geeft zul je dit zien aan diepgroene bladeren en als je het nog boner maakt zullen bladpuntjes beginnen te verbranden (vergeling en verdorring). Geef je een wietplant daarentegen te weinig voeding dan zal ze vergelen. Eerst krijgt ze een lichtere groene kleur en als je niet snel bijvoed, zullen de onderste bladeren al snel beginnen te vergelen.

Zolang de autoflowers nog groeien, geef je ze een voedingsmengsel voor groeiende planten. Pas wanneer de plant is gestopt met groeien schakel je over naar bloeivoeding, en dus niet wanneer je de eerste bloeiverschijnselen ziet. Je kunt standaard plantenvoeding gebruiken, maar er is tegenwoordig ook goede voeding die speciaal voor autoflowers ontwikkeld is van Bio Nova.

Zuurtegraad (pH-waarde)

Wanneer het op de zuurtegraad rond de wortels aankomt, dan is een autoflower eigenlijk niet anders dan een ‘gewone’ wietplant. Dat betekent dus dat ze op aarde de voorkeur geeft aan een pH-waarde tussen de 6,5 en 6,8 en in een hydrosysteem heeft ze liever een pH-waarde die wat lager ligt, namelijk tussen de 5,8 en de 6,1. In de bloeifase kun je de pH-waarde 0.2 punten hoger afstellen, omdat Fosfor en Kalium dan wat beter opgenomen kunnen worden. Weet je helemaal eigenlijk niet eens wat de zuurtegraad is en waarom die belangrijk is voor de groei van wietplanten, lees dan nog even dit artikel over de pH-waarde.

shutterstock_119923138

Een kweektent is ideaal voor een paar mooie grote autoflowers. Foto: drohn, Shutterstock.com

De kweekruimte

Kweekruimtes heb je uiteraard alleen nodig als je binnen wil kweken, buiten moet je het doen met je tuin of je balkon, waar autoflowers zomers trouwens uitermate goed kunnen groeien. Binnen zul je voor je autoflower een kweekruimte moeten maken of kopen waarin de natuurlijke omstandigheden zo goed mogelijk nagebootst worden. Dat betekent dat je binnen moet zorgen voor wind (ventilator), regen (water), zon (lamp) en voldoende verse lucht (afzuiger).

Gelukkig hebben autoflowers niet veel ruimte nodig, zeker niet als je voor de dwergsoorten zoals de Lowriders kiest en deze in een kleine pot zet. Je kunt ze dan zelfs in een kweekruimte zo klein als oude computer kweken, maar dit is niet aan te raden. Een keukenkastje of de RollingStoned G-Kit is een beter formaat voor planten en alle apparatuur die in je kweekruimte moet komen. Maak je je kweekruimte echter wat groter zoals door te kweken in een kweektent van een vierkante meter en 1,80 hoog, dan kun je ook voor de Extra Large of Super autoflowers gaan (zie deel #1).

Denk goed na over de kweeklamp die je gaat gebruiken, want dat bepaalt voor een heel groot deel hoeveel je autoflowers zullen opleveren. Licht is gewicht en dat geldt dus ook voor autoflowers. Ga uit van 0,6 gram droge wiet per Watt, welk type lamp je ook kiest. 1 Gram per Watt is mogelijk, maar dat haal je als beginnende kweker eigenlijk nooit. Je kunt grofweg kiezen uit drie typen lampen voor autoflowers. HPS kweeklampen, LED kweeklampen of fluorescente lampen. Fluorescente lampen zijn spaarlampen en TL balken.

HPS lampen kunnen de gehele cyclus gebruikt worden en zijn handig voor autoflowers omdat ze bijzonder diep stralen en je een autoflower beter niet kunt trainen. Hierdoor ontvangt je autoflower toch overal voldoende licht. Let erop dat je HPS kweeklamp een (digitaal) voorschakelapparaat nodig heeft en dat je een schakelklok met een relais nodig hebt, zeker wanneer je met HPS lampen gaat kweken.

LED kweeklampen zijn ook goed geschikt om autoflowers onder te kweken. Kies een LED kweeklamp echter zorgvuldig, want niet alle modellen presteren even goed. Ze verschillen ook nogal in prijs, maar goedkoop is bij LED kweeklampen vaak duurkoop. De meeste moderne modellen hebben een speciale schakelaar voor de groei- en de bloeifase, wat ook erg handig is.

autoflower_led

Fluorescente lampen zijn ongetwijfeld het gemakkelijkste verkrijgbaar, spaarlampen kun je namelijk overal halen. Het nadeel met spaarlampen is alleen dat ze niet zo diep stralen. Omdat je autoflowers niet kunt scroggen (we zullen later in deze serie uitleggen waarom) zul je dus moeten werken met meerdere losse spaarlampen om het licht goed over de hele planten te verspreiden. Ook moet je goed letten op de kleur van spaarlampen, kies voor de kleur 865 of 840 voor de groei, en 827 of 830 voor de bloei. Deze kleurcodes vind je meestal op de verpakking. De laatste twee cijfers staan voor de kleurtemperatuur, 865 is dus 6500 graden Kelvin en 827 is 2700 Kelvin. Afbloeien gaat beter bij een kleurtemperatuur tussen 2100 en 2700 Kelvin en groeien tussen de 4500 en 6500 graden Kelvin. Soms staan er geen kleurcodes op de verpakkingen van spaarlampen, kies dan voor de warme variant met een meer rode kleur voor de bloeifase, en de koelere blauwe/witte variant voor de groeifase.

Verder heeft je kweekruimte een passende ventilator nodig om de lucht in de kweekruimte goed te laten circuleren. Een afzuiger met koolstoffilter zorgt voor de aan- en afvoer van verse lucht en CO2 en voorkomt dat je buiten je kweekruimte iets van je autoflowers ruikt. Een schakelklok zorgt ervoor dat je een lichtregime kunt instellen. Want hoewel je autoflowers ook onder 24 uur licht kunt laten afbloeien en ze ook bloeien bij een onregelmatig lichtschema, kun je ze toch beter wat regelmaat geven met een 18/6 lichtschema, we zullen hier later dieper op ingaan.

Normaal gesproken dient je kweekruimte ook helemaal lichtdicht te zijn omdat lichtlekken wietplanten kan stressen en ervoor kan zorgen dat ze niet gaan bloeien. Gelukkig heb je daar met autoflowers geen last van, hoewel het met het oog op eventuele toekomstige niet-autoflowers misschien beter is om je kweekruimte toch maar lichtdicht te maken. Het formaat van je kweekruimte tot slot, bepaalt ook het Wattage en de grootte van alle apparatuur die je erin kunt hangen, dus laat je goed informeren bij een gespecialiseerde tuinwinkel.

Zie ook:

(advertentie)