(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Toen ik laatst iemand bij het draaien van zijn joint zorgvuldig de kleinere topjes zag selecteren en de grootste bewaren voor later, dacht ik: hé, dat doe ik ook altijd. En zo zijn er wel meer typische gewoontes van blowers en growers. In deze column beschrijf ik er tien, in willekeurige volgorde.

#1  Grootste toppen bewaren voor het laatst

Of het nu gaat om een zakje van de coffeeshop of een pot met zelf gekweekte wiet: veel blowers en growers beginnen met het kleine spul – de popcorn buds – en bewaren het lekkerste voor het laatst. Of eigenlijk, het grootste, want een grotere top smaakt niet per se beter dan een kleintje. Maar toch.

#2  Jointje zeggen in plaats van joint

Een opvallend verschijnsel: mensen die van cannabis houden, spreken bijna altijd van een jointje. Mensen die tegen cannabis zijn spreken daarentegen bijna altijd van een joint. Let er maar eens op.

Een grinder vol heerlijke calyxes!

#3  Calyxes verzamelen tijdens wiet knippen

Het Nederlandse woord voor calyx is bloemkelk, maar bij cannabis klopt dat niet helemaal. Het gaat om de druppelvormige kelkjes in de oksels van de plant en onderaan elke top, waaruit twee meeldraden steken. Dit is een van de potentste delen van de plant. Als je planten in hun geheel droogt, is het makkelijk om bij het losmaken van de toppen een leuke hoeveelheid calyxes te verzamelen. Ik gooi ze zelf meteen in de grinder, tot er genoeg is voor een calyx only joint. Genieten!

#4  Jointje aanstampen

Iedereen draait op zijn of haar eigen manier, maar aanstampen doen we bijna allemaal. Met je pink, een pen, een filtersigaret, een sleutel of wat er verder voorhanden is. Alternatief is het dichtdraaien van je joint in een puntje, even schudden en het puntje afscheuren of knippen. Overigens raadt Leafly redacteur en joint-liefhebber Ben Adlin deze methode af: ‘don’t twist the tip’.

#5  Waar ging ik ook weer heen?

Herkenbaar voor elke blower en grower: middenin een gloedvol betoog of filosofische overweging plotseling vergeten waar je heen wilde met je verhaal. Ook mij overkomt het af en toe. Ik gebruik dan altijd een citaat van de Vlaamse komiek Urbanus. Als hij tijdens een optreden de draad kwijt was vroeg hij retorisch: ‘Waar zat ik met mène zever?’

Uw columnist gaat uitsluitend high naar binnen in een museum…

#6  Harde stukjes uit je shag pulken

Wie, zoals ik, nog altijd joints draait met shag, weet hoeveel rotzooi er in een gemiddelde buil shag zit. Stukken tak tot zes, zeven centimeter zijn geen uitzondering. Meestal ben ik langer bezig met die zooi uit mijn tabak te pulken dan met de rest van het draaiproces.

Ja, ik weet het, ik zou moeten stoppen met die rotzooi en puur gaan roken of verdampen.

#7  Jointje voordat je een museum binnen stapt

Met een schok van herkenning las ik jaren geleden in een biografie van de grote Amerikaanse dichter Allen Ginsberg dat hij altijd een jointje probeerde te roken voordat hij een museum binnen stapte. Zelf probeer ik deze methode ook waar mogelijk toe te passen. Memorabel in dit verband: de 500 jaar Jeroen Bosch tentoonstelling in het Prado in Madrid, het orakel van Delphi in Griekenland en het Alhambra in Granada. Allemaal bezocht terwijl ik heerlijk high was. Kwestie van maximizing the experience.

#8  Dikste stam bewaren

Sommige cannabisplanten zijn zo groot en mooi dat je als thuiskweker een sterke behoefte voelt om een deel van de kale stam te bewaren, als een soort trofee. Ik heb een vriend die er tafellampen van maakte. Op een beurs zag ik eens slim bijgeknipte stammen die als een hertengewei op houten plaatjes waren bevestigd, met daarop de naam van de soort en de oogstdatum.

Het cannabisgewei op een wietbeurs in Wenen… gemaakt van dikke stammen!

#9  Stoned stofzuigen

Mensen die geen ervaring hebben met cannabis denken nogal eens dat blowers altijd stoned op de bank liggen en helemaal niks uitvoeren. Ervaren stoners weten dat je met de juiste soorten wiet en hasj een tegenovergesteld effect kunt bereiken. Een energiek stufje of wietje combineert uitstekend met huishoudelijke taken als stofzuigen of afwassen. In plaats van saai en geestdodend is zo’n klusje dan gewoon lekker om te klaren en geeft het grote voldoening. Voor mij werken onder meer de Royal Gorilla en blonde Marokkaanse hasj op deze manier.

#10  Rustig aan

Van Simon Vinkenoog is het fraaie motto High, happy and never in a hurry, waarmee hij vaak zijn brieven ondertekende. Een blower heeft geen haast en doet het bij voorkeur rustig aan. Voor het draaien van een joint of het klaarmaken van een pijp of dab neem je de tijd. Lang voordat mindfulness een hype werd, wisten blowers én growers al dat het loont om wat je doet met maximale aandacht te doen. Daarom gaat cannabis ook zo goed samen met yoga en meditatie.

[openingsbeeld: Mary Jane Mom/Shutterstock]
(advertentie)