(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Op CNNBS besteden we terecht veel aandacht aan licht in de kweekruimte maar lucht is bijna even zo belangrijk voor wietplanten. Een goed functionerend luchtsysteem houdt wietplanten in beweging en voorziet de bladeren van voldoende verse lucht met CO2. Daarnaast houdt het de temperatuur op peil, ook niet geheel onbelangrijk.

In iedere kweekruimte binnen, worden de omstandigheden van buiten zo goed mogelijk nagebootst. Op de slechte weersomstandigheden zoals een storm of vrieskou na, moet een goede klimaatbeheersing dagelijks voor optimale omstandigheden zorgen.

Luchtverversing en -circulatie

Bij het kweken van planten worden aardig wat stoffen uitgewisseld. Een deel ervan gaat via de wortels die water zuurstof en meststoffen opnemen en afvalstoffen uitscheiden. De rest van de stofwisseling verloopt bovengronds via de plant zelf. Overdag wordt CO2 uit de lucht opgenomen en zuurstof aan de lucht afgegeven. Bladeren transpireren en verdampen vocht in de vorm van waterdamp. Al deze stoffen en bijvoorbeeld ook de warmte van de gebruikte lichtbron moeten in een degelijke kweekruimte in voldoende mate worden aan- en afgevoerd via luchtverversing.

Professionele kwekers besteden veel tijd, geld en aandacht aan een goed luchtklimaat.

Daarnaast dient de verse, aangevoerde lucht goed over de planten in een kweekruimte te worden verdeeld zodat de gaswisseling in iedere plant goed verloopt. Door middel van voldoende luchtcirculatie in de kweekruimte zelf, wordt de lucht langs alle planten geblazen. De luchtcirculatie in de kweekruimte heeft daarnaast nog een andere belangrijke functie. Het zet de stammen en takken van de planten namelijk in beweging, die daardoor dikker en steviger worden. Omdat de bevruchting bij wietplanten via de wind verloopt, worden toppen die veel wind opvangen ook nog eens belangrijker voor de plant, en zullen dus beter ontwikkelen.

Lucht en geur aan- en afvoeren

Voor de luchtverversing is het dus belangrijk dat er voldoende lucht wordt aan en afgevoerd. In het geval van een bescheiden hobbymatige kweekruimte tot laten we zeggen 1000 Watt aan kweeklicht, is een goede afzuiger hiervoor voldoende. Door het afvoeren van de lucht ontstaat in de kweekruimte onderdruk, zodat verse lucht automatisch naar binnen wordt gezogen. Hoe groter de kweekruimte, hoe meer capaciteit deze afzuiger uiteraard moet hebben.

Een slakkenhuisventilator met ombouw is stiller en heeft doorgaans een grotere capaciteit dan een buisventilator.

Afzuigers zijn er in twee soorten, buisventilators en slakkenhuisventilators met een ombouw, een zogenaamde softbox die ervoor zorgt dat de slakkenhuisventolator kan functioneren en het geluid ervan dempt. Slakkenhuisventilators hebben doorgaans meer capaciteit en zijn de juiste keus voor wat grotere kweekruimtes. In de meeste hobbymatige kweektenten en -kasten volstaat een goede buisventilator.

Wietplanten geven zoals je weet ook een sterke geur af. Lekker, maar niet in je hele huis alsjeblieft. Een zogenoemd koolstoffilter dat aangesloten zit op de afzuiger, zorgt ervoor dat alle lucht die de kweekruimte verlaat, eerst gefilterd wordt. Het actieve kool uit de filter neemt geurdeeltjes op, waardoor je buiten de kweekruimte niets kunt ruiken. Gebruik een filter met dezelfde diameter als je afzuiger. Hoe kleiner het filter, hoe eerder je hem dient te vervangen.

Benodigde capaciteit

De capaciteit van een buis- of slakkenhuisventilator wordt aangegeven in kubieke meter per uur. Dit getal vertelt je hoeveel kubieke meter lucht, de afzuiger per uur kan verplaatsen. Aan de hand van deze capaciteit en de inhoud van de kweekruimte, kun je berekenen welke afzuiger geschikt is. De capaciteit van de afzuiger is namelijk gelijk of meer dan de inhoud van de kweekruimte keer 3, keer 60 minuten.

Een voorbeeld; een afzuiger met een capaciteit van 360 m3 per uur verplaatst in één minuut zes kubieke meter lucht. Omdat de lucht in een kweekruimte 3 keer per minuut ververst moet worden delen we dit door 60 (is 6) en vervolgens nog eens door 3 (3 x verversen per minuut) om op de geschikte inhoud van de kweekruimte te komen: 2 vierkante meter. Andersom kun je ook uitgaan van de inhoud van je kweekruimte (2 vierkante meter maal 3 maal 60 = 360 m3 per uur) om op de benodigde capaciteit van een afzuiger te komen.

Koolstoffilter met geluidsdimmer en afzuiger van de CNNBS G-Kit in één.

Om de temperatuur zowel in de zomer als ’s winters op peil te houden, valt het aan te bevelen om een dimbare afzuiger te kiezen met overcapaciteit. Deze kun je in de winter dimmen en in de zomer wat harder laten draaien om wat meer warmte af te voeren. Een afzuiger met ingebouwde thermostaat en fancontroller regelt de temperatuur helemaal automatisch voor je.

Filters hebben ook een bepaalde capaciteit. Ze werken namelijk optimaal bij een bepaalde luchtstroom, die ook in kubieke meters per uur wordt aangegeven. Kies een filter die past bij de capaciteit en diameter van je afzuiger.

Boven afzuigen, beneden aanvoeren

Omdat warme lucht stijgt en planten zich in een kweekruimte doorgaans onderin bevinden, is het belangrijk dat de afvoer van lucht bovenin de kweektent of -kast geschied en dat nieuwe, verse lucht onderin de kweekruimte binnenkomt.

Bij de aanvoer van verse lucht is het belangrijk dat er geen licht meekomt en dat de lucht voldoende vers is en genoeg CO2 bevat. Zet je een kweektent bijvoorbeeld in een kleine gesloten kamer, dan wordt de afgevoerde lucht vrijwel direct de kweektent ingezogen en loopt de temperatuur op en neemt de luchtkwaliteit voor de planten af. Het is daarom het beste om de aanvoer direct of indirect van buiten te betrekken.

Kleine kweektenten tot ongeveer 600 Watt aan kweeklicht kunnen wellicht volstaan met een open raam maar beter is het om lucht af te voeren naar een andere ruimte als waar de kweektent zich bevind. Met flexibele slangen kun je de lucht naar een andere ruimte afvoeren via een bestaand luchtkanaal of bijvoorbeeld een zolder of raam (met onopvallende ombouw). Hou er hierbij rekening dat afgevoerde lucht warm is en dikwijls veel vocht bevat; de warmte kán je kweek verraden en de vochtige lucht kan binnenshuis voor schimmelproblemen zorgen. Ook buiten de kweekruimte moet je daarom goed ventileren.

Luchtcirculatie

De luchtcirculatie in je kweekruimte is gelukkig een stuk makkelijker te realiseren met een of meerdere (zwenk)ventilators in de kweekruimte. Zwenkventilators zijn het beste voor de planten, aangezien zij constant in beweging zijn. Hierdoor heeft de ventilator een groter bereik en blaast hij niet steeds op één plant die daardoor kan uitdrogen. Heb je echter een kleine kweektent of -kast en niet veel ruimte voor zo’n grote bewegende ventilator, dan volstaat een kleine niet bewegende ventilator ook.

Gebruik bij voorkeur een zwenkventilator om de stammen van je wietplanten in beweging te houden. Foto: AlexLMX, Shutterstock

Welke soort ventilator je ook gebruikt, richt hem bij voorkeur net boven het bladerdek zodat de warmte van de kweeklamp wordt weggeblazen en de takken en stammen van de planten lichtjes in beweging gezet worden. Gebruik een ventilator vanaf het eerste moment dat wietplanten boven de grond komen en bij stekken pas wanneer ze goed geworteld zijn. Hoe jonger de plant, hoe minder ze kan hebben, dus richt de ventilator in het begin zeker niet voluit op de planten.

[Openingsbeeld: Aleynikov Pavel, Shutterstock]
(advertentie)