(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Deze zomer hoop ik vijftig te worden, wat betekent dat ik al meer dan de helft van mijn leven buiten wiet kweek. In deze column deel ik de belangrijkste lessen die ik in 27 jaar buiten kweken heb geleerd…

Eerste wietplantjes leken wel conifeertjes

De grote natuur- en scheikundige en Nobelprijswinnaar Niels Bohr heeft ooit gezegd dat een expert iemand is die alle fouten heeft gemaakt die er te maken zijn in een zeer smal werkgebied. Volgens die definitie durf ik mezelf wel een expert te noemen op het gebied van buiten cannabis kweken. Ik kan geen fout bedenken die ik niet gemaakt heb sinds ik in het voorjaar van 1994 voor het eerst vijf plantjes probeerde te telen op mijn balkon.

Ik begon met zaadjes die gratis bij een nummer van de Highlife zaten; in elke cover zat een gaatje, zodat er met een stukje touw een gripzakje met zaadjes aan vastgemaakt kon worden. De zaadjes kwamen van Sensi Seeds, als ik het me goed herinner. Omdat ik geen idee had wat toppen inhield en sowieso nul kweekervaring had, hield ik die eerste keer een soort smalle conifeertjes over, in veel te kleine stenen potten.

Leren van fouten, adviezen en tips

Elk seizoen leerde ik. Van mijn fouten, van adviezen en tips van meer ervaren thuistelers en uit de Highlife en de Soft Secrets, die toen nog in het Nederlands verscheen. En natuurlijk leerde ik uit het Marihuana Groeiboek van Mel Frank en Ed Rosenthal, de eerste Nederlandstalige kwekersbijbel uit 1986.

De beste kennis blijft de kennis die je zelf opdoet door dingen fout te doen. De volgende keer doe je ze beter. Ervaring leert je om problemen veel sneller te signaleren of – nog beter – te voorkomen.

Door de jaren heen schreef ik kweekverhalen voor allerlei tijdschriften en websites. De serie ‘Buitenwiet kweken voor dummies’ in EssensiE leverde zelfs een zakje buitenwiet op van een lezeres die me bedankte voor de goede tips en adviezen.

10 persoonlijke tips voor de buitenkweker

De tien tips hieronder zijn afgestemd op kleinschalige teelt op aarde, met zaden en in potten.

Tip 1: Ontkiem met de koffiefilter methode

Eerlijk is eerlijk: deze methode ken ik dankzij CNNBS. En het is inderdaad de beste manier om cannabiszaden te ontkiemen. Zie dus: ‘Zo ontkiem je ieder wietzaadje! (tenzij het dood is)

Tip 2: De meeste aandacht is nodig in de eerste drie weken

Als je zaadplantjes net boven de grond komen, zijn ze het meest kwetsbaar en kan er relatief veel fout gaan. Je wil voorkomen dat de zaailingen zich naar het licht strekken, slap en pierig worden en omvallen.

Geef ze dus maximaal licht, zet ze bij goed weer buiten (alleen in de zon als die niet te fel is). Een zacht briesje in de eerste cruciale fase zorgt voor een sterker stammetje. Wanneer de plantjes zijtakjes beginnen te maken, ben je doorgaans uit de gevarenzone.

Een getopte buitenwietplant [tip 5]

Tip 3: Plant op tijd over naar een grotere pot

Gebruik plastic potten, waar je de plant makkelijk uit kunt krijgen, met gaten voor drainage onderin. Als je ziet dat er wortels door die gaten komen, wordt het tijd om over te gaan naar een grotere pot. Hoe groter de pot, hoe groter de plant. Gebruik een schotel om overtollig water op te vangen.

Tip 4: Geef niet te veel water en zeker niet teveel voeding

Zeker enthousiaste beginners geven hun planten vaak te veel en te regelmatig water, al dan niet met voeding. Doe dit niet. Wacht tot de grond droog aanvoelt voordat je water geeft; de wortels houden van zuurstof en verstikken als de grond te nat is. De eerste weken heeft cannabis niet of nauwelijks voeding nodig. Wissel daarna gewoon water af met voeding en stop twee tot drie weken voor de oogst helemaal met voeding.

Beginnende bloei bij een buitenwietplant

Tip 5: Top je planten op tijd

Toppen is het wegsnijden van de bovenste groeischeut, zodat de plant zich in de breedte ontwikkelt en minder in de hoogte. Dit kan als de plant van onderaf geteld vier à vijf zijtakjes (noden) heeft ontwikkeld. Je kunt ook een tweede of derde keer toppen, afhankelijk van hoe de plant zich ontwikkelt.

Let op: top alleen in de groeifase.

Tip 6: Verplaats je planten op zonnige dagen

Groot voordeel van potten is dat je ze kunt verplaatsen om maximaal van de zon te profiteren. Als het weer slechter wordt kun je je planten bovendien droog en uit de wind zetten bij extreme regen en zwaar onweer.

Tip 7: Let op wietdieven!

Ook deze les heb ik door schade en schande geleerd. Niet alleen de politie is uit op je planten, maar ook wietdieven, vaak pubers die van toeten noch blazen weten en bijvoorbeeld onrijpe toppen afknippen. Houd zeker tijdens de bloeifase rekening met dieven; desnoods zet je je planten ’s nachts in je schuur of huis.

Tip 8: Verduisteren werkt

Eén van de grootste uitdagingen van buiten wiet kweken in Nederland is het helemaal afbloeien van je planten, voordat het weer te slecht wordt en toprot en andere ellende dreigt (zie tip 9). Door je planten in de periode half juli tot half augustus ten minste twee weken te verduisteren (minimaal twaalf uur per etmaal in het donker zetten) kun je de bloei eenvoudig forceren en boek je veel tijdwinst.

Zeker voor Haze en andere soorten met een lange bloeitijd is dit een aanrader. Let wel op dat het echt aardedonker is in de ruimte waar je je planten laat overnachten en dat het er twaalf uur onafgebroken donker blijft.

Tip 9: Hoed je voor de sluipmoordenaar toprot

Ik moet er niet aan denken hoeveel wiet ik in 27 jaar weg heb moeten gooien omdat de toppen aangetast waren door toprot. Vorig jaar ging het voor het eerst in jaren weer mis, omdat ik twee dagen en nachten van huis was in een week waarin het weer omsloeg naar nat en koud.

Top- of budrot is een schimmel die zich razendsnel verspreidt. Inspecteer bij grijze dagen aan het einde van de bloeifase zeer regelmatig je toppen op de grijze of bruine vlekjes die het begin van een infectie vormen. Kijk ook IN de toppen, vooral de dikste. Knip aangetaste stukken rigoureus weg.

Als de planten vrijwel oogstrijp zijn, is de veiligste optie direct oogsten als je de eerste toprot plekjes ziet.

Tip 10: Droog aan de tak en in het donker

Je kunt ook leren van andermans fouten. Zo belde een vriend me jaren geleden dat zijn buitenwiet er tijdens het drogen zo raar uit begon te zien. Hij bleek alle takken op een grote hoop te hebben gegooid en de boel was razendsnel aan het verschimmelen.

De beste manier van drogen blijft: hang de losgeknipte takken of de volledige plant in het donker ondersteboven. Dat duurt langer dan topjes losknippen en drogen in droogrek of net, maar levert betere kwaliteit op. Nat knippen of droog knippen is een kwestie van persoonlijke voorkeur. Als de oogsttijd aanbreekt zal ik daar een aparte column aan wijden.

Altijd naar je planten kijken…

Natuurlijk is er veel meer te vertellen, maar met deze tien tips kom je een heel eind. Het belangrijkste advies is simpel: kijk naar je planten. Als je dat vaak en goed genoeg doet, weet je wanneer ze water nodig hebben, ontdek je beestjes en schimmels voordat de schade onherstelbaar wordt, herken je mannetjes op tijd, weet je wanneer je moet oogsten enzovoort.

Ik wens voor alle thuistelers een glorieus buitenseizoen en een copieuze oogst!

(advertentie)