(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De meeste cannabisliefhebbers zullen wel weten dat wietplanten een groei- en een bloeifase doormaken. We kunnen het leven van een cannabisplant echter ook in zes stadiums verdelen: zaad, ontkiemen, zaailing, groeifase, bloeifase en de oogstbare periode. We nemen ze één voor één met je door, zodat je precies weet hoe je je planten in ieder stadium het beste kunt begeleiden. 

Wanneer het laatste stadium is aangebroken, kunnen wietplanten geoogst worden. Het succes daarvan, hangt grotendeels af van de manier waarop de voorafgaande stadiums verlopen zijn. We doorlopen ze één voor één zodat je weet wat je van een wietplant kunt verwachten en ieder stadium met succes kunt afronden. Maar first things first, want het begint natuurlijk allemaal met een zaadje.

Fase 1: wietzaad

Kwekers beginnen een kweekcyclus ook wel met stekken maar in de natuur begint elke wietplant als zaadje. Het zaad-stadium zou je ook het allerlaatste stadium kunnen noemen want dat is waarmee een wietplant in de natuur haar leven afsluit. Het zaadje bevat de nalatenschap van de vader- en moederplant waarin het groeide. Alle eigenschappen, zoals de structuur van de plant en de toppen, de geur, hoogte, het geslacht, de smaak en ga zo maar door, liggen vast in het wietzaadje.

Wellicht heb je al door waar we naartoe willen; omdat het zaadje reeds alle eigenschappen van de plant bevat is het ontzettend belangrijk om dat zaadje zorgvuldig te kiezen. Wat voor effect vind je bijvoorbeeld fijn? Wil je snel een grote oogst, of is dat voor jou ondergeschikt aan de smaak en het effect? Is het een probleem als de planten heel hoog worden, of is een wietsoort die laag blijft beter in jouw situatie?

Zaden zijn het laatste en eerste stadium van wietplanten; alle eigenschappen van de plant liggen erin vast. Foto: Johannes Menge, Shutterstock

Naast de eigenschappen van de wietsoort, kun je ook gefeminiseerde wietzaden kopen of bijvoorbeeld autoflowers. Met gefeminseerde wietzaden ben je verzekerd van vrouwelijke wietplanten. Handig, want alleen vrouwelijke wietplanten maken rookbare toppen aan. Mannelijke wietplanten produceren bloemetjes met stuifmeel. Als je deze tussen je vrouwelijke wietplanten laat staan, zullen ze die in de bloeifase met hun stuifmeel bevruchten. Toppen blijven dan kleiner en worden minder potent, omdat de plant dan veel energie besteed aan de productie van het zaad. Door gefeminiseerde wietzaden te gebruiken voorkom je dit.

Autoflower wietzaden gaan vanzelf in bloei, ongeacht het aantal lichte en donkere uren per dag. Dit is vooral handig wanneer je buiten wiet kweekt. Autoflowers kunnen daardoor – mits op tijd gezaaid – tijdens de mooiste maanden van het jaar bloeien. ‘Gewone’ (fotoperiode gevoelige) wietplanten beginnen in de lage landen pas halverwege augustus te bloeien, en bloeien dus in september en oktober. Maanden waarin het weer vaak slecht en regenachtig is en allerlei schimmelproblemen kan veroorzaken.

Kies wietzaden daarom zorgvuldig en koop bij een gerenomeerd zadenbedrijf. Vraag andere kwekers naar hun ervaringen met bepaalde wietzaden, en lees de beschrijving van wietzaden zorgvuldig. In de categorie cannabis soorten op deze website, vind je een keur aan wietsoorten met een beschrijving van alle unieke eigenschappen.

Fase 2: ontkiemen

Wanneer een wietzaadje droog en koel in het donker bewaard blijft, kun je het jaren bewaren. Maar zodra het met water en een beetje warmte in aanraking komt, start het tweede stadium. Het zaadje neemt vocht op en al snel groeit er een worteltje – dit is het tweede stadium uit het leven van een wietplant dat ontkiemen heet.

Ontkiemen gaat het beste tussen een nat koffiefilter en verticaal in een gripzakje. Foto: Yarygin, Shutterstock

Wietzaden ontkiemen kan op verschillende manieren. Je kunt ze direct in de vochtige aarde doen, zoals het ook in de natuur gaat maar je kunt ze ook tussen vochtige watten leggen of op een nat keukenpapiertje of iets dergelijks. De allerbeste en gemakkelijkste methode die eigenlijk niet kan mislukken, is echter in een nat koffiefilter, welke je in een diepvrieszakje (grote gripzak) doet en verticaal ophangt in het donker in een kastje. Na een dag of twee, drie zullen je zaden zijn uitgekomen en kun je ze in de aarde stoppen. Doe dat altijd met het worteltje naar beneden en precies zo diep dat het zaadje zelf nog net te zien is.

Ontkiem wietzaden daarom altijd op de 100% gegarandeerde succesmethode, hier is een uitgebreide beschrijving met duidelijke foto’s.

Fase 3: zaailing

Zodra je een worteltje ziet, kun je een wietzaadje poten, oftewel in de grond stoppen. Binnen één of twee dagen zal het zich uit de grond en uit het zaadhulsje drukken en heb je …een zaailing! Kies voor het zaailing-stadium een klein potje met wat potgrond met een inhoud van ongeveer 250 milliliter. Een plastic bekertje met gaatjes in de bodem voor de afwatering, kan ook.

Het zaailing stadium duurt, afhankelijk van de omstandigheden ongeveer twee tot vier weken. Daarna wordt het plantje te groot voor het kleine potje en moet je het verpotten in een grotere pot. Geef je zaailing in het begin niet meteen de volle bak aan licht maar hang je kweeklamp wat hoger of gebruik een spaarlamp of een speciale fluorescente voorgroeilamp. LED kweeklampen hebben soms een aparte stand voor de groeifase, gebruik die, en denk niet dat het beter is om je LED al meteen voluit aan te zetten. Stel je lamp met een automatische schakelklok in, zodat die 18 uur per dag brandt en 6 uur uit staat.

Enkele dagen nadat je ontkiemde zaadjes in de grond hebt gedaan groeien er zaailingen.

Je merkt dat het goed is wanneer je zaailing mooi groen blijft en niet te lang wordt. Strekt een zaailing heel veel, dan wordt hij lang en dun. Dat is een teken dat de zaailing te weinig licht krijgt. Om de stammetjes vanaf het begin goed stevig te laten worden, kun je vanaf het begin een licht windje in je kweekruimte laten waaien. Overdrijf het echter niet, een zaailing is nog erg teer.

Voeding heeft een zaailing in een potje met potgrond doorgaans ook niet nodig en in tegenstelling tot wat veel mensen denken, behoeft een zaailing ook geen hoge luchtvochtigheid. Geen gedoe dus met propagators (kleine kweekkasjes); je hoeft alleen te zorgen dat de aarde licht vochtig blijft.

Gebruik een klein potje met potgrond voor het zaailing stadium. Belicht het plantje vanaf het begin met een voorgroeilamp of LED kweeklamp (op de groeistand). Hang HPS kweeklampen wat hoger; een briesje zorgt voor een mooie stevige stam. Een hoge luchtvochtigheid is niet nodig voor zaailingen.

Fase 4: groeifase

Wanneer je zaailing de eerste twee vijf-vingerige blaadjes heeft, of een stuk of drie nodes (oksels, vertakkingen), wordt het tijd om het naar een grotere pot te verhuizen voor de groeifase. Daarin zal de wietplant snel groter worden. Aan de ene kant omdat het meer wortelruimte heeft, maar ook omdat het steeds meed bladoppervlak krijgt waarmee het licht opvangt voor de fotosynthese.

De groeifase: zolang wietplanten 18 uur licht en 6 uur donker per dag krijgen, blijven ze groeien.

Kies een pot op basis van de gewenste eindmaat van je plant. Hoe groter de pot hoe groter de plant namelijk mits de plant ook voldoende licht krijgt. Hieronder is daarom een lijstje met een grove schatting van het verwachtte plant-formaat op basis van de potmaat. Vul de nieuwe pot met aarde en klop die aarde even goed de pot in om holtes in de aarde tegen te gaan. Maak in het midden een gat en graaf de zaailing even met potje en al in. Druk het een beetje aan en haal het potje er voorzichtig uit, zodat een afdruk ontstaat waarin de kluit van je zaailing precies past.

Neem je zaailing en haal die voorzichtig uit de pot (ondersteboven houden en even op de zijkanten drukken om de kluit eruit te krijgen), laat hem zachtjes in het gat zakken en je hebt je wietplant verpot.

  • 20 centimeter – 5 tot 7-literpot (goed voor Sea Of Green, +/- 25 per vierkante meter)
  • 40 centimeter – 10 tot 12-literpot (goed voor Sea Of Green, +/- 16 per vierkante meter)
  • 60 centimeter – 15-literpot (goed voor beperkt aantal planten, +/- 9 per vierkante meter)
  • 80 centimeter – 20-literpot (goed voor een scrog, +/- 9 per vierkante meter)
  • 1 meter – 25-literpot (goed voor een scrog, +/- 4 per vierkante meter)
  • 1,2 meter – 30-literpot (goed voor scrog, 1 tot 2 per vierkante meter)

Zolang je het lichtschema op 18/6 laat staan, zal je wietplant blijven groeien en niet gaan bloeien. Tenzij het een autoflower is natuurlijk, want die gaan vroeg of laat vanzelf in bloei. Je bepaalt dus in principe zelf hoe lang je je wietplant laat groeien en hoe groot die moet worden. De bloeifase begint pas wanneer je het lichtschema naar 12/12 (12 uur licht, 12 uur donker) verandert. Er is echter een addertje onder het gras want nadat je dat gedaan hebt, zal de wietplant nog minimaal twee weken extra hard doorgroeien.

Stel het lichtschema daarom op 12/12 in, wanneer je wietplant ongeveer half zo groot is als gewenst. Laat de groeistand van je LED kweeklamp ingeschakeld, en schakel pas over op de bloeistand wanneer je de eerste bloeiharen ziet. Je vind deze in de topjes en de oksels tussen vertakkingen. Blijf je wietplant ook gewoon groeivoeding geven tot aan dat moment. Pas wanneer je plant echt bloeit, schakel je over op de bloeistand van de lamp, en begin je met het geven van bloeivoeding.

Verpot de zaailing als hij ongeveer drie nodes heeft, en laat het lichtschema op 18/6 tot je plant ongeveer de helft van het gewenste formaat heeft, daarna schakel je over op 12/12. Pas wanneer je bloeiharen ziet zet je de bloeistand van je kweeklamp aan en begin je met het geven van bloeivoeding.

Fase 5: bloeifase

De bloeifase gaat in op het moment dat je de eerste bloeiharen ziet. Begin de bloeiweken ook vanaf dat moment pas te tellen, anders komt het niet overeen met de aangegeven duur van de bloeifase van de fabrikant van het wietzaadje. Gemiddeld bloeien moderne wietsoorten tussen de 8 en 12 weken.

In de bloeifase zal je wietplant steeds meer bloeiharen krijgen, tot het een soort harige bolletjes worden. Dit zijn de eerste topjes of kroontjes, die gedurende de hele bloeifase dikker zullen worden. Ook gaan ze na een week of twee bloeien, trichomen (harskristallen) produceren. De trichomen zijn het belangrijkste voor cannabisliefhebbers want daarin zitten de werkzame, en de aromatische stoffen.

Twee weken na het instellen van het 12/12 lichtschema, ontstaan de eerste toppen die in de bloeifase steeds dikker zullen worden.

In de bloeifase heeft een wietplant ook een andere voedingsbehoefte dan in de groeifase. In plaats van veel stikstof heeft de plant nu veel fosfor en kalium nodig. Een goede bloeivoeding van een gerenomeerd bedrijf zoals Canna, BioQuant of Plagron of BAC, bevat dit. Op de verpakking staat precies hoeveel je ervan per liter water moet geven.

In de bloeifase worden de toppen gevormd, ze bestaan uit knopjes, bloeihaartjes en trichomen of harskliertjes. In de trichomen bevinden zich de werkzame stoffen en de aromatische stoffen. Geef wietplanten bloeivoeding vanaf het moment dat je de eerste bloeiharen kunt zien, en laat vanaf dat moment de groeivoeding achterwege.

Fase 6: de oogstbare periode

Wanneer de bloeifase tegen zijn einde loopt, komt een wietplant in de oogstbare periode terecht. Je merkt dit aan de bladeren en de bloeiharen, maar het oogstmoment kun je nog het beste bepalen aan de hand van de trichomen. Wanneer de grote bladeren beginnen te vergelen en de bloeiharen bruin worden en beginnen in te drogen, moet je goed opletten. Pak er een zakmicroscoop bij of gebruik de camera van je smartphone, als die een vergrootglas functie heeft. Er zijn ook losse zoomlenzen die je op je smartphone kunt zetten, om trichomen van dichtbij te kunnen bekijken.

Trichomen zijn transparant wanneer ze ontstaan en worden wit wanneer ze zich met THC vullen. Daarna wordt de THC weer afgebroken en kleuren de trichomen bruin. Wanneer de meeste trichomen wit zijn is je wiet op zijn sterkst. Oogst voor een wat actiever effect wanneer de meeste trichomen wit zijn en een aantal nog transparant. Oogst voor een potenter, zwaarder effect wanneer de meeste trichomen wit zijn en een aantal trichomen al bruin zijn geworden.

Wanneer bladeren vergelen en bloeiharen bruin worden, kijk dan met een microscoopje naar de trichomen om het oogstmoment te kiezen. Foto: Roxana Gonzalez, Shutterstock

Oogsten zelf gaat het makkelijkst wanneer je eerst alle grote bladeren van de plant plukt, en daarna met een puntige scherpe schaar de kleine blaadjes eraf knipt. Deze bevatten vaak ook veel trichomen; je kunt ze bewaren om later hasj mee te maken of om mee te koken. Wanneer je schaar teveel plakt van de hars, kun je de hars eraf schrapen met een mesje. Wat je eraf haalt is de heerlijkste hasj, je kunt het meteen roken. Veeg het schaartje even schoon met een doekje met alcohol en knip dan rustig verder.

Als je een top geknipt hebt, kun je die het beste ondersteboven te drogen hangen in een donkere ruimte. Probeer het drogen niet te versnellen. Hoe langzamer wiet droogt, hoe beter dat voor de kwaliteit is. In een dag of tien zullen de toppen droog moeten zijn. Dikke toppen drogen uiteraard wat langzamer dan dunne.

Na het drogen, kun je de wiet meteen roken maar de smaak wordt nog beter als je het nog een paar weken laat rijpen. Dit heet curen, en hoe je dat het beste doet lees je hier.

Wanneer bladeren vergelen en bloeiharen verdrogen komt de oogstbare periode in zicht. Bepaal het beste moment om te oogsten aan de hand van de kleur van de trichomen. Pluk bij het oogsten eerst de grote bladeren en knip dan de kleine suikerblaadjes eraf. Bewaar de suikerblaadjes voor hasj of om mee te koken. Droog ondersteboven langzaam in een donkere ruimte.

[Openingsbeeld: IMOGI graphics, Shutterstock]
(advertentie)