- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Aftellen naar hét cannabis congres van 2024, op een iconische plek
- Wietman laat Sneeze bloeien (en een beetje vergelen…)
Hoe wietplanten ‘eten’ en drinken: osmose
Onder professionele wietkwekers is osmose al langer een begrip, maar voor veel beginnende kwekers is het wellicht nog een groot vraagteken. Dus wat is dat nou precies, dat osmose? En hoe werkt osmose om ervoor te zorgen dat wietplanten voldoende water en voedingstoffen kunnen opnemen?
Osmose is gebaseerd op het principe dat de wanden van plantencellen sommige stoffen wel, en andere stoffen niet doorlaten. De celwanden zijn daarvoor semi (gedeeltlijk) permeabel (doorlaatbaar). Een voorbeeld: wanneer we een blaas met een suikeroplossing in een bak met water zetten, zal de blaas opzwellen. De suikeroplossing trekt water aan. Hoe meer suiker er in de oplossing in de blaas zit, hoe meer water er zal worden aangetrokken en hoe hoger de druk in de blaas zal oplopen.
Bij planten zorgt osmose onder andere voor de stevigheid van de cellen. Er wordt zoveel water opgenomen tot de plantencellen ‘volgezogen’ zijn en de stengel en de bladeren stevig overeind kunnen staan. Als er te weinig water voorradig is, geven de plantencellen het water langzaam maar zeker weer af. De stevigheid gaat verloren en de plant gaat hangen…
Omgekeerde osmose
Een tweede manier om een plant zijn stevigheid te laten verliezen, is er voor te zorgen dat de osmose de andere kant op werkt. Als in het water dat aan de plant wordt gegeven, een te hoge concentratie stoffen zit, zal de plant geen water opnemen, maar juist afgeven en dus minder stevig worden. Een voorbeeld is het toevoegen van een te hoge dosis kunstmest aan planten. Bij overbemesting zullen planten uitdrogen en verbranden…
Een tweede belangrijke functie van osmose is het meeliften van zouten (voedingsstoffen) met het water dat door osmose in de plantencellen terecht komt. De voedingsstoffen zijn nodig om allerlei groeiprocessen plaats te kunnen laten vinden. Verder zorgen de zouten er voor dat verschillende soorten planten verschillende eigenschappen ontwikkelen.
Wet van het minimum
In het algemeen hebben planten de volgende, in water opgeloste stoffen nodig: stikstof, fosfor en zwavel voor de opbouw van cellen. Magnesium voor de opbouw van chlorofyl (bladgroen). Kalium, calcium en magnesium voor de osmotische processen. Water voor de opbouw, voor het transport van voedingsstoffen en voor de stevigheid, en ijzer, boron, koper, mangaan en zink als bouwstof.
De meeste voedingsstoffen voor planten zijn in ons gewone kraanwater voldoende aanwezig, maar niet allemaal. Bij de voeding van planten speelt de wet van het minimum een grote rol. De wet van het minimum houdt in dat de stof die in een te kleine hoeveelheid aanwezig is, een beperkende factor bij de gezondheid van de plant is. Er treden zogenaamde gebreksziekten op wanneer een plant één of meer voedingsstoffen tekort komt. Bijvoorbeeld: een tekort aan ijzer zorgt voor vrijwel helemaal witte bladeren.
Bij gebreksziekten gaat het niet alleen om het directe effect (een ongezonde plant groeit niet goed), maar ook om een verminderde weerstand. Als er sprake is van een gebrek, neemt de kans op infecties door schimmels en ongedierte toe. Om planten gezond op te kunnen kweken, hebben we dus aanvulling nodig op de stoffen die van nature in ons water voorkomen. Het gaat vooral om stikstof (de afkorting voor de scheikundige naam van stikstof is: N), fosfor (afgekort tot: P) en kalium (K). Een uitgekiende combinatie van deze stoffen voor zowel de groei- als de bloeifase, is in growshops verkrijgbaar en wordt een NPK-oplossing genoemd.
Wortelharen
Water en de daarin opgeloste voedingsstoffen (zouten) worden via de wortelharen van de plant opgenomen. De gesteldheid van de ondergrond speelt daarbij een belangrijke rol. Een vaste bodem geeft weinig ruimte aan water om bij de wortelharen te komen, een lossere bodem al veel meer ruimte, terwijl bijvoorbeeld steenwolsubstraten een zeer goed aanbod van water en voedingsstoffen kunnen garanderen.
Het transport van water en voedingsstoffen zorgt ervoor dat de stoffen vooral in de bladeren terecht komen. Hiervoor zijn twee krachten verantwoordelijk: de zuigkracht van de bladeren en de worteldruk
De wortelharen zijn dus erg belangrijk. Wanneer ze niet goed werken, ontvangt de plant te weinig water en meststoffen. De groei wordt dan dus geremd. Wortelharen zijn erg gevoelig, ze kunnen gemakkelijk worden beschadigd door blootstelling aan lucht en licht. Bovendien maak je ze kapot door het onvoorzichtig verplanten of door ze bloot te leggen. Het opnemen van water en voedingsstoffen kost de plant energie, er is dus zuurstof en glucose voor nodig. Tenslotte is de temperatuur een beperkende factor. Ook al zorg je voor voldoende water en voedingsstoffen, als de bodemtemperatuur te laag is, zal de groei van de plant worden belemmerd.
Het transport van water en voedingsstoffen zorgt er voor dat de stoffen vooral in de bladeren terecht komen. Hiervoor zijn twee krachten verantwoordelijk: de zuigkracht van de bladeren (zij verliezen vocht door verdamping, waardoor zuigkracht ontstaat) en de zogenaamde worteldruk. Worteldruk is waar te nemen, wanneer we bijvoorbeeld in het voorjaar een tak van een boom afsnijden. Er komt dan vocht uit de wond. We noemen dit het bloeden van de plant. De zuigkracht van de bladeren is afhankelijk van de verdamping van water door de bladeren. Voor dit verdampingsproces zijn de huidmondjes verantwoordelijk.
CO2-opname
Deze huidmondjes kunnen open en dicht. Zij zorgen, naast het verdampen van water, vooral ook voor de opname van koolstofdioxide (CO2) uit de lucht. Verder zorgen zij voor de afvoer van de geproduceerde zuurstof. Over het algemeen zullen de huidmondjes open zijn als het licht is (er wordt dan ook gezorgd voor CO2-opname en voor optimale zuigkracht van de bladeren) en dicht als het donker is (er is geen CO2-opname en verdamping nodig).
Als de lucht echter te droog wordt (droge, hete zomermiddagen!), kunnen de huidmondjes zich ook overdag sluiten. Voor de goede werking van de huidmondjes is een schone omgeving (vanwege het ‘dichtslibben’ van de huidmondjes) en voldoende kalium (voedingsstof!) nodig. En een optimale beheersing van het klimaat natuurlijk!