(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Wie de slogan ooit heeft gemunt weet hij niet, maar het blijft een ijzersterke: Spek de dealer niet, kweek je eigen wiet. Voor buitenkwekers is de maand oktober één van de mooiste van het jaar… En dus ook voor VOC-woordvoerder en RollingStoned-columnist Derrick Bergman!

Al 20 jaar mijn eigen wiet

Terwijl ik deze column tik, rook ik een jointje Pamir Gold uit eigen tuin. Ondertussen houd ik het weerbericht goed bij, want de Silver Haze en een onbekende Haze kruising uit Friesland staan nog fier overeind. En komend weekend moet mijn MK Ultra droog genoeg zijn om voor het eerst te roken. Ik kweek nu zo’n twintig jaar mijn eigen wiet, maar het is elk jaar weer een avontuur en ik blijf leren. Dit jaar leerde ik bijvoorbeeld dat te laat beginnen niet handig is, maar nog altijd beter dan te vroeg beginnen. Dan krijg je namelijk Smurfenwiet; zie mijn column ‘Oogsten in juni’.

Goed kijken naar je planten

Derrick_kwekerij_CSC_Baskenland_juni_2013_0222

VOC-woordvoerder en RollingStoned-columnist Derrick Bergman ruikt aan een Baskische wietplant…

Het belangrijkste dat een kweker kan leren is goed naar zijn of haar planten kijken. Als je weet waar je op moet letten, kun je aan de planten zien of ze last hebben van een voedingstekort of juist van  teveel voeding. Ook kun je ongedierte en plagen snel signaleren, zodat je er nog iets tegen kan doen. Aan het einde van de rit is het scherp in de gaten houden van je planten cruciaal; enerzijds om het perfecte oogstmoment te bepalen, anderzijds om de eerste tekenen van budrot te herkennen. Want waar je meeldauw nog vrij eenvoudig kan bestrijden of tenminste binnen de perken houden, kan budrot een wietplant binnen een paar dagen waardeloos maken.

Pik mee die zon in okotber

Sommige kwekers oogsten onverbiddelijk de hele plant als ze een eerste plekje budrot hebben ontdekt. Zelf ga ik wat minder rigoureus te werk, zeker als de plant in kwestie nog niet helemaal afgebloeid is. Ik oogst wel de aangetaste tak en verwijder uiteraard de rotte plek, maar laat de plant wel staan. Bij regen onder het balkon of binnen, maar als de zon maar even doorbreekt verplaats ik de pot. Voor komende zondag (19 oktober!) wordt de hele dag zon en temperaturen boven de twintig graden voorspeld; reken maar dat ik die nog even mee pik voor de twee Haze dames die staan te glinsteren in de tuin.

Het is geen geheim dat de kwaliteit van de cannabis in de coffeeshops door de Hollandse Hennepoorlog achteruit is gegaan

Bijkomend voordeel van op deze manier gespreid oogsten; het knippen blijft leuk, omdat je het niet uren en uren achter elkaar hoeft te doen. Bovendien krijgen je planten alle tijd om goed te drogen, omdat je eerste topjes al vroeg rookklaar zijn. Dat maakt het stukken makkelijker om van de andere planten af te blijven tot ze écht droog zijn. Zeker qua smaak is cannabis pas na een paar maanden optimaal. Tip: bewaar je oogst donker en bij voorkeur in glazen potten voor het beste resultaat.

Een smakelijke Jorge Cervantes Diamonds

Door goed te knippen en te drogen kun je als thuisteler de kwaliteit van de coffeeshop evenaren of zelfs overtreffen. Het is geen geheim dat de kwaliteit van de cannabis in de coffeeshops door de Hollandse Hennepoorlog achteruit is gegaan [*]. Elke dag extra drogen of opslaan vergroot het risico. Als thuisteler heb je de luxe dat je zorgvuldig te werk kan gaan.

Het ‘Beaujolais moment’

Het moment dat je daarvan – letterlijk – de vruchten plukt is elk najaar weer een hoogtepunt. Ik noem dat ‘het Beaujolais moment’; de eerste keer dat je de nieuwe oogst rookt. Omdat ik verschillende soorten kweek, heb ik meerdere Beaujolais momenten. Maanden werk en zorg, honderden uren zonlicht, voorjaars- en herfststormen; alles komt samen als je de brand in die eerste joint jaagt. Ik kom graag in de coffeeshop, maar er gaat toch niks boven je eigen wiet. En verder gaat deze column niet.

[*] Lees hierover ook de gastcolumn van coffeeshophouder Nol van Schaik op deze website: ‘R.I.P. Tante Beppie met je wietzoldertje’ 

(advertentie)