(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Maandelijks starten er tientallen, zo niet honderden mensen met het kweken van hun eigen wiet, en waarom ook niet? Alleen gaat dat niet altijd in één keer zoals het moet en sterven veel plantjes een voortijdige dood. Meestal komt dat door één van de volgende 10 kweekfouten, en dat is dus helemaal nergens voor nodig!

Vóór het internet-tijdperk kwamen hobby- en thuiskwekers er proefondervindelijk achter wat er bij de binnenteelt zoal allemaal mis kon gaan. Maar gelukkig leef jij nu en kun je je eerste kweek probleemloos afronden. Zolang je maar wat leert van andermans fouten, en dat zul je want hier volgen de tien meest gemaakte.

10. Verwaarlozing

Bezint eer ge begint. Verwaarlozing is een zeer veel gemaakte kweekfout en wel omdat niet iedereen zich van tevoren beseft dat wietplanten dagelijks aandacht nodig hebben. Vraag jezelf dus voordat je die kweektent aanschaft of je eigenlijk wel tijd en zin hebt om iedere dag even met planten bezig te zijn. De dagelijkse werkzaamheden zijn zo gepiept maar een weekend zonder water is bijvoorbeeld al genoeg om je wietplanten te killen.

9. Slechte zaden gebruiken

Veel allereerste kweekjes komen uit toevallig in een zakje wiet gevonden zaadjes. Zonde om die weg te gooien toch? Nee hoor, want uit dat soort wietzaden komt meestal niets goeds en zeg nu zelf, het is toch zonde om drie maanden aan tijd, geld en energie te steken in een hermafrodiete plant die wiet vol met zaden aflevert?

Uit willekeurig in wiet gevonden zaadjes groeit meestal niet veel goeds. Foto: Canna Obscura, Shutterstock

8. Teveel verwennen

Vol enthousiasme beginnen met je eerste kweekronde? Let er dan op dat je niet teveel aan je planten frunnikt en plukt. Wietplanten hebben hun rust ook nodig en die bladeren zitten er niet voor niets. Probeer je planten niet al teveel te verwennen want negen van de tien keer doe je daar meer schade dan goeds mee. Wees extra voorzichtig met jonge wietplanten want die zijn teer en kunnen niet veel hebben.

7. Te vroeg of te laat bloeien

We begrijpen dat de bloeifase een stuk interessanter is dan de groeifase, maar begin er niet te vroeg mee. Een kleine wietplant levert niet veel wiet op, tenzij je er heel veel naast elkaar kweekt. Omgekeerd moet je ook weer niet te lang wachten met het inzetten van de bloeifase, want dan kunnen je planten weleens groter worden dan je lief is. Eenmaal op 12/12 groeien wietplanten namelijk ineens extra snel waardoor ze wel twee tot drie keer zo groot worden. Het beste is dus om pas tot de bloei over te gaan wanneer je wietplant ongeveer de helft van het gewenste formaat heeft.

6. Niet aanzuren

Een pH-meter is een onmisbaar stukje gereedschap. Oké, je moet hem een keer aanschaffen maar zo duur is dat ook weer niet, en wel zeer belangrijk. Verschillende voedingsstoffen worden namelijk bij verschillende pH-waardes opgenomen en een te hoge of lage zuurtegraad zal ervoor zorgen dat je wietplanten essentiële meststoffen mislopen, met alle tekorten en overschotten tot gevolg. Koop dus een pH-meter en zuur je voedingswater aan tot ongeveer 6,5 (5,8 voor hydro, maar das voor later).

Een mooi topje maar nog lang niet rijp voor de oogst! Foto: Ian Tragen, Shutterstock

5. Te vroeg oogsten

Geduld is een schone zaak, en helemaal wanneer er een paar mooie toppen naar je staan te lonken. Toch is het zonde om voortijdig te oogsten want je toppen zullen nog een stuk dikker, potenter en lekkerder worden in de laatste weken. Wacht minimaal tot 80% van de bloeiharen bruin en ingedroogd zijn met oogsten. Veel bladeren zullen dan ook vergeeld zijn en de toppen dik en opgezwollen. P.S. Vergeet ook niet te spoelen voor het zover is.

4. Ontkiemen

Goed, om te oogsten zul je toch eerst een plant moeten hebben en daarvoor moet je weten hoe je een zaadje ontkiemt. Veel mensen doen hun zaden direct onder de grond en pulken die vervolgens dood wanneer ze niet snel genoeg uitkomen. Anderen verdrinken hun zaden in een glas water of laten ze uitdrogen op wat natte watten. Nee, dan kun je beter gewoon de 100% succesvolle methode gebruiken.

3. Lichtstress

Je weet het waarschijnlijk: wietplanten groeien met 18 uur licht en 6 uur donker en bloeien wanneer de dagen en nachten 12 uur duren. Prima natuurlijk maar je kunt wietplanten ook behoorlijk stressen met licht. Vooral wanneer je ze in de nacht stoort om even te kijken, daar houden ze niet van. Ze kunnen dan terug in de groeifase gaan of zelfs hermafrodiet worden! Zorg er dus voor dat het ’s nachts pikdonker is, en gebruik overdag een degelijke kweeklamp.

Wietplanten hebben water en voeding nodig, maar je geeft al snel teveel. Beeld: 3Dalia, Shutterstock

2. Overvoeden

Op nummer twee staat een fout die misschien iedere thuiskweker weleens gemaakt heeft, namelijk die van het overvoeden. Planten kun je echter niet vergelijken met mensen, meer voeding zorgt dus niet voor dikkere planten. Vergelijk plantenvoeding voor wietplanten liever met vitaminen voor mensen. Licht is pas échte voeding waar toppen dik van worden, geef dus liever iets meer licht wanneer je dikkere toppen wil kweken en voedt op maat.

1. Overbewateren

Het klinkt misschien gek, maar het gaat het vaakst mis bij het water geven. Tuurlijk, wietplanten moeten ook weer niet uitdrogen maar ze kunnen heel slecht tegen natte voeten. En aangezien aarde veel water vasthoudt kun je daar dus maar beter spaarzaam mee zijn. Kweek je op aarde (natuurlijk doe je dat) dan is een handige vuistregel om pas nieuw water te geven wanneer de bovenste 3 tot 4 centimeter van de aarde is uitgedroogd. Een ander foefje is om de potten dagelijks even op te tillen zodat je een goed gevoel krijgt voor het gewicht van een met water verzadigde en een droge pot.

[Openingsfoto: Dizfoto, Shutterstock]
(advertentie)