(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Bong Girl haalt het maximale uit haar kleine Atomic Grow kweekset, met vier Jorge’s Diamonds #1 planten op slechts 40 bij 40 centimeter. Drie daarvan hebben echter een vergelijkbaar indica-achtig uiterlijk, terwijl de derde afwijkt. Die plant heeft niet alleen smallere bladeren als de rest, maar ook een paar ‘gekke mutaties’, waarover Lieve Muna vandaag de nodige duiding geeft. 

 

Naam
Bong Girl
Onderwerp
Gekke mutaties
Bericht
Lieve Muna, jouw rubriek met kwekersvragen lees ik altijd met belangstelling. Nu heb ik zelf een vraag. In mijn Atomic Grow kweekset probeer ik het maximale uit de bescheiden hoeveelheid ruimte te halen.

Momenteel heb ik vier dames, allen Jorge’s Diamonds #1, een kush-strain van Dutch Passion. Ze staan alle vier in bloei. Ik meen hier echter duidelijk twee fenotypes in te zien: de ene met een indica-uiterlijk (donkergroen, brede en overlappende bladvingers en blijft kort) en de andere met een meer hybride uiterlijk (lichter van kleur, lange internodes, meer ruimte tussen de bladvingers).

Van die laatstgenoemde heb ik één exemplaar die wat merkwaardige mutaties laat zien. Zo heeft een zijtopje een triploïde uiterlijk terwijl de plant als geheel duidelijk diploïde is. Ook zijn er bladvingers met zijblaadjes. Verder groeit deze plant juist het hardst van de vier. Ze lijkt verder wel een gezonde plant te zijn. Kan jij duiding geven aan deze gekke mutaties?

Hartelijke groet,
Bong Girl

Bijlagen

 

Hoi Bong Girl, leuk dat je me schrijft en leuk dat je met de Atomic Grow kweekset kweekt. Dat is namelijk maar een heel klein mini-kweektentje, maar kan je toch een mooi persoonlijk voorraadje opleveren. Ik kan je ook complimenteren met je keuze voor vier planten in deze kleine tent, want zo haal je inderdaad het meeste uit het kleine kweekoppervlak van de tent.

Jorge Diamonds #1 is volgens de beschrijving een indica maar als je goed leest dan ontdek je dat er ook sativa genen in de wietsoort zitten. Volgens het zadenbedrijf namelijk precies genoeg om je ‘een zeer sterke langdurige high’ te bezorgen.

Verschillen vs. fenotypen

Maar zelfs als dat niet zo zou zijn, dan nog zul je verschillen tussen planten van een wietsoort zien. Misschien dat alleen een zeer oud landras dat al eeuwen op dezelfde plek in de natuur groeit geen verschillen laat zien. Verder is vrijwel elke moderne wietsoort het resultaat van een beperkt veredelingsproces, waarbij er altijd kleine verschillen tussen planten zullen zijn.

Dit soort kleine verschillen zijn niet te voorkomen als je wiet uit zaden kweekt, en volkomen acceptabel voor wietzaden. Strikt genomen zijn deze verschillen wel degelijk fenotypische verschillen. Het is echter pas als er grote verschillen zijn, dat een zadenproducent dit een verschillend fenotype noemt. In dat geval zouden ze dat ook in de beschrijving moeten zetten. Een voorbeeld hiervan is de Jack Herer van Sensi Seeds, deze kent vier duidelijk verschillende fenotypen.

De verschillen die je opmerkt kun je het beste zien als verschillen tussen zusjes (of broertjes) uit hetzelfde gezin. Die zijn ook niet helemaal hetzelfde, tenzij ze ééneiige tweelingen zijn. In dat geval kun je ze beter met stekken vergelijken, want die zijn wel 100% genetisch hetzelfde.

De extra bladvingers die op het grote schutblad groeien zien er prachtig uit! Het blad zelf ziet er ook gezond uit en doorgaans laten alleen gezonde bladeren zulke extra bladvingers zien. Het is een mutatie die eigenlijk alleen bij gelukkige (gezonde) wietplanten voorkomt, en waar je je totaal geen zorgen over hoeft te maken.

Triploïde vs. trifoliate

Dat laatste geldt ook voor de tak met het triploïde uiterlijk. Meestal groeien wietplanten daar vanzelf overheen, en ook als ze dat niet doen is er niets aan de hand. In dit geval is het volgens mij een trifoliate in plaats van een triploïde.

Als de hele plant overal drievoudige vertakkingen produceert, dan is het een echte triploïde maar die zijn erg zeldzaam, want deze produceren geen nageslacht. Ze kunnen wel gemaakt worden, en ontstaan wanneer je een werkelijke tetraploïde (plant met vier chromosomen) met een ‘normale’ diploïde wietplant kruist. Ze kunnen wat meer toppen produceren omdat ze steeds een extra tak aanmaken, maar zijn daardoor toch niet extra interessant voor zadenbedrijven.

In jouw geval denk ik dat de mutatie misschien van tijdelijke aard is, en dat de plant er nog overheen gaat groeien. Het is opmerkelijk dat dit aan slechts één tak te zien is, en dat is ook waarom ik denk dat het ook weer over gaat, en geen echte triploïde plant is. En als het niet over gaat, dan heb je straks een extra bijzondere en misschien wel extra dikke top. Want net als de takken komen de bloemen bij deze mutatie ook in drieën.

Al met al heb je met de gemuteerde dame een extra speciale plant in je kweektentje. Het is leuk om te volgen hoe de mutaties zich nog zullen ontwikkelen, en om een paar bijzondere foto’s van te maken. Als je de toppen straks rookt, zul je merken dat er toch niet zoveel verschil tussen de de planten is als het nu lijkt.

-xxx- Muna

(advertentie)