(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Wietplanten, maar eigenlijk de meeste planten vertellen je hoe ze er aan toe zijn en wat ze nodig hebben. Je moet alleen even goed leren luisteren, of liever gezegd kijken. Want door je planten nauwlettend in de gaten te houden, kun je erachter komen wat ze nodig hebben.

Een plant kan trouwens niet zo gek veel nodig hebben hoor. Zolang je de temperatuur goed hebt en voor voldoende licht en verse lucht zorgt, blijft er een niet al te lange lijst met voedingsstoffen over waar planten behoefte aan kunnen hebben. Er zijn de zogenaamde macro en micro elementen.

Macro elementen

De macro elementen hebben planten in de grootste hoeveelheden nodig. Stikstof (N), fosfor (P) en kalium (K) behoren tot de macro elementen, maar ook calcium (Ca) en magnesium (Mg) worden vaak tot de macro elementen gerekend.

Micro elementen

De micro elementen zijn de voedingsstoffen die planten naast de macro elementen, in veel lagere concentraties nodig hebben. IJzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), Borium (B), koper (Cu) en molybdeen (Mo) zijn allemaal micro elementen.

Natuurlijk bevatten de goede voedingslijnen genoeg macro en micro elementen en hoef je echt niet zelf te gaan mengen, dat zou een onbegonnen werk zijn voor de meeste kwekers. Maar het is wel goed als je aan je plant kunt herkennen wat er loos is, zodat je adequaat kunt ingrijpen wanneer het nodig is. De meeste tekorten hebben vaak een andere oorzaak dan gewoon een tekort aan een stofje. De temperatuur, pH of EC waarde en vele andere zaken kunnen verkeerd zijn waardoor de plant niet alles wat hij nodig heeft kan opnemen.

Moeilijk verplaatsbare elementen

Moeilijk verplaatsbare elementen zijn: Ca (calcium, kalk), S (zwavel), Fe (ijzer), Mn (mangaan), B (borium), Cu (koper) en Mo(molybdeen). Deze blijven achter in de oudere delen van de plant en kunnen niet getransporteerd worden naar de jongste delen, waardoor een gebrek zich bijna altijd uit in het bovenste gedeelte van het gewas of in ieder geval in de jongste delen. Indien er een tekort aan deze elementen geconstateerd wordt, dient er direct voor gezorgd te worden dat er voldoende aanwezig is in de voedingsoplossing, anders wordt de schade onherstelbaar.

 

StikstofStikstof (N)

Stikstof is een mobiel element, en belangrijk voor de nieuwe groei in de plant. Het is dan ook het belangrijkste in de groeifase. Als een plant een tekort aan stikstof heeft dat kun je dit zien aan een slechte groei en vergelende bladeren. Omdat stikstof een mobiel element is zal de plant bij een tekort stikstof kunnen onttrekken aan de oudere bladeren. Daarom gaat een stikstoftekort meestal samen met een vergeling van de onderste bladeren.

fosforFosfor (P)

Gedurende de hele cyclus gebruikt een wietplant fosfor, en in de bloeifase heeft ze extra veel fosfor nodig. Omdat wietplanten ook fosfor nodig hebben om de wortels mee te vormen, vind je het ook (in een lagere dosis) terug in stekpoeder. Een tekort aan fosfor uit zich meestal in een slechte of misvormde groei en een paarse kleur op bladeren en steeltjes.

KaliumKalium (K)

Kalium is belangrijk in het proces van wateropname: osmose. Door Kalium kan de plant de celdruk op het juiste peil houden, het beschermt de plant tegen invloeden van droogte. Net als Stikstof is kalium een mobiel element en zul je de tekorten het eerst zien aan de onderste bladeren van de plant. Tekorten uiten zich in gele, en afstervende vlekjes op het blad.

calciumCalcium (Ca)

Net als bij mensen zorgt calcium bij planten voor een sterk skelet. Natuurlijk geen echt skelet, maar de celopbouw. Omdat calcium in combinatie met andere elementen kalkaanslag kan veroorzaken, heeft het in de plant een ander transportsysteem als de rest van de voedingsstoffen. Calcium wordt namelijk binnen de plant vervoerd in hetzelfde kanaal als water. Een tekort zal niet zo vaak voorkomen, maar als het gebeurd uit het zich in dode vlekken op het blad en een stagnatie in groei.

magnesiumMagnesium (Mg)

Magnesium maakt het grootste deel uit van chlorofyl en is dan ook cruciaal voor het belangrijkste proces in de plant: de fotosynthese. Magnesium is ook een mobiel element, de plant heeft er niet veel van nodig, maar kan het ook niet missen. Zonder magnesium geen fotosynthese. Tekorten zijn te herkennen aan een lichtgroene bladkleur.

ijzerIJzer (Fe)

IJzer heeft net als magnesium invloed op het chlorofyl en de fotosynthese. IJzer is namelijk nodig bij de productie van chlorofyl. Tekorten uiten zich ook in een lichte groene bladkleur. Een tekort zal niet zo vaak ontstaan, maar het kan wel gebeuren dat de plant het ijzer niet kan opnemen doordat de pH waarde verkeerd is.

zinkZink (Zn)

Zink is een van de zware metalen en dus niet zo goed voor de bodem. Toch heeft je wietplant het nodig, zij het in zeer kleine hoeveelheden. Tekorten uiten zich in vergeling van de nieuwste bladeren.

mangaanMangaan (Mn)

Mangaan is nodig voor de zuurstofhuishouding in de plant. Door een slechte pH ontstaan tekorten vaak samen met ijzertekorten. Het lijkt ook veel op een ijzertekort. Een lichte bladkleur met donkere stippen.

boriumBorium (B)

Borium is net als Calcium van invloed op de celopbouw. Het is nodig bij de celdeling en om suikers op te slaan. Boriumtekorten zijn zeldzaam. Misvormde bladeren, dode plekken op het blad en toprot kan allemaal ontstaan door een tekort aan dit stofje.

koperKoper (Cu)

Koper is maar in een kleine hoeveelheid nodig, het is belangrijk voor de enzymen (eiwitten). Een tekort kan ontstaan en uit zich in verwelkte bladeren  en stammen.

MolybdeenMolybdeen (Mo)

Molybdeen is nodig om aminozuren aan te maken. Tekorten kun je herkennen aan het lichter worden van bladeren, en dan met name de onderste bladeren.

 

 

 

(advertentie)