(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Het is waarschijnlijk niet het eerste waar je je druk over maakt bij het inrichten van een kweekruimte, maar toch is een goede luchthuishouding van vitaal belang voor wietplanten. Lucht zorgt voor de aanvoer van voldoende CO2 om te kunnen groeien, voert warmte af, voorkomt plagen en ziektes en nog veel meer. Een luchtig verhaal over lucht coming up!

Wietplanten varen wel bij een lekker briesje, zo zijn ze in de natuur nu eenmaal geëvolueerd. Wanneer je binnen wietplanten kweekt, zul je daarom ook een goede luchthuishouding moeten verzorgen. Samen met het licht van een kweeklamp en de juiste hoeveelheid water en voeding kun je het perfecte klimaat voor wietplanten verzorgen.

Lucht en wind hebben een grote invloed op de gezondheid van je wietplanten. Niet alleen boven de grond, maar zelfs bij de wortels is luchtigheid benodigd. Boven de grond zorgt een lekker briesje voor de aanvoer van voldoende CO2, en stevige dikke stammen die veel sappen kunnen vervoeren naar de toppen. Daarnaast voert lucht warmte en vocht af, waardoor het problemen met ongedierte en schimmels helpt te voorkomen. Een luchtig medium onder de grond brengt zuurstof bij de wortels die daardoor veel sneller zullen groeien.

Kortom, wie zijn luchtzaken goed regelt, kweekt veel sterkere en gezondere wietplanten die uiteindelijk ook meer zullen opleveren. Een goed klimaat is een klimaat waarin de temperatuur ongeveer tussen de 21 en 28 graden is, en de luchtvochtigheid in de groeifase wat hoger ligt en in de bloeifase wat lager. Je regelt het allemaal met lucht.

Luchtcirculatie zorgt voor vitale sterke planten en voorkomt schimmels en ongedierte.

Circulatie en afzuiging

Wanneer we het over lucht hebben in een kweekruimte, kunnen we een onderscheid maken tussen luchtcirculatie en aan- en afvoer van lucht. Luchtcirculatie is van belang voor een goede ontwikkeling van je planten. Het zet de takken in beweging en zorgt ervoor dat ieder blaadje van een gezonde dosis lucht wordt voorzien. Omdat kweekruimtes binnen afgesloten zijn van de buitenwereld, dienen we de lucht zelf in beweging te zetten met een ventilator.

Maar het laten circuleren van de lucht in een kweekruimte alleen, is niet voldoende. Er moet ook koele CO2-rijke lucht worden aangevoerd en warmte CO2-arme lucht worden afgevoerd. Dit doe je met een afzuiger. Door deze bovenin de kweekruimte te plaatsen, wordt warme opstijgende lucht afgevoerd. Via lichtdichte openingen onderin de kweekruimte kan koele verse lucht naar binnen stromen. Een koolstoffilter, aangesloten op de afzuiger, verwijdert als extra bonus alle ongewenste wietgeur voordat de lucht de kweekruimte verlaat.

  • Een goede luchthuishouding zorgt voor betere groei, gezondere planten en een grotere oogst.
  • Via de lucht kun je de temperatuur en de luchtvochtigheid controleren en daarmee lantenziektes en ongedierte voorkomen.
  • Luchtcirculatie voorkomt microklimaten, plekken waar stilstaande lucht tussen de bladeren blijft hangen. Zulke microklimaten zorgen voor schimmels en bieden onderdak aan ongedierte, een fris windje voorkomt ze.
  • Een briesje verstevigt stammen en takken waardoor er meer sappen en benodigde stoffen naar de toppen stromen. Steviger takken dragen zwaardere toppen.

Luchtvochtigheid

Wietplanten zuigen water op via de wortels, dat door de warmte van een kweeklamp via de bladeren verdampt. Op deze manier ‘zweten’ wietplanten en wordt de lucht in een kweekruimte steeds vochtiger. Door lucht langs de bladeren te laten stromen, voert het deze vochtige lucht af en vervangt het deze met nieuwe, drogere lucht. Hierdoor kan de plant weer meer vocht (en meststoffen) opnemen uit de grond. Deze afvoer van vochtige lucht zorgt niet alleen voor een snellere sapstroom en groei, maar verkleint ook aanzienlijk de kans op schimmels.

Twee grote vijanden van wietplanten zijn spintmijten en vliegende beestjes zoals de varenrouwmug. Deze insecten zijn dol op stilstaande lucht. Daarin kunnen ze namelijk ongestoord rondvliegen en kruipen zonder uit te drogen. Ze hebben het echter aanzienlijk moeilijker wanneer ze worden gestoord door een windje en droogte. Door een goede luchtcirculatie en afvoer van warme vochtige lucht, blijft de bovenste laag van de aarde bovendien droog, wat het leggen van eitjes voor deze insecten moeilijker maakt.

Spint, zeker in deze mate een enorme bron van stress voor wietplanten (en de kweker). Een goede luchthuishouding verkleint de kans op deze naarlingen aanzienlijk!

Ventilators

Zwenkventilators zijn verreweg het beste om een goede luchtcirculatie mee te regelen. Indien je geen ruimte hebt voor een zwenkventilator, kun je ook een gewone tafelventilator gebruiken, maar een bewegende ventilator voorkomt dat de wind steeds op dezelfde plek gericht is.

Het doel is een goede luchtcirculatie rond het bladerdek van je wietplanten, dit bereik je door de ventilator net boven de planten te richten. Op deze manier zet het de planten in beweging, en voert hij warmte onder de lamp weg. Zet je ventilator niet in standje storm, maar zorg voor een rustig briesje. Richt hem bij voorkeur ook niet vol op een plant, naar net erboven. Let erop dat alle takken en bladeren lichtjes in de wind bewegen.

Afzuiging

De capaciteit van een afzuiger wordt aangegeven in kubieke meter per uur. Dit is het aantal kubieke meters aan lucht, die de afzuiger in 60 minuten kan verplaatsen. Aan de hand van die capaciteit kun je berekenen welke afzuiger voor jouw kweekruimte het beste geschikt is.

Capaciteit afzuiger in kubieke meters = (inhoud kweekruimte) x 5 x 60

Kies met het oog op de warmte voor een afzuiger die de luchtinhoud van je kweekruimte minstens 3 keer in een minuut kan verplaatsen. Het is daarbij handig om wat overcapaciteit te hebben aangezien de buitentemperatuur zomers en ’s winters wisselt. Met een zogenaamde fan-controller kun je de zuigkracht van de afzuiger dan handmatig of automatisch regelen zodat de temperatuur mooi stabiel blijft.

Heeft je kweektent bijvoorbeeld een inhoud van 12,5 kubieke meter (2,5 x 2,5 x 2 meter, inhoud = lengte x breedte x hoogte) dan heb je dus minimaal een afzuiger nodig die iedere minuut 37,5 (3 x 12,5) kubieke meter aan lucht kan verplaatsen. Er zitten 60 minuten in een uur dus dan kom je uit op een afzuiger met een capaciteit van 3250 kubieke meter.

Buis of slakkenhuis?

Er zijn twee typen afzuigers, buisventilators en slakkenhuisventilators. Buisventilators zijn wat goedkoper dan slakkenhuisventilators. Ze zijn ook wat makkelijker te installeren want ze hoeven niet in een box gebouwd te worden en zijn eigenlijk de eerste keus voor een kleine kweekruimte zoals een tentje of een kast. Buisventilators maken over het algemeen wel wat meer geluid omdat ze geen ombouw hebben. Ze hebben doorgaans ook wat minder capaciteit dan slakkenhuisventilators. Er zijn ook buisventolators te koop met een ingebouwde thermostaat om de temperatuur goed te regelen.

Een zogenaamde softbox is een ingebouwde slakkenhuisventilator. Ze zijn stil en hebben veel afzuigcapaciteit.

 

Slakkenhuisventolators moeten in een box worden gebouwd waardoor ze wat prijziger zijn als buisventilatoren. Ze zijn daardoor wel wat stiller, vooral als je ze niet op het maximale toerental laat draaien. Niet alle ventilators zijn dimbaar, vraag bij de winkel welke dat wel is als je je ventilator wil dimmen. Het is handig om een dimbare ventilator te hebben want dan kun je de afzuiging aanpassen aan de behoefte van de plant.

Wanneer je ventilator te veel lawaai maakt, kun je hem allereerst aan rubbers ophangen. Dit dempt de trillingen en dus het lawaai. Veel boxventilators (ingebouwde slakkenhuisventilator) worden al geleverd met zulke ophangrubbers. Er zijn ook geluidsdempers te koop voor ventilatoren. Je monteert ze bij de uitblaas en je kan er een fluisterstille afzuiging mee maken.

Afvoer

Je moet bij het kiezen van een afzuiger ook rekening houden met de weerstand van luchtslangen met bochten en bijvoorbeeld je koolstoffilter. Alle weerstand van dit soort zaken verhogen de benodigde capaciteit van je afzuiger. Voor een kleine kweektent of kast kun je gelukkig wel volstaan met het afvoeren van de lucht in de ruimte waarin de kweekruimte staat.

Ga je groter, dan kun je de lucht beter in een andere ruimte afvoeren. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen in een aangrenzende kamer waar een raam op een kier staat. Of je kunt de lucht uit je kweekruimte afvoeren via een bestaand rookkanaal zoals een schoorsteen.

[Openingsfoto: SEASTOCK, Shutterstock]
(advertentie)