- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Aftellen naar hét cannabis congres van 2024, op een iconische plek
- Wietman laat Sneeze bloeien (en een beetje vergelen…)
Def P – ‘Heen en Onweer’ – deel 25
Muzikant en schilder Def P bivakkeert nog steeds in de Chinese hoofdstad Beijing, waar blijkt dat het eten met stokjes niet helemaal zijn ding blijkt. In de gebruikelijke autobiografische terugblik dit keer de onvergetelijke chaos begin 1996, toen Osdorp Posse de Popprijs kregen in Groningen.
Zaterdag 29 mei – Beijing
We zijn lopend naar “de Verboden Stad” onderweg. Om daar te komen moeten we dwars door een hutong heen, dus dat is op zich al een interessante wandeling. We banen ons een weg door een wirwar van telefoonpalen, kluwen stroomdraden, kleine winkeltjes, restaurantjes en massa’s bedrijvige Chinezen. Erg druk en gezellig allemaal. Al gauw komen we uit bij het Plein van de Heilige Vrede, dat de meeste westerlingen kennen van de beroemde televisiebeelden van de Chinese student die met een plastic tasje een tank probeert tegen te houden. In het verlengde daarvan ligt een groot rechthoekig terrein genaamd “Palace Museum”, beter bekend als de Verboden Stad. Hier regeerden de laatste keizers van China en kun je tegenwoordig een wandeling maken door alle imposante tuinen en paleizen.
Backpackcafé
We staan in de rij voor kaartjes. ‘Hé, daar heb je Lisette en haar moeder’ zeg ik. ‘Ook toevallig’ zegt Fens en ze zwaait. We hebben een goede klik met deze dames, dus we besluiten om de paleizen met zijn vieren te bekijken. Het complex is zo groot dat we er een paar uur zoet mee zijn. Na afloop drinken we nog wat bij een backpackcafé in “onze” hutong. Het is vermakelijk om hier op een terrasje te zitten en al die bedrijvige Chinezen voorbij te zien komen. Vroeger begreep ik het clichébeeld van veel Europeanen dat alle Chinezen op elkaar lijken. Maar nu ik er een tijdje tussen zit ga ik steeds beter de vele subtiele verschillen zien. Ongelofelijk dat we nu in zo’n andere wereld zitten zonder te vliegen. Veel oostelijker dan dit wordt het niet.
Ik loop minutenlang te klooien om met mijn stokjes een soort aalgladde envelopjes van deeg te pakken te krijgen
‘Zullen we vanavond weer avontuurlijk gaan eten?’ zeg ik. ‘Ja leuk!’ zegt Fens. Voor we het beseffen zitten we in een restaurant waar we zelf ons eten moeten koken in een soort soeppan. Het brengt hilarische taferelen teweeg. We worden meteen geconfronteerd met vragen als: ‘Wat is dit?’ en ‘Hoe lang kook je dit?’ en ‘Hoe krijg je die glibberige dingen te pakken met stokjes?’ Het halve personeel begint zich met ons te bemoeien en de uitsluitend Chinese gasten beginnen allemaal naar ons te staren. Waarschijnlijk zien ze zelden een stel westerlingen zo moeilijk doen met handelingen die voor hen dagelijkse routine zijn. Ik merk dat steeds meer gasten elkaar aanstoten en lachend naar ons kijken. We krijgen er zelf ook een beetje de slappe lach van. Ik loop minutenlang te klooien om met mijn stokjes een soort aalgladde envelopjes van deeg te pakken te krijgen. Steeds als het bijna lukt floept dat ding weer weg. De Chinezen vinden het hilarisch.
Ingehuurde clowns
Ik begin nu steeds meer het gevoel te krijgen alsof we een stel ingehuurde clowns zijn. Ik ben het geklooi zat en prik mijn stokjes dwars door de envelopjes heen. De toekijkende Chinezen beginnen spontaan te klappen en te juichen om mijn actie, alsof ze een aap een slim kunstje zien doen. Fenske komt nu ook niet meer bij. Ze pist zowat in haar broek van het lachen. ‘Zo is waarschijnlijk de vork uitgevonden!’ roep ik. ‘Applaus voor de witte aap!’ ‘Wat een show mensen!’ Hoe dan ook, we hebben zelden zo gelachen tijdens een etentje. Qua entertainment verdient deze avond een prijs.
POPPRIJS 1996
Eind ’95 kregen wij, als Osdorp Posse, te horen dat we de Popprijs ’96 hadden gewonnen. Nou hadden we niets met popmuziek en eerlijk gezegd hadden we ook nooit van die hele prijs gehoord. Maar een prijs van tienduizend gulden en een optreden in de grote zaal van de Oosterpoort zagen we wel zitten. We moesten wel beloven dit zeer geheim te houden tot de prijsuitreiking. ‘Oké, deal!’
In januari ’96 reden we naar Groningen om die prijs op te halen. We moesten ons melden bij de achteringang en daar werd ons verzocht om niet te veel door het gebouw te lopen. Dit voor het geval mensen ons zouden herkennen en voortijdig uit zou lekken wie de prijs dat jaar had. We werden neergezet in de chique dirigentenkamer met een enorme voorraad drank. En we waren daar met een aardige ploeg vrienden die daar niet vies van zijn. De stemming werd alsmaar joliger en de champagne spoot al gauw tegen het plafond. Evenals de stukken vlaai die we van de Heideroosjes hadden gekregen ter felicitatie. Zij zouden die avond ook een nummertje met ons meehakken. Tegen de tijd dat we het podium op moesten waren we allemaal straalbezopen en hadden we nog steeds geen idee van hoe belangrijk de Popprijs nou eigenlijk was. Bewapend met flessen drank en onze draadloze microfoons in de aanslag stonden we te wachten tussen de coulissen tot wij als winnaar bekend werden gemaakt.
Toen wij als dronken debielen door het hele gebouw heen zwalkten waren alle journalisten op zoek naar ons voor een officiële reactie
Op het moment dat de woorden “Osdorp Posse” klonken barstte er een luid gejuich los en mochten we eindelijk het podium op stormen. De bedoeling was (zo bleek achteraf) dat we wat bobo’s een handje zouden geven, een beeldje met een cheque in ontvangst namen, en een korte speech afstaken. Wisten wij veel! We waren compleet door het dolle heen en begonnen meteen alles en iedereen nat te spuiten met bier en champagne. Ik begon een scheldkanonnade aan alle commerciële klotebandjes die er normaal altijd met de prijzen vandoor gaan en riep dat de jury eindelijk een goede keuze had gemaakt. Eerlijk gezegd wist ik niet eens wie de prijs voor ons had gewonnen, maar het publiek lag gelukkig in een deuk om mijn schaamteloze dronkemansgebrul. We begonnen meteen met onze show en het podium veranderde in een heksenketel. Eén van de nuchtere chauffeurs die met ons mee was heeft voor de vorm op de achtergrond de cheque en het beeldje aangepakt. Wij hebben hier zelf niets meer van gemerkt.
Complete chaos
Na onze show werd de chaos pas echt compleet. We mochten nu eindelijk door het gebouw heen lopen en dat lieten we ons geen twee keer zeggen. Wisten wij veel dat zo’n beetje de halve Nederlandse muziekpers met ons wilde praten? Iedereen was daar aanwezig, tot het fokking journaal aan toe! Het mooiste was dat de meeste journalisten ons eigenlijk helemaal niet zo goed kenden. Dus toen wij als dronken debielen door het hele gebouw heen zwalkten waren alle journalisten op zoek naar ons voor een officiële reactie. Onze vrienden waren eveneens straalbezopen en die zaten wel in de kleedkamer. Voor de lol hadden zij zich de hele tijd voorgedaan als de Osdorp Posse. En zowat heel journalistiek Nederland trapte er in.
Onvergankelijke herinneringen
Jezus, wat hebben we gelachen toen we de volgende dag het journaal zagen en de interviews hoorden! Het werd zo’n dolle boel dat er op het laatst zelfs schuimgevechten ontstonden met de brandblussers die aan de muur hingen. Alles zat onder de witte drab. En stinken dat spul! Ongelofelijk! Voor de goedmaker hebben we later de Oosterpoort een welgemeende excuusbrief geschreven. We hadden oprecht spijt van de asociale teringzooi die er was aangericht. Gelukkig konden ze ons vergeven en werd alles weer hersteld. Maar… zowel de eer van de prijs als de herinnering aan deze dolle nacht zijn onvergankelijk.
Volgende keer: Beijing + BOTSING MET BOEF J.
(advertentie)