- Buitenwiet test ’24 update #25: croptober eist haar tol
- Stoppen met roken maar toch wiet inhaleren? Aan de vaporizer!
- De bloeiperiode van wiet: tel je vanaf 12/12 of de eerste bloeiharen?
- Buitenwietseizoen 2024 met Gefjon Grow (deel #15)
- Het verschil tussen natuurlijke & kunstmatige voeding (bio vs. mineraal)
- 9 werkende kweekmethodes voor meer wiet
Def P – ‘Heen en Onweer’ – deel 30
Nadat ze met de trein door het hooggebergte klimmen komen Def P en Fenske eindelijk in Tibet aan. ‘Freaky en onwerkelijk’, oordeelt de reizende rapper. Hij blikt ook terug op een masterclass van Huub van der Lubbe van De Dijk, die een origineel Beatbuster-nummertje oplevert: Wrijving!
Donderdag 3 juni – Himalaya Express
Vandaag is voorlopig even onze laatste dag in de trein. Vannacht was het moeilijk inslapen omdat de lucht al aardig ijl is. Harder en dieper ademhalen dus. De 30 jarige Chinees die het eerste deel met ons meereisde is nu vervangen door een oudere Chinees. Helaas ruiken zijn voeten heel wat minder fris dan die van de vorige. Zweetpoten in een kleine ruimte zijn een verdomd lastige combinatie met ijle lucht. Deze ochtend zijn onze coupégenoten erg vroeg wakker. Ik klim uit het bovenbed om uit het raam te kijken. Het uitzicht is werkelijk adembenemend! Nu de lucht zo ijl is kun je dit zowat letterlijk nemen. We zijn vannacht zeer hoog geklommen en zitten nu op sneeuwhoogte. Hier en daar zien we stukken land nog bedekt met sneeuw of bevroren plasjes. Voor de rest is het eigenlijk een vrij kaal en heuvelachtig landschap met dor gras. Vooral in de verte is het een mooi plaatje van hoge besneeuwde bergtoppen. Af en toe zien we ploegjes wilde herten bij elkaar staan. Soms staan er grote kuddes jaks te grazen of loopt er een eenzame ezel.
Imposante leegte
Dit is dus Tibet! Hier en daar zie ik boeren werken op stukjes land, maar voor de rest blinkt het landschap vooral uit door leegte. Een imposante leegte zoals minder reislustige Nederlanders dat eigenlijk niet kennen. Eerlijk gezegd lijkt dit landschap nogal op het landschap dat we eerder in Mongolië zagen. Helemaal met al die jaks en de ronde tenten die verdacht veel op gertenten lijken. Wat wel typisch Tibetaans is, zijn de wigwamachtige touwconstructies met allerlei gekleurde vlaggen er aan. De bergen zijn soms rood, soms geel of groen en in de verte zijn het net bruine chocoladetaarten met poedersuiker over de toppen gestrooid. Af en toe zie ik herten of konijnen en vreemde vogelsoorten die ik niet ken.
Zuurstofkraantjes in de trein
Vanmiddag zijn de zuurstofkraantjes aangegaan, dus ik ben benieuwd hoe we de buitenlucht straks zullen ervaren. De trein is helemaal afgesloten. Op het toilet staat tot mijn verbazing nog een raampje open maar daar ben ik alleen maar blij mee. Tot nu toe hebben Fens en ik nergens last van. Straks zullen we stoppen op het hoogste punt (5700 meter) en kunnen we even uitstappen. Als we dat aan kunnen komt Lhasa ook wel goed denk ik. We hebben van tevoren nogal wat horrorverhalen gehoord over die hoogte. Mensen die heel ziek worden en meteen weer terug moeten, zakken voedsel die spontaan open springen en zelfs laptops die het begeven door de druk. Ik heb daarom geen laptop meegenomen en zit nu in de trein met een ouderwets notitieboek en een pen. Verassend genoeg zag ik net wel een Chinese monnik met een laptop. Zou het dan toch overdreven zijn? Het stikt van de Chinese monniken op onze trein en aan al hun elektronische apparatuur te zien komen ze niets te kort. Toevallig is mijn iPod vandaag wel raar gaan doen. Voor de zekerheid laat ik die maar uit, want het gekraak van het draaiende schijfje klinkt niet best.
Ze wordt ter plekke weer bijgebracht met een zuurstofmasker. Als we na dit spektakel weer terug lopen naar onze coupé zit de oude chinees daar met een tampon in zijn neus
Ondertussen krijgt onze oude Chinees hier bezoek van twee dames die hij duidelijk goed kent. Familie denk ik. Waarschijnlijk konden ze niet meer samen één coupé boeken of zo. En Chinezen zitten nu eenmaal graag op een kluitje. Met zes mensen in één coupé wordt het me echt te druk en ik ga op de smalle gang zitten waar iedereen constant langs me loopt. Kiezen of delen dan maar. Je moet elkaar ook een beetje de ruimte gunnen in een trein. Gelukkig gaat het hele Chinese gezelschap na een uurtje of twee eten in het restaurant. Onze coupé is dan weer eventjes heel relaxed zo met zijn tweetjes. Lekker onderuit gezakt rijden we langs een gigantisch meer en het uitzicht is geweldig. Er hangen dikke wolken boven het meer die je haast kunt aanraken.
Jokken op het formulier
Net als wij zelf een drankje gaan drinken gebeurt waar deze reis zo bekend om staat. Eén van de weinige westerse toeristen op deze trein (een Amerikaans meisje) valt flauw door het gebrek aan zuurstof. Er komen meteen een dokter en een tolk bij en ze wordt ter plekke weer bijgebracht met een zuurstofmasker. Als we na dit spektakel weer terug lopen naar onze coupé zit de oude chinees daar met een tampon in zijn neus. Hij heeft een bloedneus door het drukverschil. Wonderlijk genoeg gaat bij ons alles nog steeds prima. Gelukkig maar, want je zult na zo’n lange reis toch helemaal terug moeten door hoogteziekte! We moesten van tevoren zelfs een formulier invullen over onze gezondheid, maar we hebben wel een beetje gejokt. Fenske heeft verzwegen dat ze buisjes in haar oor heeft en soms snelle hartkloppingen en ik dat ik soms last heb van astmatische bronchitis. Als we dat eerlijk hadden ingevuld mochten we officieel niet eens mee.
Eindelijk in Tibet
‘Ja hoor, we zijn in Tibet!’ Na een lange reis stappen we vandaag om een uur of zes uit de afgesloten trein. We staan op het station van Lhasa en ademen nu pas echt de Tibetaanse lucht in. En alles gaat goed. Ik concentreer me goed op mijn ademhaling om te kijken of ik iets bijzonders merk, maar Fenske staat ondertussen alweer een sigaretje te roken. Niets aan de hand blijkbaar. We lopen opgelucht het station uit. Het voelt nog een beetje onwerkelijk om nu opeens op een plek te staan waarvoor mensen vroeger ongelofelijk veel moeite moesten doen om er te komen. Aan het laatste stuk van onze treinreis te zien is de stad flink aan het uitbreiden en zullen de oprukkende Chinezen het authentieke centrum van Lhasa snel overspoelen met hun “socialisme”.
Freaky en onwerkelijk
Tegelijkertijd voelt het ook best wel freaky en onwerkelijk om te weten dat we nu in een bezet land zijn. De Chinese regering wil ons graag anders doen geloven, maar het feit dat je hier bijna nergens zonder een gids naar toe mag zegt al genoeg. We hebben expres een Tibetaanse gids geregeld, omdat je dan de echte verhalen hoort in plaats van de eenzijdige Chinese propaganda. Deze gids, een vriendelijke magere jongen van een jaar of 25, staat al keurig op ons te wachten. We herkennen hem aan een bordje dat hij ophoudt. Hij stelt zich voor als Dorjee en daarbij hangt hij meteen witte welkomstsjaaltjes om onze nekken. We zijn erg blij met hem, want we zitten nog maar net in het busje of hij begint al meteen de “do’s and don’ts” uit te leggen van deze stad. Het komt er zo’n beetje op neer dat we nergens mogen fotograferen. ‘Stiekem toch wel?’ test ik meteen zijn flexibiliteit. ‘Als er geen politie of soldaten staan kun je het proberen, maar ze staan bijna overal’ zei hij lachend. ‘En als ze het zien pakken ze waarschijnlijk jullie camera af, of krijg ik als gids op mijn kop.’ Dorjee legt ons verder uit dat we op heel veel openbare plekken niet mogen komen zonder gids. In veel gebouwen mogen we zelfs niet praten. Dat had dan weer wel gemogen als we een Chinese gids bij ons hadden, want dan hoor je alleen maar de Chinese kant van het verhaal.
Het komt er op neer dat we hier bijna net zo weinig mogen als de Tibetanen zelf. Ach ja, na Moskou zijn we wel gewend om gediscrimineerd te worden
Chinese toeristen mogen sowieso overal komen, praten en fotograferen. Het word ons al snel duidelijk dat niet-Chinese toeristen als onbetrouwbaar en derderangs volk worden behandeld. Het komt er op neer dat we hier bijna net zo weinig mogen als de Tibetanen zelf. Ach ja, na Moskou zijn we wel gewend om gediscrimineerd te worden. Het grote verschil is dat wij een paspoort hebben en ook weer weg kunnen. De Tibetanen zijn als het ware gevangen in hun eigen land. Dorjee heeft een vrolijke manier van praten en hij glimlacht veel, maar je ziet dat er een hoop pijn en verdriet achter zijn lach schuilt. Ik merk dat hij net zo nieuwsgierig is naar onze mening over de politieke situatie als wij naar die van hem. Het is duidelijk dat hij, als rasechte Tibetaan, geen vriend is van de Chinese regering en daar ook niet zoveel over los mag laten. Hij lacht er een beetje ondeugend bij, dus ik vermoed dat hij ons nog een hoop bijzondere verhalen gaat vertellen als we zijn vertrouwen hebben gewonnen.
Soldaten en kale monniken
Terwijl we meteen al een interessant gesprek hebben kijken we ondertussen nieuwsgierig naar buiten om de eerste indrukken van het centrum van Lhasa op te vangen. Dorjee heeft niets te veel gezegd over politie en soldaten. Op elke hoek staan vierkante tentjes die lijken op een soort partytentjes, maar dan met vier strenge Chinese militairen er in met machinegeweren in de aanslag. Bijna overal zie je Chinezen rondlopen met nette kleren, mobieltjes, camera’s of dure auto’s terwijl de lokale bevolking er opvallend armoedig bijloopt. Ik zie er bouwstijlen die ik in geen enkel ander land gezien heb. Af en toe zien we kale monniken rondlopen met de beroemde donkerrode gewaden. Oude mensen lopen over straat met draaiende gebedsmolentjes. We zijn in Tibet. Het besef dringt door. Even later checken we in bij ons hotel. We komen terecht in een relaxte kamer die volledig is versierd met handgeschilderde patronen en houtsnijwerk. Een douche, een TV, alles prima in orde.
Welkomstceremonie
We kunnen er echter niet lang blijven, want Dorjee wil ons meteen meenemen naar een restaurant van vrienden van hem. Ook daar krijgen we weer allebei een wit welkomstsjaaltje om en mogen we Tibetaans eten pakken van een buffet. Even later krijgen we een Tibetaanse dansshow in klederdracht voorgeschoteld. Het lijkt een commerciële stunt, maar tot mijn verbazing wordt dit alles niet in rekening gebracht. Het is echt bedoeld om ons te verwelkomen, zonder bijbedoelingen. Zoiets heb ik als toerist nog nooit meegemaakt. Een paar andere gasten vermoeden dat dit etentje een soort verplichte screentest is, omdat elke toerist die Lhasa binnen komt eerst hier moet eten. Zou kunnen. Het is allemaal wel een beetje vaag inderdaad.
Spelen voor Tibet
Na de show praten we wat na met Dorjee en het gesprek gaat al gauw weer over politiek. Ik vertel hem een leuke anekdote. Ik heb een paar keer gespeeld op het “Ticket 4 Tibetfestival” in Nederland. Hiermee wordt geld opgehaald om Tibet te steunen. Op een gegeven moment had de Dalai Lama een persoonlijke bedankbrief naar de organisatie gestuurd en die vonden dat zo’n grote eer dat ze deze brief voor elke deelnemer hadden gekopieerd en ingelijst. Toen ik dit cadeautje bekeek en het lijstje omdraaide stond er achterop een sticker met “Made in China”. Dorjee kan er wel om lachen, maar ik merk dat hij ook een beetje zenuwachtig wordt van mijn verhaal. Hij buigt zich voorzichtig naar ons toe en fluistert dat dit niet de plek is om over politiek te praten. ‘Dat komt morgen wel’ lacht hij ondeugend. We zijn hier maar drie dagen en hebben nog veel interessants te ontdekken. We laten het gesprek voor wat het is en lopen terug naar het hotel om een beetje bij te komen van de reis. En dat bijkomen gaat vast wel lukken op echte matrassen.
Op de flap staat namelijk een kort geschiedenislesje dat ons leert dat Tibet in 1951 “peacefully liberated” is door China
‘We kopen nog even een plattegrondje van Lhasa om ons vast een beetje voor te bereiden op morgen’ meldt Fens. We vinden een prima kaartje waar alle toeristische hoogtepunten duidelijk op worden aangegeven. Maar bij nadere bestudering is dit kaartje duidelijk verspreid door de Chinese regering. Op de flap staat namelijk een kort geschiedenislesje dat ons leert dat Tibet in 1951 “peacefully liberated” is door China. Van wat en waarom staat er helaas niet bij. Het is treurig om overal dit soort propaganda tegen te komen in een bezet land van vredelievende mensen die zelf geen stem mogen laten horen. Aan één kant is het natuurlijk helemaal te gek om in deze bijzondere stad te zijn. We hebben twee dagen non stop dwars door de “middle of nowhere” gereisd om hier te komen en dat is dan nog de makkelijke manier.
Fotograferen tussen geweren
Aan de andere kant is het heel vreemd om in een bezet land te zijn dat duidelijk wordt overheerst door een genadeloze onderdrukker. Om over al het bijbehorende machtsvertoon nog maar te zwijgen. We willen morgen natuurlijk mooie foto’s maken, maar het wordt met al die militairen op straat nog een hele klus om dat stiekem te doen. Ze staan ongeveer om de honderd meter te posten met machinegeweren. En alsof dat nog niet genoeg is houden ze ons ook nog stiekem in de gaten vanaf daken. En zelfs als er nergens een soldaat te bekennen is kan er elk ogenblik een hele ploeg de hoek om komen marcheren. De strenge Chinese militairen vormen een schril contrast met de boeddhistische bevolking die ons vriendelijk ontvangt en welkom heet. Zeker na de bloederige opstand in 2008 die hier nog vers in het geheugen ligt moet dat de nodige onderlinge wrijving geven.
WRIJVING
Het moet ergens aan het eind van de jaren ’90 zijn geweest bij een soort seminar-achtige muzikantendag in de Melkweg. Er waren veel bekende artiesten ingehuurd om beginnende artiesten de kneepjes van het vak te leren. Ik had net een workshop gegeven over demo’s presenteren (of iets dergelijks) en was vrij voor de rest van de dag. Ik dronk een biertje en keek op het programma of er nog iets interessants te beleven viel. Toevallig begon er in de bioscoopzaal net een workshop “songwriting” van Huub van der Lubbe (u weet wel, van de Dijk). Dat leek me wel wat. Ik was daar natuurlijk meer als collega dan als leerling, dus ik ging achter in de zaal zitten en probeerde niet op te vallen.
Les van Huub ‘De Dijk’ van der Lubbe
Huub begon te vertellen over liedjes schrijven en zei dat je zoiets het beste kon leren door het te doen. Hij stelde voor om klassikaal een liedje te schrijven en het zo al doende uit te leggen. Toen hij om een openingszin vroeg stak de halve klas enthousiast zijn vinger op. Eén voor één keurde Huub de openingszinnen af en onderbouwde ook keurig waarom. Na veel moeite stond er eindelijk een goedgekeurde openingszin op de projector: “Ik loop op straat”. Na weer een hele rits afgekeurde zinnen stond er met nog meer moeite “met mijn handen in mijn zakken” achter. ‘Oké, we hebben een beginsituatie, maar nu moet er toch echt iets met emotie gebeuren!’ zei Huub terecht na een aantal suffe voorstellen. De klas werd echter steeds minder enthousiast om een vinger op te steken. Huub keurde toch steeds alles af. Er viel een ongemakkelijke stilte en de les dreigde een beetje vast te lopen.
Ik voel me kloten
Omdat Huub me een sympathieke kerel leek besloot ik hem te helpen door ook mijn vinger op te steken. ‘Ja, zeg het maar!’ riep Huub enigszins opgelucht. ‘Ik loop op straat met mijn handen in mijn zakken en ik voel me kloten’ riep ik door de zaal. Huub kon er wel om lachen en schreef dit op. Ondertussen viel bij de rest van de klas ook het kwartje en zat iedereen te gniffelen. Huub zei: ‘Ja, maar nu maak je wel een fout!’ ‘Je begint je liedje meteen met een grappige dubbelzinnige clou die beter aan het eind zou passen, dus als je vanuit deze situatie verder schrijft, dan zal de rest van het liedje waarschijnlijk tegen gaan vallen.’
Huub wees naar me met zijn viltstift en zei: ‘Wil jij anders hier voor de klas staan?’ ‘Nou, nee!’
Ik voelde me nu best wel uitgedaagd. Ik dacht razendsnel na en riep door de klas: ‘Dus ik hoop dat jij je kut voelt, dan hebben we er samen van genoten!’ De hele klas proestte het uit van het lachen en ik kreeg het gevoel dat Huub nu lichtelijk geïrriteerd mijn vervolgzin op schreef. En dat stond best leuk op de projector. Dat deze zin nog beter was dan de vorige bleek wel uit het onophoudelijke gegiechel van de dames die vooraan zaten. Huub wees naar me met zijn viltstift en zei: ‘Wil jij anders hier voor de klas staan?’ ‘Nou, nee!’ Ik ga niet zomaar een heel liedje weggeven aan een klasje beginners. Ik ging weer aan de bar hangen en ergens in mijn achterhoofd voelde ik een nog ongeboren liedje groeien.
Wrijving, een dijk van een nummer
Later heb ik dit nummer daadwerkelijk uitgewerkt onder de titel “Wrijving”. Deze track heb ik opgenomen met de Beatbusters voor het album “Aangenaam”. Het werd zelfs een single en live was het altijd één van de klappers van de avond. Tegen de tijd dat we er mee op Pinkpop stonden kon iedereen het refreintje meebrullen. Tegenwoordig mag ik de tekst zelfs op literaire festivals komen voordragen omdat de intellectuelen vinden dat het werkje zo goed in elkaar zit. Ik vraag me af of Huub er ooit nog iets van gemerkt heeft. Het is in ieder geval een “dijk” van een nummer geworden.
Volgende keer: Lhasa + BOOTJE DER VERDOEMENIS
(advertentie)