(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Wanneer je het meeste uit wietplanten wil halen, of liever gezegd het meeste van wietplanten wil halen, zul je ze optimaal moeten voeden. Precies de juiste hoeveelheid voeding gokken is lastig, dus zul je de EC-waarde moeten meten, en dat doe je dus zo:

Veel beginnende hobbykwekers hebben nog geen EC-meter om de hoeveelheid voeding in het gietwater voor hun wietplanten te meten. Ze gaan dan uit van de hoeveelheden die op de fles met meststoffen staan en geven hun wietplanten daarmee eigenlijk blind voeding. Als je het daarbij rustig aan doet pakt dat meestal wel redelijk uit, maar om een optimale oogst te produceren zul je toch echt moeten meten.

Het meten van de voedingswaarde van gietwater doe je met een EC-meter. Zo’n EC-meter meet in feite niet de hoeveelheid voeding, maar de elektrische geleidbaarheid – Electrical Conductivity – van het water. Hoe beter het water geleid, hoe meer mineralen er in het water zitten.

Een EC meter dient om de geleidbaarheid van een oplossing te meten. Hoe beter een vloeistof geleid, hoe meer mineralen in het water zitten. Het kraanwater in het glas heeft al een EC-waarde van 0,6.

EC-waarde water

In de lage landen is de waterkwaliteit zo goed, dat het niet per se gefilterd hoeft te worden met een omgekeerd osmose filter die bijvoorbeeld onder Amerikaanse wietkwekers wel standaard is. We hebben dus wat dat betreft heel schoon water, maar die heeft standaard wel al een bepaalde EC-waarde. Waar omgekeerd osmose water een EC-waarde van nul heeft, heeft het water bij ons uit de kraan standaard al een EC-waarde die afhankelijk van de plaats waar je woont ongeveer tussen de 0,1 en 0,8 ligt.

Dit betekent natuurlijk niet dat het waterleidingsbedrijf alvast wat voeding voor je door het water heeft gedaan, maar wel dat er al zouten in het water zitten. Amerikaanse kwekers voegen na het filteren vaak calcium en magnesium aan hun water toe tot het een EC-waarde van rond de 0,4 heeft, maar ook dat is met ons water niet nodig. Toch loont het de moeite om de EC-waarde van jouw kraanwater eens te meten en alles boven de 0,4 van je uiteindelijke meting af te trekken.

Kraanwater bevat de nodige zouten en heeft standaard vaak al een bepaalde EC-waarde. Omgekeerd osmose water heeft een EC-waarde van 0,0. Foto: Ari N, Shutterstock

Medium

Het meten van de EC-waarde van je voedingswater wordt belangrijker of minder belangrijk afhankelijk van het medium waarin wietplanten groeien. In aarde zit al een dosis voeding en bovendien organisch materiaal dat het bodemleven omzet in door de plant opneembare voeding.

Het meten van de EC-waarde is in hydrosystemen van groot belang. Deze wietplanten zijn voor hun voeding namelijk totaal afhankelijk van de kweker. Foto: Solid Web Designs LTD, Shutterstock

Inerte mediums zoals steenwol, kokos of hydrokorrels bevatten helemaal geen voeding. Planten zijn in dit soort mediums dus compleet afhankelijk van de minerale meststoffen die je als kweker geeft. Je kunt je wel voorstellen dat het voor deze planten veel belangrijker is om de juiste dosis voeding te krijgen – en daar om je alleen achter door te meten.

Toch kun je niet zeggen dat je als aardekweker helemaal zonder te meten door het leven kunt. Wanneer je bijvoorbeeld een lightmix gebruikt, dan bevat dat maar voeding voor de eerste twee weken, en zul je dat dus na twee weken moeten aanvullen met flesvoeding.

Meer of minder voeding?

Je kunt meten of wietplanten behoefte hebben aan meer of minder voeding. In een circulerend hydrosysteem waarbij het drainagewater terug in het waterreservoir loopt gaat dit het makkelijkst. Door simpelweg dagelijks het water in het reservoir te meten en EC-waarde te vergelijken met die van de dag ervoor, kun je de exacte voedingsbehoefte van je wietplanten achterhalen.

Meet je op dag 1 bijvoorbeeld een EC-waarde van 1,4 en op dag 2 een EC-waarde van 1,6 dan heeft je plant dus meer water dan voeding opgenomen. Je kunt de EC waarde dan bijvoorbeeld verlagen naar 1,2. Meet je daarentegen op dag 2 een waarde van 1,1 dan weet je dat je plant die dag meer voeding dan water heeft verbruikt en kun je de voedingswaarde bijvoorbeeld verhogen naar 1,6.

Ook in systemen waarbij je het drainagewater gewoon weggooit kun je de EC-waarde meten. In dat geval moet je het water dat onderuit de potten vloeit opvangen en meten. Als je merkt dat dat een veel hogere EC-waarde heeft dan het water dat je gaf, dan zul je de pot moeten doorspoelen met veel schoon water. Na deze spoeling meet je nog eens het drainagewater. Als dat nu binnen de acceptabele waardes ligt weet je dat je wortels goed doorgespoeld zijn.

EC-waarde van aarde meten

Ook de EC-waarde van aarde kun je meten, al is dat wel wat lastiger. De waarden zullen nooit helemaal kloppen omdat aarde een deel van de voeding vasthoudt. Je neemt om te beginnen een monster van de aarde en bevochtigd dat met gedemineraliseerd water zodat het eruit loopt wanneer je een handje van de aarde fijnknijpt. Neem nu een maatbeker en vul die tot 150 milliliter gedemineraliseerd water en vul dat tot 250 milliliter aan met de aarde. Meng het goed door elkaar en laat het minimaal twee uur staan. Nu kun je de aarde eruit filteren en de EC-waarde van het overgebleven water meten. Die zou idealiter tussen de 1,1 en de 1,3 moeten liggen.

Hoeveel voeding, welke EC-waarde?

Nu we weten hoe je de EC-waarde kunt meten, rest natuurlijk nog wel de vraag welke EC-waarde nou geschikt is? Dat hangt vooral af van de wietsoort die je kweekt en de fase waarin die zich begint. Doorgaans is het het beste om de EC-waarde langzaam op te laten lopen. Vanaf de tweede week van de groeifase kun je beginnen met het voeden met een lage EC-waarde. Naarmate de plant ouder wordt, groeit ze en heeft ze logischerwijs ook meer voeding nodig.

Naarmate een wietplant ouder en groter wordt, neemt ook de voedingsbehoefte toe.

Indica’s lusten over het algemeen wat meer voeding dan sativasoorten. De maximale hoeveelheid die een indica op het hoogtepunt van de bloeifase rond week 6, 7 kan hebben is op aarde ongeveer 1,8 tot 2 en in een hydrosysteem ongeveer 2,1. Sativasoorten hebben liever een soberder dieet, bij sativa’s liggen de maximale waarden op aarde rond de 1,6 en in een hydrokweek rond de 1,8. Let wel op want dit zijn gemiddelden, er zijn een hoop factoren die invloed hebben op de voedingsbehoefte dus blijf altijd naar je planten kijken hoe ze reageren op de voeding.

Van week tot week kun je de hoeveelheid voeding oftewel de EC-waarde langzaam laten oplopen. Begin bijvoorbeeld in week 2 van de groeifase met een EC-waarde van 1,0 en tel daar wekelijks 0,1 punt bij op. In week 5 zit je dan op een EC-waarde van 1,3 en zou je over kunnen naar de bloeifase. Na 8 weken bloeien zou je dan op een EC-waarde van 2 zitten. Geef je wietplanten de laatste twee weken geen voeding meer. Nogmaals, dit is slechts een leidraad. Als je bijvoorbeeld eerder of later overschakelt naar de bloeifase verandert dat de zaak en de totale duur van de bloeifase verschilt natuurlijk ook per soort.

[Openingsfoto: Jan Havlicek, Shutterstock]
(advertentie)