(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Terwijl er in Den Haag plannen worden gesmeed om de wietteelt te reguleren, ploeteren lokale overheden met het uitgeven van vergunningen voor nieuwe coffeeshops. Twee weken geleden was ik aanwezig bij een informatieavond voor bewoners in Almere Buiten, die zich massaal verzetten tegen de mogelijke komst van een tijdelijke coffeeshop in hun wijk. Diezelfde dag vond er in Deventer een verloting van een coffeeshopvergunning plaats. Maar liefst 450 ondernemers hadden zich aangemeld voor de stoelendans.

Komst coffeeshop minutieus voorbereid

Het was niet de eerste keer dat ik zo’n informatieavond bijwoonde. Toch verbaast het me iedere keer weer om te zien hoe burgers in verzet komen tegen een coffeeshop. De gemeente had zich tot in de kleinste details voorbereid. Er lag een zeer uitgebreid bulletin waarin de bewoners de antwoorden op allerlei mogelijke vragen alvast konden terugvinden. Waarom komt er een coffeeshop? Wie zijn de bezoekers? Wat zijn softdrugs? Er waren informatieborden met plattegronden en futuristische bouwtekeningen. Uren van tevoren liepen ambtenaren al zenuwachtig rond om nog de laatste puntjes op de ‘i’ te zetten.

Burgemeester Weerwind die even een kijkje kwam nemen, liet weten dat hij het publiek niet vanaf een verhoogd podium wilde toespreken. In allerijl werd het podium afgebroken en een kring van stoelen gevormd zodat de burgemeester op gelijke voet met het publiek zou kunnen praten. De ingehuurde communicatiedame raakte daarvan weer in paniek, omdat ze daardoor niet met de microfoon tussen de mensen door kon lopen.

Onbekend maakt onbemind

Terwijl ik het schouwspel bekeek gingen mijn gedachten terug naar Terneuzen. Daar had de gemeente een keer een open dag georganiseerd nadat een actiegroep hen een doos met 3.000 handtekeningen had overhandigd. Die waren verzameld om de vermeende overlast van de coffeeshop aan te tonen. Ambtenaren hebben toen een hele dag klaar gezeten om de klachten van de burgers op te kunnen tekenen. Er kwamen die dag in totaal vijf verontruste burgers opdagen.

Zo gaat het vaak. Onbekend maakt onbemind. In het begin maken burgers zich vaak grote zorgen als ze horen dat er een coffeeshop in hun buurt komt. Dat heeft veelal te maken met onwetendheid en merkwaardige ideeën over de gedragingen van coffeeshopbezoekers. Die ideeën verdwijnen meestal als sneeuw voor de zon als zo’n coffeeshop er eenmaal is. Soms gaat het zelfs zover dat bewoners de coffeeshop na een aantal jaren niet meer kwijt willen. Ze zijn er dan inmiddels achter gekomen dat de buurt een stuk veiliger is geworden door de komt van de coffeeshop.

Overlast

In Almere Buiten waren de bewoners nog niet zover. Ze vonden het onverteerbaar dat er een coffeeshop in hun park zou komen en voelden zich bedrogen. Ze waren bang voor waardevermindering van hun huizen, overlast in het Meridiaanpark, verkeersdruk en dealeroverlast in de omgeving. De bewoners van de Samarindastraat die zo’n 300 meter hemelsbreed van de tijdelijke coffeeshoplocatie ligt zaten gebroederlijk naast elkaar op de eerste rij. Een meneer liet weten dat de woningen in hun straat als parkwoningen waren aangekocht. Die zouden door de komst van de coffeeshop dramatisch in waarde dalen.

‘Hoe gaat de gemeente ons compenseren?’ vroeg zijn buurman aan de burgemeester. ‘NOT IN MY BACK YARD!’ riep zijn buurvrouw met overslaande stem. Een andere buurman die ergens anders wat gaan zitten, vertelde me na afloop dat de betreffende dame de hele zomer voor veel overlast had gezorgd omdat ze regelmatig tot diep in de nacht luidruchtig zat te borrelen met vrienden in haar tuin.

‘Pannenkoek!’

Achter mij zat een meneer met zijn zoontje van elf. Voor de bijeenkomst had hij ons laten weten dat zijn zoontje altijd voetbalde op een terrein in de buurt van de plek waar de tijdelijke coffeeshop zou komen. Het geplande hek van 1.20 meter om de coffeeshop leek hem onvoldoende. Dat moest minstens twee meter hoog worden, zodat niemand over het hek heen zou kunnen klimmen. Tijdens de bijeenkomst hoorde ik hem vloeken en tieren.

‘Pannenkoek!’ siste hij als de burgemeester antwoord gaf op de vragen vanuit de zaal. Zelf stelde hij publiekelijk geen enkele vraag. Na afloop hield hij zijn zoon voor: ‘Zo, wat heb je vanavond geleerd?’ Het jochie hield wijselijk zijn mond. Ruim twee uur lang had hij moeten luisteren naar allerlei onbegrijpelijk geleuter met een vader naast zich die niet eens de moed had om zijn ongenoegen op een volwassen manier kenbaar te maken.

De rauwe werkelijkheid in Nederland is anders. Diep vanbinnen zijn wij Nederlanders allemaal een beetje VOC’ers die hun grootje nog verkopen voor een paar centen

Na afloop lieten enkele lokale politici van de ChristenUnie en de VVD weten dat ze de klachten en onrust van de verontruste burgers serieus namen. Ze beloofden samen in het weekend te komen kijken om de situatie met eigen ogen te kunnen beoordelen. Enkele dagen later lieten de beide politici via Twitter weten dat zij samen met de bewoners de plek des onheils hadden bezocht. Het zal waarschijnlijk weinig uithalen. De gemeente zoekt al sinds 2008 naar een geschikte plek. En de voorgestelde locatie is er na veel wikken en wegen uitgekomen. Maar volgend jaar maart zijn er lokale verkiezingen. Een mooie gelegenheid om stemmen te winnen…

Deventer verloot coffeeshopvergunning

In Deventer moet dit hele traject nog worden doorlopen. De aanpak om een vergunning te verloten getuigt vooralsnog niet van enige voortvarendheid. Uit de 450 aanmeldingen voor een nieuwe coffeeshopvergunning zijn halverwege oktober twintig kandidaten getrokken. Veel van hen komen uit Deventer. De eerste kandidaat heeft nu een half jaar de tijd om zijn plan aan de gemeente voor te leggen. Die mag er vervolgens een jaar lang over doen om te kijken of het plan hun schikt.

Als het wordt afgewezen volgt zo’n zelfde procedure met de tweede kandidaat. Met een beetje pech kan het zo dertig jaar duren voordat er een geschikte kandidaat is gevonden.

Kijk, daar komt de nieuwe coffeeshop van Almere!

VOC en opiumhandel

Het komt me allemaal een beetje krampachtig over. Het is een staaltje nieuwe lulligheid. Nog niet zo heel lang geleden stond Nederland er heel anders in. Afgelopen weekend las ik in een artikel in de Correspondent dat de Nederlandse overheid eeuwenlang geld heeft verdiend aan de opiumhandel in Indonesië. Met dat geld is de onderdrukking van de kolonie jarenlang bekostigd, tot aan de Tweede Wereldoorlog. Die VOC-geschiedenis is diep weggestopt.

Vreemd dat conservatieve politici zich steeds meer richten op de Nederlandse identiteit en de Nederlandse normen en waarden, waarbij ze voor het gemak voorbijgaan aan het feit dat Nederlanders eeuwenlang hun land hebben opgebouwd met het produceren en handelen in drugs. Harddrugs welteverstaan!

27 gemeenten willen wietexperiment

Er liggen nu opnieuw grote kansen om geld te verdienen met drugs, dit keer met cannabis. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat Nederland tot een soort van moreel inzicht is gekomen over de natuur, onschuldige dieren, armere landen en weet ik veel wat voor zwakke elementen je als land kunt verdedigen. Maar die gewoonte hebben wij als Nederlanders niet echt. Dat past meer bij een land als Bhutan.

De rauwe werkelijkheid in Nederland is anders. Diep vanbinnen zijn wij Nederlanders allemaal een beetje VOC’ers die hun grootje nog verkopen voor een paar centen. Gemeenten staan te popelen om mee te doen aan een experiment met gereguleerde wiet. 27 gemeenten hebben zich inmiddels aangemeld om mee te doen aan het experiment met de wiet teelt.

Het lijkt me dat het openen van een nieuwe coffeeshop binnen afzienbare tijd dan ook een hoop minder gedoe wordt. Maar voorlopig ploeteren we nog even door…

(advertentie)