(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Na bijna 10 jaar procederen is de exploitant van coffeeshop Checkpoint schuldig bevonden aan de handel in softdrugs én deelname aan een criminele organisatie. Eigenaar Meddie Willemsen krijgt echter geen straf opgelegd omdat het aanhouden van een voorraad onvermijdelijk is wanneer je een goedlopende coffeeshop exploiteert.

Checkpoint, ooit de grootste coffeeshop ter wereld, moest in mei 2008 de deuren sluiten. De in Terneuzen gelegen coffeeshop was tot ver over de grens bekend vanwege zijn uitzonderlijk goede kwaliteit hasj en wiet. Willemsen controleerde de producten die in zijn shop werden verkocht persoonlijk. Wiettelers waren er trots op als hun producten door zijn strenge keuring heen waren gekomen. Per dag ging er tussen de 10 en 12 kilo over de toonbank. Veel klanten kwamen uit België en Frankrijk.

Te groot

Het kon volgens politie en justitie niet anders dan dat een coffeeshop met zo’n omvang in handen was van een criminele organisatie. Ook was waarnemend hoofdofficier van justitie Valente ervan overtuigd dat Willemsen grip had op een aantal belangrijke personen binnen de gemeente, waaronder burgemeester Lonink. Volgens Valente faciliteerde de gemeente de groei van de coffeeshop op allerlei manieren. Er werden zelfs ANWB borden geplaatst om buitenlanders de weg naar coffeeshops Checkpoint en Miami te wijzen. Burgemeester Lonink gaf in binnen- en buitenland presentaties over het succes van de ‘modelcoffeeshop’ in zijn gemeente. Ook werden er plannen gemaakt om de coffeeshop naar de grens te verhuizen, zodat buitenlanders niet meer de stad in hoefden te komen. Dat ging de waarnemend hoofdofficier van justitie écht te ver.

Achterdeur

Valente startte een onderzoek naar de achterdeur van de coffeeshop zonder de burgemeester daarvan op de hoogte te stellen. Op 1 juni 2007 vond een eerste grootschalige inval bij Checkpoint plaats. Dat gebeurde op hetzelfde moment dat burgemeester Lonink niet ver van de coffeeshop een persconferentie gaf over zijn plannen om de coffeeshop naar de grens te verplaatsen. Drie dagen later ging Checkpoint weer open uit angst voor overlast van klanten die voor niks van verre naar Terneuzen waren afgereisd. Willemsen moest daarvoor op last van de rechter worden vrijgelaten omdat hij de inkoop en voorraad organiseerde.

De zaak tegen megacoffeeshop Checkpoint beheerst de rechtszalen en (regionale) media al jarenlang… [beeld: videostill Omroep Zeeland]

Ondanks het feit dat het onderzoek naar de organisatie van de achterdeur niets had opgeleverd, besloot de waarnemend hoofdofficier tegen de zin van de verantwoordelijk rechercheur om het onderzoek na de eerste inval voort te zetten. Op 20 mei 2008 volgde een tweede inval waarop de coffeeshop voorgoed werd gesloten.

Criminele organisatie

De Checkpoint-zaak is de eerste rechtszaak waarbij een coffeeshop als een ‘criminele organisatie’ wordt aangemerkt. De rechter geeft daarbij wel aan dat hij een vreemd gevoel heeft bij die omschrijving, omdat  Willemsen een door het lokaal bestuur gedoogde onderneming runde. De zaak is interessant vanwege de rol van de gemeente en het Openbaar Ministerie (OM).

Het vermoeden van justitie dat er belangenverstrengeling was tussen de coffeeshop en burgemeester Lonink tekende de verstoorde verhouding tussen het bestuur en justitie. Er werd gedacht dat de coffeeshop een corrumperende werking op de omgeving zou hebben. De bovenwereld dreigde besmet te raken met de onderwereld van de coffeeshop. Later is dit nog uitvoerig onderzocht door een extern onderzoeksbureau (Verwey-Jonker instituut).

Het betekende dat zijn oude advocaat, de man die alles van zijn zaak wist en die mede-architect was geweest van de organisatie van Checkpoint, ineens aan de andere kant van de tafel zat bij het Openbaar Ministerie

Erg opvallend in de Checkpointzaak is dat de advocaat van Willemsen een carrièreswitch maakte naar het OM. De advocaat werd in 2008, terwijl Willemsen vastzat na de tweede inval in mei van dat jaar, officier van justitie in Breda. Dit soort overstappen van de advocatuur naar het OM zie je niet erg vaak. Nooit is duidelijk geworden of de hand van het OM achter deze stap zat. Voor Willemsen was het in ieder geval zuur. Het betekende dat hij, terwijl hij vastzat, met een nieuwe advocaat aan de slag moest. Het betekende ook dat zijn oude advocaat, de man die alles van zijn zaak wist en die mede-architect was geweest van de organisatie van Checkpoint, ineens aan de andere kant van de tafel zat.

Rechtszaak na rechtszaak

De gerechtshoven in Den Haag (2012) en Amsterdam (2014) verklaarden het Openbaar Ministerie (deels) niet-ontvankelijk in de zaak. Justitie kon volgens de rechters niet duidelijk maken waarom zij een onderzoek naar de achterdeur van Checkpoint was gestart. De vervolging is dan onverenigbaar met de beginselen van goede procesorde, waaronder rechtszekerheid, evenredigheid, zorgvuldigheid en het verbod van willekeur. Wanneer een coffeeshop zich aan de gedoogvoorwaarden houdt, mag deze ervan uitgaan dat er geen vervolging plaatsvindt voor de verkoop van softdrugs. De Hoge Raad verwierp de beslissingen van beide gerechtshoven en verwees de strafzaak terug naar het gerechtshof Den Bosch (2017).

Tijdens de rechtszaken in Den Haag en Amsterdam werden tal van getuigen opgeroepen. Meerdere getuigen – waaronder waarnemend hoofdofficier Valente – leden aan ‘geheugenverlies’. Valente had er duidelijk flink de pest in dat hij publiekelijk als getuige in deze zaak werd gehoord. Ook burgemeester Lonink voelde zich niet prettig in zijn rol als getuige. Het komt dan ook niet vaak voor dat een burgemeester en een officier van justitie in het getuigenbankje zitten.

Getuigen in Gerechtshof

Het Gerechtshof Den Bosch voelde er dit jaar weinig voor om de hele zaak nog een keer over te doen. Een maand geleden werd ik als enige getuige in deze zaak opgeroepen. Een unicum, omdat ik geen directe getuige was. Ik heb de grootste coffeeshop ter wereld nooit in bedrijf meegemaakt. Mijn eerste bezoek aan de legendarische coffeeshop en zijn eigenaar vond drie jaar na de inval en sluiting plaats in het kader van het boek ‘De Wietindustrie’, dat ik samen met Michiel Panhuysen over de coffeeshop schreef. Ik werd gehoord omdat ik een groot aantal van de andere getuigen had geïnterviewd, die zich tijdens de eerdere rechtszaken weinig van de zaak konden herinneren.

CNNBS-columnist Nicole Maalsté schreef samen met Michiel Panhuysen een boek over de Nederlandse wiethandel, met coffeeshop Checkpoint in een van de hoofdrollen…

Boek ‘De Wietindustrie’

De Wietindustrie (2015) beschrijft niet alleen het verhaal over het succes en de ondergang van coffeeshop Checkpoint. We hebben dit verhaal ook in de bredere context geplaatst van andere ontwikkelingen in de cannabiswereld. Het boek is inmiddels aan zijn vierde herdruk toe. In het kader van mijn optreden als getuige in de Checkpoint-zaak heeft ‘De Wietindustrie’ een gedaantewisseling ondergaan. We hebben een verhelderend voorwoord toegevoegd van advocaat André Beckers, die Willemsen vanaf 2008 bijstaat. We schreven een nieuw hoofdstuk over deze en andere voortslepende rechtszaken aan de achterdeur van coffeeshops. Tenslotte is ook het slothoofdstuk aangepast en is er een compleet nieuwe epiloog toegevoegd. Het boek is in boekwinkels en online te bestellen.

Coffeeshops vogelvrij

De uitspraak van het gerechtshof Den Bosch laat nogmaals zien dat het gedoogbeleid onwerkbaar is. In principe zijn alle coffeeshops die een voorraad aanhouden vogelvrij, benadrukt dit vonnis. Zo schrijft het hof: “Een coffeeshop is bijna per definitie een organisatie die tot doel heeft het plegen van strafbare feiten, namelijk de handel in softdrugs.” Coffeeshop-exploitanten roepen al jaren dat een handelsvoorraad van 500 gram in de coffeeshop onwerkbaar is.

Mank gedoogbeleid

Het gerechtshof in Den Bosch herhaalt het maar weer eens. Het gedoogbeleid in Nederland loopt mank. De verkoop van wiet in de shop wordt onder voorwaarden door de vingers gezien, maar het bevoorraden is verboden. Zolang de wet blijft bepalen dat de bevoorrading via de achterdeur (middels een stash) strafbaar blijft, moet de rechter de coffeeshop die een voorraad buiten de coffeeshop wel schuldig verklaren. Ook al kun je zonder voorraad geen coffeeshop runnen.

Volgens de rechter moet de wetgever iets aan deze kromme situatie doen. Zolang de wetgever de ‘achterdeur’ niet reguleert en het OM de zaak niet gedoogt, moet de rechter de coffeeshop wel schuldig verklaren als zijn stash wordt gevonden.

Goedmakertje

Als goedmakertje krijgt de schuldige geen straf opgelegd. Nou ja, geen straf: Willemsen is al 10 jaar met de rechtszaak bezig en zijn geld is door justitie ingepikt. Ook heeft hij al de nodige tijd in voorarrest gezeten. Tot slot draagt hij vanaf vandaag het stigma ‘criminele organisatie’. Zijn leven is erdoor getekend.

Maar verder geen straf dus…

[openingsfoto: Derrick Bergman/Gonzo Media]
(advertentie)