(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De meeste kwekers weten wel wat wietplanten nodig hebben. Ze kunnen je vaak alles vertellen over de beste lampen, afzuiging en welke voordelen verschillende mediums hebben voor je wietplant. Maar er wordt eigenlijk te weinig gesproken over een van de belangrijkste onderdelen in een kweekruimte: het klimaat.

Het lijkt zo onbelangrijk wanneer je het in een hoekje ziet staan of hangen: de ventilator van een kweekruimte. Dit stuk gereedschap is echter onmisbaar voor wietplanten. Zeker als je liever geen crisismanagement wilt doen tijdens de bloeifase van je plant. Maar waarom is het nou zo belangrijk een lekker briesje te hebben in je kweekkast of -tent?

Een dikke stam is belangrijk om het gewicht van je toppen te kunnen dragen. Foto: dutch-passion

Een dikke stam is handig om het gewicht van je toppen te kunnen dragen. Foto: dutch-passion

Dikke stam & dikke toppen

Wietplanten vinden hun oorsprong in de natuur, net als mensen. De wietplant heeft dus verdedigingsmechanismen ingebouwd om beschadiging door weersomstandigheden tegen te gaan. Ook tegen harde wind zijn wietplanten bestand door de stam te verdikken en te verstevigen bij beweging door wind. Als je een jonge wietplant in een windstille omgeving laat opgroeien ontneem je haar de kans zich te verdedigen tegen dit nagebootste natuurgeweld. Dat lijkt misschien vriendelijk van je, maar levert je later alleen maar problemen op. Iets met zachte heelmeesters en stinkende wonden…

Die dikke stam is namelijk nodig om het gewicht van je – hopelijk grote zware – toppen te dragen. Als je je wietplant dus sterk wilt hebben zet je er van jongs af aan een ventilator op zodat ze zichzelf kan verstevigen. Dikke stammen en takken hebben niet alleen een voordeel bij het dragen van het gewicht van de toppen, ze dragen er ook aan bij. Vergelijk het met een vijfbaans snelweg, daarover kan veel meer verkeer dan over een landweggetje. Het verkeer is de sapstroom in deze vergelijking, en hoe meer levenssap er naar de toppen kan, hoe dikker ze natuurlijk zullen worden.

Toppen die worden blootgesteld aan wind maken daarnaast in de natuur ook de meeste kans om bevrucht te worden en zullen dus ‘het belangrijkst’ zijn voor je wietplant. Belangrijke toppen krijgen meer energie en zullen dus dikker worden dan ondergeschikte budjes. Sterker nog, die laatste kun je beter verwijderen. De plant mag dansen door het briesje maar overdrijf niet, teveel wind is ook weer niet goed en kan bladeren doen uitdrogen. Richt je ventilator daarom niet recht op je planten, maar laat hem er vlak boven blazen. Een bewegende zwenkventilator is het best omdat die alle hoeken van je kweekruimte bereikt.

CO2

Wanneer je gebruik maakt van afzuiging (en dat doe je natuurlijk) zal je plant niet snel een CO2-tekort oplopen. Maar een goede luchtcirculatie zorgt wel voor de aanvoer van het nodige CO2 in je ruimte. CO2 of koolstofdioxide is de stof die de plant uit de lucht haalt en met behulp van lichtenergie omzet in suikers om te groeien, en zuurstof. Het is als het ware het ademen van de plant.

Extra CO2 is ook toe te voegen in de lucht door bijvoorbeeld CO2-generators of -emmers. Let op, hiermee zet je de wietplant wel in standje Formule 1 en het heeft alleen zin wanneer je je wietplant ook qua licht tot het uiterste drijft. Ze zal dan ook meer voeding en water nodig hebben. Lees je goed in voor je hiermee gaat experimenteren want alles (licht, lucht en water) moet in balans blijven.

Zet je planten in beweging met een briesje.

Zet je planten in beweging met een briesje.

Schimmels tegengaan

Dichtbegroeide kweekruimtes kunnen erg vochtig worden. Denk aan het regenwoud waar dichte bebossing de oorzaak is dat vocht moeilijk afgevoerd wordt en blijft hangen op en rond de planten. Een van de mogelijke gevolgen van een te vochtige kweekruimte zijn schimmels, en die zijn – met uitzondering van mycelium voor extra CO2, en nuttige schimmels als trichoderma bij de wortels – absoluut niet gewenst. Ook hier is een goede luchtcirculatie vaak genoeg om microklimaten – ofwel, stilstaande lucht – tegen te gaan.

Neem dus geen risico en voorzie je kweekruimte – net als moeder natuur doet – van een lekkere bries. Je kunt hiervoor in kleine kasten en tenten zo’n ventilator gebruiken zoals in computers of serverkasten gebruikt worden. Axiaalventilatoren zoals ze heten, zijn gemaakt om langere tijd achter elkaar aan te staan. De consumentenventilatoren die je via een USB aansluiting op je bureau neerzet om in de zomer een beetje af te koelen zijn vaak niet geproduceerd voor intensief gebruik en begeven het snel. In grotere ruimtes zoals een tent zijn doodgewone tafel- of zwenkventilators prima te gebruiken om de lucht in beweging te zetten.

Een axiaalventilator of computerventilator heb je bijvoorbeeld al voor ongeveer €20,- bij Conrad.nl. De meesten hebben alleen nog een transformator met een kroonsteentje nodig om op het lichtnet aan te sluiten. De grootte en ophanging van je ventilator is afhankelijk van de afmetingen van je kweekruimte. Hoe groter de ruimte, des te meer wind je nodig hebt. Je gebruikt een computerfan in een microkweek en een tafelventilator in een bescheiden tent. Heb je een tent van 2 bij 2 meter dan moet je wellicht zoeken naar een grote zwenkventilator. Zolang je wietplanten maar blijven bewegen zit je goed.

(advertentie)