(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Ontbladeren. Onder old school kwekers heerst de mening dat je dat nooit zou moeten doen, aangezien bladeren de zonnepanelen zijn waar wietplanten hun energie uit halen. De laatste jaren wordt ontbladeren echter steeds populairder – mede dankzij het boek Three a Light van Joshua Haupt. Mócht je het zelf willen proberen, dan is hier een 3-stappenplan.

Voor- en tegenstanders

De meningen oven het verwijderen van wietbladeren in de binnenkweek zijn op zijn zachtst gezegd verdeeld. Kwekers van de oude stempel zijn van mening dat je wietbladeren zoveel mogelijk aan je planten moet laten zitten, aangezien de bladeren via de fotosynthese de energie leveren voor de groei en ontwikkeling van de planten.
Er zijn tegenwoordig echter ook steeds meer kwekers die wél ontbladeren, en daar goede resultaten mee lijken te halen. Zij geloven dat wietplanten binnen soms te veel bladeren hebben voor hun formaat, en dat je deze dus beter kunt weghalen. Zo’n dichtbegroeid bladerdek zou te veel licht tegenhouden en een belemmering vormen voor de luchtcirculatie, en de luchtvochtigheid met name in de bloeifase onnodig verhogen. Een wietblad dat te weinig licht en CO2 ontvangt zou meer energie kosten dan het oplevert.

3-stappenplan voor ontbladeren

Voor beide opvattingen is wat ons betreft wat te zeggen. Bladeren zijn inderdaad kostbare energiefabriekjes en het weghalen van bladeren kan de groei en ontwikkeling zeker ernstig remmen als je het niet goed doet. Maar de binnenteelt is wel degelijk anders dan de buitenkweek. Soms kan het bladerdek binnen dermate dichtgroeien, en een goede lichtpenetratie en luchtcirculatie in de weg zitten. Dit gebeurt het vaakst bij indica dominante wietsoorten, die van nature kortere internodes en grotere bladeren aanmaken dan hun sativa dominante soortgenoten.

Sommige moderne (groei) kweeklampen zijn daarnaast zo ontwikkeld, dat ze speciaal voor binnenkwekers korte en bossige wietplanten opleveren. Het lichtspectrum zorgt voor nóg kortere internodes en nóg grotere bladeren, zodat ontbladeren in sommige situaties zelfs noodzakelijk is. Mocht je het ontbladeren willen proberen, doe het dan volgens dit 3-stappenplan. Maar wees wel gewaarschuwd en volg de stappen nauwkeurig om geen risico op een verminderde oogst of stagnerende groei te lopen. Let met name op wanneer je wietplanten niet zou moeten ontbladeren.

Stap 1. Bepaal of je wietplanten te veel blad hebben

Het 3-stappenplan begint met een goede diagnose want alleen wietplanten die te veel blad hebben voor hun formaat, hebben profijt van het ontbladeren. Bij bijvoorbeeld een sativa met lange internodes en dunne bladeren zal het ontbladeren averechts werken. Planten die wel in aanmerking komen zijn doorgaans diepgroen, gezond, kort en bossig. Vaak zie je door de vele bladeren letterlijk het ‘bos’ niet meer en groeit het bladerdek bij aanvang van de bloeifase nog verder dicht.

Wel ontbladeren:

  • Als wietplanten te bossig zijn om licht en lucht door te laten
  • Als er geen ruimte is om bladeren die licht wegnemen van toppen, weg te buigen (in te stoppen)
  • Als bladeren op elkaar liggen, en er vochtplekken tussen komen
  • Als wietplanten nog in de eerste helft van de bloeifase zitten

De hierboven beschreven situaties gaat vaak gepaard met een luchtvochtigheid die aanzienlijk hoger is dan buiten de kweekruimte. De wietplanten op de foto’s hieronder zouden profijt hebben van het ontbladeren.

Niet ontbladeren:

  • Als wietplanten een open structuur hebben met lange internodes en weinig of kleine bladeren
  • Als er onder het bladerdek veel licht komt
  • Als de bloeifase al over de helft is en de plant geen nieuwe bladeren meer aanmaakt

Beginnende ontbladeraars maken snel de fout om (vaak met dikke oogsten in het achterhoofd) wietplanten te ontbladeren die hun bladeren keihard nodig hebben. Wanneer je zulke wietplanten wel ontbladert remt dat hun groei en riskeer je een deel van je opbrengst. De wietplanten op de foto’s hieronder zouden niet profiteren van het ontbladeren en hebben hun blad hard nodig. In geval van twijfel: niet ontbladeren!

Stap 2. Verwijder de grote schutbladeren

Als jouw wietplanten inderdaad te bossig zijn voor hun eigen bestwil, dan kun je ontbladeren. Een goed moment om dit te doen is aan het einde van de groeifase of rond de derde week op 12/12, nadat de eerste kleine topjes zijn gevormd. Dun het gewas uit door alleen de grootste schutbladeren te verwijderen die een lange steel hebben. Kies die bladeren die het meeste licht wegnemen van toppen.

Verwijder ook de schutbladeren die op elkaar liggen en waartussen natte plekken ontstaan. Zorg ervoor dat licht en lucht weer goed door het bladerdek kan komen maar laat over de hele lengte van de takken genoeg bladeren zitten voor de fotosynthese. Als je twijfelt verwijder het blad dan liever niet, weghalen kan altijd nog, eraan plakken niet.

Hieronder een aantal voorbeelden van hoe wietplanten er na het ontbladeren uit zouden kunnen zien.

Stap 3. Laat je wietplanten verder bloeien

Geef je wietplanten na het ontbladeren wat hersteltijd. Zorg ervoor dat ze de gebalanceerde verzorging krijgen zie ze nodig hebben, en vervolg de bloeifase zoals je gewend bent. Mocht je aan het einde van de groeifase al aan ontbladeren begonnen zijn, dan kan het zo zijn dat je het nog eens moet doen. Ga daarvoor eerst terug naar de eerste stap en verzeker jezelf ervan dat je wietplanten te bossig zijn voordat je nog eens de schaar ter hand neemt.

Hieronder een aantal voorbeelden van het resultaat van geslaagde ontbladeringen. Let op hoe goed ook de lager groeiende toppen van sommige planten ontwikkelt zijn. Veel plezier met ontbladeren!

(advertentie)