(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

André Knottnerus is voorzitter van de adviescommissie Experiment gesloten cannabisketen, ofwel de eerste baas van de wietproef. Oeps! Dat mogen we vast niet zeggen, wietproef, want Knottnerus houdt niet van normale mensentaal a.k.a. ‘de volksmond’. Zoveel wordt wel duidelijk uit een ingezonden brief in De Volkskrant van dinsdag, waarin hij columnist Teun van de Keuken berispt vanwege diens gebruik van het woord ‘staatswiet’. 

‘Spontaan blowverslaafd’

Eerst maar eens die – beslist lezenswaardige – column van Teun van de Keuken (o.a. oud-medewerker van tv-programma Keuringsdienst van Waarde) van maandag in De Volkskrant. Onder de kop ‘Denkt de overheid dat mensen zich door een verpakking laten verleiden en spontaan blowverslaafd worden?‘ reageert de columnist op de voorstellen van Knottnerus & Co voor de verpakking van wiet in de coffeeshops die straks verplicht moeten meedoen aan het kabinetsexperiment met gereguleerde wietteelt.

De passage waarover hij nu in een soort van mini-fittie is geraakt met de wietproefbaas (oei dat mogen we natuurlijk nóóit zo zeggen, wietproefbaas, maar we doen het lekker toch), is deze:

Niet. Bang. Zijn.

Haha. Maar niks haha bij de aangesproken persoon zelf, huisarts van beroep, die prompt in de pen klimt en een ingezonden brief verstuurt naar het medium waarin Van de Keuken over staatswiet rept, het reeds tweemaal genoemde De Volkskrant.

En op de Opiniepagina van het dagblad zijn ze niet te beroerd om de brief ook nog te plaatsen, zodat Teun en in zijn kielzog wij allemaal van niemand minder dan professor doctorandus J.A. (André) Knottnerus leren waarom wij NIET moeten reppen over STAATSWIET.

En dat heeft niets maar dan ook niets van doen met bang zijn.

Onjuist woord

Nee, als wij de ‘cannabis in het Experiment gesloten coffeeshopketen’ (zoals Knottnerus het zegt) ‘staatswiet’ noemen, slaan we de welbekende plank gewoon finaal mis. ‘Mijn bezwaar tegen het woord staatswiet is dat het onjuist is’, schrijft de prof-dr.

En het is onjuist omdat de staat niet zelf de wiet kweekt, maar dat laat doen door commerciële bedrijven ‘die moeten voldoen aan door de overheid gestelde eisen’. Waarna Knottnerus dit proces vergelijkt met de productie van auto’s en voedsel, producten waarbij we toch ook niet over staatsauto’s en staatsvoedsel reppen.

André Knottnerus geeft zijn staatswiet-rapport aan de ministers Bruno Bruins (links, Medische Zorg en Sport) en Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid)… [foto: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport]

Nou klinkt dit misschien nog wel logisch in de oren van onwetende Volkskrant-lezers. Maar die weten waarschijnlijk niet van de ‘regel-tsunami’ waaraan gereguleerde wiet moet gaan voldoen. En dan hebben we het beslist niet alleen over de verpakking, maar over ALLES wat je maar kan bedenken rondom de teelt, vervoer, beveiliging, opslag, verwerking, verpakking, voorlichting, verkoop en inhoudelijke samenstelling van de… eh, staatswiet. In totaal 21 pagina’s + 4 bijlages vol met eisen en regels, het is ongelogen waar!

LEES OOK: Reageer op de regel-tsunami voor de wietproef

Bakker, BMW, staatswiet

En zover gaat de staat dus echt niet als het om auto’s of voedsel gaat. Nee, de bakker mag gerust zelf een verpakking bedenken voor zijn tompoezen en daar ook ingrediënten en bakprocessen op loslaten zoals hij het zelf graag blieft. En BMW bepaalt lekker zelf wel hoeveel pk’s de nieuwe 3-serie meekrijgt, in welke hippe kleuren het bakbeest gespoten wordt en met welke extra accessoires de niet-onbemiddelde klant de dienstdoende dealer eventueel verlaat.

Laat staan dat bakker en automaker zich van A tot Z in de bedrijfskaarten moeten laten kijken, en bij de minste of geringste overtreding van de miljoen regels die hen worden opgelegd door de staat uitgerangeerd zijn, met risico op strafrechtelijke vervolging erbovenop.

En dus meneer de professor doctorandus praten wij gewoon – lekker volks als we zijn – over staatswiet als we daar zin in hebben…

(advertentie)