(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De meest voorkomende plaag in de cannabisteelt is spintmijt. Spint is niet, zoals velen denken, een insect, maar een spin. Spintmijt is klein en voor het ongeoefende oog moeilijk te ontdekken. De schade, die wordt veroorzaakt, is helaas wel goed te zien.

De spintmijt voedt zich meestal aan de onderkant van de bladeren met de sappen van de plant. Aan de bovenkant van het blad ontstaan wittige puntjes. Vervolgens kun je spintmijten wel aan de onderkant van de bladeren en op de stengel van de plant vinden. Spintmijt maakt kleine webben, die je zichtbaar kunt maken door te vernevelen van water. Als er nog niet zoveel spintmijt aanwezig is, kun je proberen de zaak onder controle te houden door de beestjes met de hand te verwijderen. Een tijdrovend karweitje.

Spintmijt

P.persimilis eet spintmijt, bron Entocare CV

Een roofmijt doet zich tegoed aan een spintmijt

Spintmijt kan op vele manieren biologisch bestreden worden. Bijvoorbeeld met zijn vijand Phytoseiulus persimilis (een roofmijt) of met lieveheersbeestjes. De roofmijt is een predator (roofdier), die zich voedt met spintmijten. Wanneer de roofmijten alle spint opgegeten heeft, sterft hij vanzelf van de honger. Lieveheersbeestjes zijn een langer leven beschoren, mits je ze goed behandelt. De witte vlieg is ook een geduchte tegenstander van de wietteler.

Witte vlieg

De witte vlieg gedraagt zich net als de spintmijt: het ellendige beestje verbergt zich aan de onderkant van de bladeren en zuigt hier zijn/haar maaltje bij elkaar. Resultaat: witte puntjes aan de bovenkant van het blad. Witte vlieg is wel goed met het blote oog te ontdekken. Een beetje schudden aan de plant doet ze opvliegen. Ze zien er uit als een wit motje, ongeveer 2 mm groot. Wil je geen pesticides inzetten, dan kun je een bepaald type sluipwespje kopen (de Latijnse naam is Encarsia formose). Deze natuurlijke bestrijder houdt er niet van om mensen te steken, maar is wel goed in het opruimen van witte vlieg. Omdat het maar een kleine wesp is (kleiner dan de witte vlieg zelf), duurt het wel lang voordat alle witte vlieg verdwenen is. Verder moet je ongeveer elke twee weken nieuwe sluipwespjes uitzetten.

witte vlieg

De witte vlieg gedraagt zich net als spint, ze kunnen biologisch bestreden worden met sluipwespen

Het kan niet vaak genoeg worden gezegd: zorg voor een goede klimaatbeheersing en voor gezonde planten. Alle beestjes krijgen dan veel minder kans om toe te slaan

Tripsen

Een ook veel voorkomende planteneter is de trips. Het zijn kleine, snelbewegende beestjes met vleugels. Ze raspen de bladeren open en zuigen dan het sap eruit. De door kwekers gevreesde tripsen hebben een voorkeur voor bloemtoppen en verse jonge blaadjes. Aangetaste bladeren hebben glinsterende, zilverachtige vlekjes. Dit wordt veroorzaakt door het uitzuigen van het bladgroen door tripsen. Ondanks het feit dat ze klein zijn, kun je tripsen op een aangetaste plant in colonne zien marcheren. Tripsen kunnen biologisch bestreden worden door de natuurlijke vijand van de trips los te laten: roofmijt (Amblyseius cucumeris). Lieveheersbeestjes lusten ook graag tripsen.

A colony of aphids on a plant

A colony of aphids on a plant

Luizen

Luizen komen binnen net zo goed voor als buiten. ’s Zomers, wanneer de luizen het buiten het beste doen, gedijen ze ook binnen goed. Luizen zijn het meest geïnteresseerd in planten met een twijfelachtige gezondheid. Er zijn twee manieren om luizen uit te moorden: spuiten met een biologisch bestrijdingsmiddel en het uitzetten van sluipwespen of galmuggen of lieveheersbeestjes. Het probleem bij de meeste vliegende verdelgers is echter, dat ze worden aangetrokken door de GASO-lampen en zichzelf zo de vuurdood in helpen.

Buiten zijn mieren vaak een oorzaak van luizenklachten, mieren helpen de luizen namelijk door ze op wietplanten uit te zetten. Ze tillen ze op en plaatsen ze in de planten om zich later tegoed te doen aan een zoet stofje dat de luizen afscheiden. Zet wietplanten daarom zeker niet in de buurt van een mierennest.

Luizen zijn het meest geïnteresseerd in planten met een twijfelachtige gezondheid

Natuurlijke bestrijding

Het uitgangspunt van de cannabiskweek is echter nog altijd een goede klimaatbeheersing. Het mes snijdt dan aan twee kanten: de planten hebben het goed naar hun zin en zullen een zo groot mogelijke opbrengst verzorgen en ziekten en plagen krijgen zo min mogelijk kans. Zorg daarom dus voor een goed klimaat en vergeet de hygiëne niet. Wanneer je toch last hebt van ziekten en/of plagen, dan verdient de natuurlijke bestrijding de voorkeur boven chemische bestrijding. Natuurlijke bestrijding kun je verzorgen door het uitzetten van de natuurlijke vijanden van je tegenstander (bij plagen) of door het spuiten met organische middelen (bij ziekten en/of plagen). Gebruik alleen chemische bestrijdingsmiddelen als niets anders helpt. Bedenk daarbij dat je enkele weken voor het oogsten moet stoppen met het gebruiken van bestrijdingsmiddelen, anders rook je later een gedeelte van het gif mee.

Voorkomen

Tenslotte: het bestrijden van ziekten en plagen heeft alleen zin als je tegelijkertijd het klimaat optimaal weet te beheersen. Bij het beheersen van het klimaat hoort ook het voorkomen (en, indien nodig, genezen) van gebreksziekten door zorg te dragen voor een optimale samenstelling van de voeding en het beheersen van de pH.

 

(advertentie)