- World Soil Day: onze beste kweekartikelen over aarde
- Video: introductie in kweekmediums | aarde, kokos en hydrologische bodems
- Wat zeggen de experts over zes jaar legale wiet in Canada?
- Bubba Diesel van dichtbij & gezonde stekken en zaailingen
- CannaTommy vindt opnieuw schimmel in zijn Bedrocan wiet
- Aftellen naar hét cannabis congres van 2024, op een iconische plek
Waarom maken wietplanten eigenlijk zoveel hars?
Het draait bij cannabisliefhebbers voornamelijk om de hars, oftewel de trichomen. Daarin zitten immers de werkzame stoffen en terpenen zoals THC en CBD en allerlei aromatische stoffen. Maar waaróm produceert een wietplant al die hars eigenlijk? We gaan er wat dieper op in, zodat je wat beter begrijpt wat de cannabisplant eigenlijk beweegt om al die hars te maken.
Het zijn vooral de vrouwelijke wietplanten die een ruime hoeveelheid hars vormen en daar is ook een goede reden voor. De vrouwelijke planten moeten namelijk bevrucht worden en daarna hun zaden beschermen. En ze krijgen in hun natuurlijke omgeving nogal wat te verduren. Overdag is het soms wel 40 graden, en ’s nachts is een paar graden onder nul ook geen uitzondering.
Cannabisplanten hebben al vrij snel in hun cyclus een ontelbare hoeveelheid kliertjes die je op hun bladeren kunt zien schitteren. Al deze plakkerige trichomen zitten vooral rondom de bloeiende toppen, en de kleine blaadjes die deel uit maken van die toppen. Kijk maar eens tegen de zon (of een lamp) in naar een wiettop, dan zie je ze heel duidelijk. Met een loep of als je inzoomt op je camera zie je nog scherper. Deze minuscuul kleine kliertjes vormen ieder voor zich een piepklein druppeltje hars.
Deze harsdruppeltjes ontstaan vooral op en om de bloeiende toppen en concentreren zich op de zaadhulsjes (calyxen). Dit proces blijft doorgaan tot het einde van de levenscyclus.
Het gevolg is dat er een laagje hars over de toppen groeit. Dit laagje hars zorgt er overdag voor dat de plant niet kan uitdrogen. Maar het heeft nog een paar belangrijke functies.
Bevruchting
Wellicht de belangrijkste functie van de plakkerige trichomen, is het opvangen van stuifmeelkorrels uit de lucht. Doordat de trichomen erg plakken, blijven de poederachtige stuifmeelkorrels van de mannelijke wietplanten er gemakkelijk aan vast kleven. Wietplanten met heel veel hars vergroten daarmee dan ook hun kans om bevrucht te worden en zich voort te planten.
Nachtvorst en UV-straling
’s Nachts biedt het laagje hars in de natuur de nodige bescherming tegen nachtvorst door keihard te worden en zo een beschermlaag tegen de kou te vormen. Je kunt dat vergelijken met de manier waarop fruittelers hun gewassen tegen nachtvorst beschermen; wanneer er vorst voorspeld is en de vruchten aan de fruitbomen nog klein zijn, benevelen de fruittelers in het begin van de avond hun bomen met water. Hierdoor ontstaat er een laagje ijs rond de gevoelige vruchten. Dat ijs vormt dan een beschermlaag waardoor de vruchten niet kapotvriezen. Simpel maar doeltreffend.
Wietplanten die in hoger gelegen gebieden groeien produceren daar blijkbaar meer trichomen dan anders. Het lijkt er dan ook op dat de trichomen niet alleen tegen kou maar ook tegen UV-straling van de zon beschermen. Sommige fabrikanten van kweeklampen spelen hierop in en maken lampen die UV licht uitstralen, om de wietplant ertoe aan te zetten nóg meer trichomen aan te maken.
Na de oogst is de hars gemakkelijk van de planten af te zeven. Denk aan de werkwijze in landen als Marokko, Libanon en Syrië. Na het oogsten worden de planten daar een paar dagen op het veld gedroogd en liggen ze minimaal drie maanden binnen in een schuur voordat ze klaar zijn om te zeven.
Geperste trichomen
Het materiaal dat overblijft na het zeven noem je polm of kief. Geperste kief heet hasj. In Marokko geeft de gemiddelde wietboer er de voorkeur aan om zijn planten in de schuur te laten rijpen tot het volgende voorjaar, wanneer de zon weer behoorlijk warmte geeft. Die zon wordt namelijk gebruikt om de planten een paar uur extra te laten drogen voordat het zeven begint. Je leest het goed… cannabisplanten laten zich beter zeven en zijn rijper als je ze de tijd gunt. Het komt niet alleen de smaak en de kwaliteit ten goede, het zorgt er ook voor dat er wat meer hasj geoogst kan worden.
Het transparante druppeltje hars dat in aanvang uit het kliertje kwam, heeft na het drogen en rijpen een gele tot lichtbruine kleur. Eenmaal geperst heeft hasj een bruine kleur. Himalaya-hasj wordt door het persen zelfs bijna zwart van kleur. Door het te verwarmen en te persen wordt de olie die in de hars aanwezig is naar buiten gedrukt. Daardoor zal het buitenoppervlak van een stuk hasj vaak aanmerkelijk donkerder van kleur zijn dan de massa binnen in de hasj.
Toppen vol THC
Laten we dan ook meteen een misverstand aan de kaak stellen. Er zitten geen THC kristallen op wiettoppen maar trichomen. De uit de klieren komende harsdruppeltjes zijn in aanvang bijna zo doorzichtig als glas en bij veel harsvorming lijkt het alsof er fijne sneeuw over de toppen heen ligt. Maar dat komt door de hars en niet door de THC. Hars bevat namelijk meer dan 111 cannabinoïden en daarvan is THC er maar één.