(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Uruguay was in 2014 het eerste land met legale cannabis, maar dat is inmiddels alweer bijna 10 jaar geleden. De officiële verkoop van staatswiet begon echter pas in juli 2017, en dat is nu dus precies 6 jaar geleden. Tijd voor het Uruguayaanse Instituut voor Regulering en Controle van Cannabis (IRCCA) om de cijfers op een rijtje te zetten.

Je zou kunnen zeggen dat de wereldwijde legalisering van cannabis begonnen is met het Zuid-Amerikaanse land Uruguay. Dat was namelijk het allereerste land dat de teelt en het gebruik van cannabis volledig legaliseerde. En met een goed streven ook nog eens, want Uruguay stond erop dat de ‘staatswiet’ zo goedkoop mogelijk zou moeten worden, om de zwarte handel in cannabis zo oninteressant mogelijk te maken.

Maar die staatswiet kwam er in Uruguay niet meteen. Nadat het parlement in december van 2013 besloot om te legaliseren, was het vanaf het begin van 2014 voor Uruguayanen meteen legaal om zelf wiet te kweken. Voor eigen gebruik dan wel, en niet voor de verkoop.

Drie kwekers, drie soorten wiet

Vervolgens kwamen er in 2015 ook cannabis social clubs in Uruguay, en pas vanaf juli 2017 lag er – uitsluitend voor Uruguayanen en dus niet voor toeristen – staatswiet in de apotheken. Deze staatswiet wordt in Uruguay niet echt door de staat zelf geteeld, maar door een drietal door de staat gelicenseerde bedrijven.

Deze drie bedrijven kweken voor de apotheken slechts drie verschillende wietsoorten. Twee milde wietsoorten met maximaal slechts 9% THC, en een derde ook nog behoorlijk milde variëteit die maximaal 15% THC mag bevatten.

De hele productie en kwaliteit van de cannabis wordt in Uruguay streng gecontroleerd door het Uruguayaanse Instituut voor Regulering en Controle van Cannabis (IRCCA), die nu dus ook met de cijfers komen over de verkoop in de zes jaar dat de staatswiet verkrijgbaar is.

10.700.000 gram wiet verkocht

Om die staatswiet trouwens bij een van de 37 apotheken te kunnen kopen, moeten Uruguayanen zich eerst registreren. Dat deden volgens het IRCCA meer dan 61.500 mensen, wat neerkomt op iets minder dan slechts 2% van de totale bevolking. Dat klinkt misschien niet als veel, maar ook in Nederland ligt het aantal dagelijkse blowers tussen de 1 en 2%.

Nou, voorts hebben die 61.500 geregistreerde Uruguayaanse blowers met zijn allen in zes jaar tijd 10,7 miljoen gram wiet gekocht. Dat is dus 10.700 kilo cannabis, voor wie niet zo sterk in rekenen is, en komt neer op iets meer dan 1.783 kilo wiet per jaar. En dit is per geregistreerde cannabisliefhebber dan weer bijna 30 gram staatswiet per jaar.

Goedkope staatswiet, eigen teelt en cannabis clubs zetten de zwarte markt in Uruguay buiten spel. Beeld: Kittyfly, Shutterstock

Driewerf hoera!

Alle cijfers bij elkaar genomen is de blowende Uruguayaan dus duidelijk in de minderheid, en wordt er ook niet zo erg veel geblowd door diegenen die zich hebben laten registreren. Zouden er dan nog veel Uruguayanen zijn die hun wiet op de zwarte markt verkrijgen?

Niet volgens de regelgevers van het IRCCA, die stelt dat de illegale markt de nodige risico’s met zich meebrengt op het gebied van de gezondheid, omdat ‘zwarte wiet’ niet aan de strenge kwaliteitsnormen voldoet.

Daarnaast staan er naast de geregistreerde cannabisliefhebbers ook nog 14.600 mensen geregistreerd als thuisteler, en 10.500 als lid van een van de 306 officiële cannabis clubs. Deze clubs hebben ook een licentie om voor eigen gebruik van en door de leden wiet te kweken, oogsten en verwerken.

Door de soepele wetten omtrent thuisteelt en in clubverband, en de beschikbaarheid van voordelige staatswiet in de Apotheek, heeft Uruguay de zwarte markt mooi ‘ondermijnd’. Het loont misschien nog wel om wat van je eigen teelt aan een buurman te verkopen maar veel valt daar dan ook niet echt mee te verdienen.

Driewerf hoera dus voor het reguleringssysteem van Uruguay! Hoera, hoera, hoera!

[Openingsfoto: Ricardo Barata, Shutterstock]
(advertentie)