(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Je zult het zelf ook vast wel eens hebben meegemaakt: mensen die niet (mee) willen blowen omdat ze zeggen dat ze van wiet enorm slaperig of zelfs volkomen paranoia worden. Maar hoe komt dat nou dat de ene persoon heel anders reageert op precies dezelfde strain als een ander? Canadese wetenschappers stelden zich die vraag ook…

 

Ratten

Hoewel het dus bekend is dat dezelfde wietsoort consumenten op volstrekt verschillende manieren kan beïnvloeden, proberen onderzoekers nog steeds uit te vogelen waarom reacties van persoon tot persoon verschillen.

Het blijkt dat er wellicht een onderliggende genetische factor is die bijdraagt aan de negatieve effecten van cannabis, zoals paranoia en door cannabis opgewekte psychoses. Researchers van de University of Western Ontario in Canada publiceerden begin juli op de website van het beroemde vakblad Nature hun studie over de verschillende uitwerkingen van één en dezelfde wietsoort bij diverse ontvangers. In dit geval vormden ratten die ontvangers trouwens.

De nucleus accumbens

De Canadezen vonden een relatie tussen THC en de nucleus accumbens in het brein. Letterlijk betekent nucleus accumbens ‘aanliggende kern’ en het is het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor beloningsgedrag en het verwerken van afkeer. THC in dit deel van het brein kan ook de verslavende eigenschappen van opioïden medicatie zoals morfine verhogen, terwijl het ook een boost geeft aan beloning-gerelateerde activiteitenpatronen in de zenuwcellen van de hersenen.

Wanneer de THC verwerkt wordt in het voorste gedeelte van de nucleus accumbens, dan is het waarschijnlijk dat de gebruiker een positieve ervaring heeft, met gevoelens van euforie. THC in het achterliggende gedeelte van de nucleus accumbens produceerde – bij de ratten – stevige afkeergevoelens, inclusief aan schizofrenie gerelateerde cognitieve en emotionele symptomen en zenuwcel-activiteit vergelijkbaar met individuen met deze psychiatrische stoornis.

Genetisch bepaald

Het mooiste van alles is dat het feit of THC zich hecht aan het voorste of het achterste deel van de nucleus accumbens NIET veroorzaakt wordt door je humeur of persoonlijkheidstype, maar eerder het gevolg is van genetische aanleg.

Een en ander betekent dat het specifieke gebied van de nucleus accumbens dat gevoeliger is voor THC wel eens de belangrijkste indicator kan zijn voor eventuele negatieve of positieve bijwerkingen van cannabisgebruik.

Niet iedereen even sensitief

Christopher Norris van de Canadese universiteit die het onderzoek uitvoerde: “Sommige mensen zullen sensitiever zijn voor de belonende aspecten van THC. Bij sommige andere mensen die THC gebruiken mondt dit altijd uit in iets negatiefs, en dat zal hen niet aanmoedigen om cannabis te blijven gebruiken en de verslavingsadaptatie in het brein ‘aan te zetten’.”

Neurowetenschapper Steven Laviolette van de Schulich School of Medicine and Dentistry: “Tot op heden was het onbekend welke specifieke regionen van het brein verantwoordelijk zijn voor deze zeer uiteenlopende effecten van cannabis.”

Soit, nu weten we het dus wel. Maar als jij een trouwe lezer bent van deze website, dan val je zeker en vast in de categorie mensen met een brein dat zich wel beloond voelt door wiet/hasj, al dan niet met euforische gevoelens erbij…

[openingsfoto:  content_creator/Shutterstock]
(advertentie)