(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

High krijgt wellicht een nieuwe en extra betekenis. Onderzoekers hebben namelijk via fossiele pollen ontdekt dat de oorsprong van wiet op het Tibetaans Hoogland ligt, op een hoogte van drie kilometer boven zeeniveau. En niet alleen dat, de vroegste mensen op aarde wisten ook al snel gebruik te maken van de wonderplant!

 

Tibetaans Hoogland, de kraamkamer van wiet

Waar de plant precies vandaan komt heeft de wetenschap nog niet definitief ontrafeld (komt nog wel), maar analyse van stokoude, fossiele pollen suggereert nu dat de wietplant tot ontwikkeling kwam op drie kilometer boven zeeniveau op het zogeheten Tibetaans Hoogland, ook wel het Qinghai-Tibetaans Plateau genoemd.

Wat deze ontdekking extra spectaculair maakt is dat de plek waar de pollen gevonden zijn slechts een paar honderd kilometer verwijderd ligt van een grot waarvan onderzoekers recent hebben bekendgemaakt dat die het thuis was van onze oervoorvaderen de Denisovamens. Die leefde in de prehistorie, samen met de neanderthalers.

Pollen onderzoeken

De nieuwste kennis over de vroegste periode van cannabis op aarde danken we aan de University of Vermont en met name aan diens professor John McPartland. Hij en zijn team vlooiden door diverse wetenschappelijke studies om vast te stellen op welke archeologische en geologische vindplaatsen in Azië pollen zijn aangetroffen.

Ze publiceerden hun bevindingen deze maand in het vakblad Vegetation History and Archaeobotany onder de titel ‘Cannabis in Asia: its center of origin and early cultivation, based on a synthesis of subfossil pollen and archaeobotanical studies‘.

Wiet is waarschijnlijk nog ouder dan we dachten en het werd door onze oervoorvaders gebruikt ook… [beeld: Dennis Cox/Shutterstock]

De mens was er vroeg bij

Het blijkt dat mensen als diep in de prehistorie begonnen met het ‘exploiteren’ van de cannabisplant. Haar zaden zijn een goede bron van proteïne en vetzuren, terwijl de vezels van de stengels tot garen kunnen worden gesponnen en tot textiel worden verwerkt. De bloemen (toppen) zijn een bron van cannabinoïden, die al minstens 2700 jaar als medicijn worden gebruikt.

Het identificeren van cannabis pollen is niet gemakkelijk, omdat ze identiek lijken aan de pollen van een nauw verwante plant: de gewone hop. Dat wordt voor de smaak van bier gebruikt bijvoorbeeld.

Lees ook:Studie • Wiet en hop zaten ooit in één plant

Maar McPartland en collega’s geloven dat het mogelijk is om uit te zoeken aan welke soorten de oeroude pollen toebehoren, door te kijken naar welke andere pollen er aanwezig zijn op een archeologische plek. Dit komt doordat cannabis leeft in open steppen met gras, dus haar pollen worden vaak samen aangetroffen met pollen van steppenplanten. De gewone hop echter groeit meestal in bossen, dus haar pollen vindt je samen met die van bomen.

Meer op 3200 meter is dé ontstaansbron van cannabis

Toen de Amerikaanse onderzoekers deze theorie toepasten, ontdekten ze dat de vroegste vaststelling van het voorkomen van cannabis pollen in de archeologie en geologie toegeschreven kan worden aan Noord-China en het zuiden van Rusland (waar die oervoorvader Denisovamens dus leefde). Uit de verspreiding van de pollen concludeerde het team dat cannabis waarschijnlijk is ontstaan op het Tibetaans Hoogland en wel in de buurt van het Qinghaimeer, dat op 3200 meter boven zeeniveau ligt!

Dat is dus allemaal gebeurd ongeveer 28 miljoen jaar geleden, toen de hop en cannabis nog één en dezelfde voorvader hadden. Het Tibetaans Hoogland zou de evolutie van de wietplant wel eens hebben kunnen aanjagen, denken de Amerikanen. Cannabis floreert in dorre, steppenachtige omgevingen en het was de vorming van het Tibetaans Hoogland die hielp om die condities te verspreiden over Azië.

Dat bergplateau kon zich vormen door de botsing van de Indiase en Aziatische landmassa’s, dus in zekere zin kunnen we die tectonische platen (waarvan er 6 zijn op aarde) danken voor de evolutie van wiet, aldus McPartland.

[openingsbeeld: Frau Cosmic/Shuttertock]
(advertentie)