Topstories

(advertentie)

Een cannabis-binnentuintje vullen kan met stekken en met zaadplanten. Beide methoden hebben zo hun eigen voor- en nadelen die we in dit artikel eens voor je op een rijtje hebben gezet zodat je een goede keus kan maken tussen de twee. Wanneer kun je beter met stekken werken en waarom zou je toch liever vanuit zaad kweken? 

Stekken is een bewezen methode om een wietplant te vermeerderen. In Nederland wordt er al jaren lustig op los gestekt en men spreekt dan ook wel eens over Nederland-stekkenland. Zaadplanten hebben daarentegen ook zo hun voordelen en zijn onder kwekers steeds meer gemeengoed geworden. De beide methodes hebben elk hun eigen voordelen en nadelen die je zou moeten weten om een goede keus te maken hoe je kweektentje te vullen.

Stekken

Stekken zijn de snelste en makkelijkste manier om wietplanten te vermeerderen. Om zelf stekken te kunnen maken heb je echter wel een vrouwelijke moederplant nodig. In principe is een stek namelijk niets anders dan een afgesneden wiettakje die je in de grond zet om te laten wortelen. De stek is dan ook een genetische kopie van de moederplant met exact dezelfde eigenschappen zoals bloeitijd, smaak, opbrengst en ga zo maar door. Om die reden worden stekken ook wel kloontjes genoemd.

Voor de opkomst van gefeminiseerde wietzaden waren stekken helemaal populair, het was de enige manier om zeker te weten dat wietplanten in een kweekruimte allemaal vrouwelijk zouden zijn, zolang de stekken maar van een vrouwelijke plant werden genomen. Stekken kosten je geen geld wanneer je ze zelf maakt en aangezien alle stekken van een en dezelfde moederplant genetisch hetzelfde zijn, groeien stekplanten supergelijkmatig op en heb je geen last van uitschieters in je kweekruimte.

Voordelen van stekken

• Van stekken weet je wat je kunt verwachten. Ze zijn immers exact hetzelfde als de moederplant. Was de moederplant een goede opbrenger dan zal de stek dat ook zijn. Bij stekplanten heb je nooit ‘last’ van verschillende fenotypes.
• Eén enkele moederplant kan gemakkelijk vele nieuwe wietplanten opleveren en kun je bijna eindeloos door blijven stekken. Ongeveer een week nadat je stekken gesneden hebt zijn je nieuwe planten klaar voor gebruik.
• Je kunt altijd stekken nemen van een wietplant, dus het is een geweldige manier om een bepaalde plant nog eens te kunnen kweken wanneer je niet meer aan zaden ervan kunt komen. Stekken die in de bloeifase genomen worden zullen echter wel wat minder snel wortelen.
• Stekken hebben een voorsprong op zaadplanten die eerst nog uit moeten groeien tot ze klaar zijn voor de bloeifase. Iedere stek is even oud als de moederplant en zullen vooral tijdens de eerste weken een stuk sneller groeien dan zaadplanten.
• Stekken zijn door hun homogeniteit supergeschikt om in een sea of green mee te kweken, je hebt geen rare uitschieters of verschillende fenotypen en achteraf is alle wiet hetzelfde qua smaak, structuur en uitwerking. Je kunt gewortelde stekken ook vrijwel direct in de bloei zetten.
• Stekken die je zelf maakt zijn helemaal gratis.

Nadelen van stekken

• Stekken die je aankoopt bevatten dikwijls ongedierte die meegelift zijn uit de kweekruimte van degene die de stekken heeft gemaakt. Om deze reden worden stekken vaak direct na aankoop gedompeld in een bestrijdingsmiddel.
• Bij stekken heb je minder keuze in wietsoorten. Wie ze zelf maakt kan dat alleen doen van moederplanten die hij of zij al in bezit heeft en ook handelaars in stekken hebben meestal maar een beperkte keuze.
• Het inkopen van stekken brengt risico’s met zich mee want de handel in stekken is illegaal. Je moet ergens afspreken om de stekken te verruilen voor geld en je bent afhankelijk van een tweede persoon voor je genetica.
• Autoflower wietsoorten zijn niet mogelijk met stekken, aangezien een autoflower een vaste cyclus heeft, kan een stek hiervan nooit tot een nieuwe wietplant uitgroeien.
• Wanneer je zelf stekken wil maken heb je een moederplant nodig, wat meestal ook betekent dat je een extra kweekruimte nodig hebt om de moederplant in de groeifase te houden.

Wietplanten uit zaden

Er zijn, mede door de komst van gefeminiseerde wietzaden, steeds meer kwekers die ervoor kiezen om hun wietplanten vanuit zaden op te laten groeien. Deze gefeminiseerde zaden bieden ook de garantie op vrouwelijke planten en er is heel veel keus qua soorten. Ontkiemen is gemakkelijk en je hoeft zaden niet in het illegale circuit te kopen. Ze zijn gewoon op internet te bestellen en gemakkelijk te versturen via de post. Zaadplanten hebben in tegenstelling tot stekplanten ook een penwortel waardoor ze beter in de grond verankerd staan, wat voor buitenkwekers een voordeel kan zijn wanneer het hard waait.

Voordelen van zaadplanten

• Zaadjes zijn altijd vrij van ongedierte, je hoeft ze dus niet met een bestrijdingsmiddel te behandelen.
• Er is enorm veel keus in wietsoorten als je vanuit zaad kweekt. Exclusieve soorten zijn vrijwel allemaal als zaad te bestellen.
• Met gefeminiseerde zaden ben je verzekerd van vrouwelijke wietplanten.
• Zaadplanten zijn sterker en staan beter in de grond verankerd dankzij hun penwortel.
• Je hebt geen aparte groeiruimte nodig om een moederplant in leven te houden.
• Wietzaden zijn legaal verkrijgbaar.

Nadelen van zaadplanten

• Wietzaden zijn best kostbaar. Wanneer je er veel van wil hebben kunnen wietzaden een behoorlijke investering zijn.
• Zaadplanten zijn nooit 100% hetzelfde, ook al heb je zaden van een en dezelfde soort. Hierdoor heb je soms uitschieters en zal de wiet van verschillende zaadplanten kunnen verschillen in smaak, effect en structuur.
• Kweek je met reguliere (niet gefeminiseerde) zaden, dan zal ongeveer de helft van je planten mannelijk zijn. Deze planten moet je dan wegdoen, hierdoor weet je met regulier zaad nooit precies hoeveel vrouwelijke planten je overhoudt en moet je in eerste instantie meer planten opkweken dan je uiteindelijk wil afbloeien.

 

Openingsfoto: Madlen, Shutterstock.com

 

(advertentie)