(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Voor de eerste keer dat ik cannabis rookte moet ik bijna 29 jaar terug in de tijd. Een tuinfeest in de Paradijslaan, het sprookjesachtige huis van de Eindhovense kunstenaar Jacques Slegers, vader van Saskia, die later landelijk bekend zou worden als DJ en producer Miss Djax.

Zelfgemaakte hasjpijp

Wie het feest organiseerde en hoe ik er verzeild raakte: geen idee. Maar de zelfgemaakte hasjpijp die rondging zie ik nog precies voor me: een Aladin-achtige olielamp, waar met een zakdoek een chillum in vast was gezet. Even zuigen aan het tuitje voor het gewenste effect. Niet dat ik er veel van merkte, want ik was al behoorlijk dronken toen ik de wonderlamp in handen kreeg.

dude-smoking-624x312Alcohol was de ‘drug of choice’ op mijn nogal bekakte middelbare school, het Lorentz Lyceum. Elke school is een mini-maatschappij en zeker in de jaren tachtig waren er duidelijke subgroepen: kakkers in de meerderheid, maar ook nerds, disco-types, sportfanaten en de groep waar ik me het meeste bij thuis voelde: de alto’s. Voor hen geen pastelkleurige polo’s, bootschoenen of Burberry sjaals, maar zwarte kleren, kistjes en Palestinasjaals.

Shag en hasj roken

Alto’s rookten geen Marlboro Light, maar shag. En soms hasj. Een lastig verkrijgbaar product: de Lichtstad telde midden jaren tachtig eigenlijk maar één coffeeshop, de piepkleine Pink Panther. Het duurde even voordat ik deze shop ontdekte, meestal kwam je via-via aan je hasj. Wiet was er nauwelijks en dan nog alleen van exotische herkomst: Thaise, Colombiaanse of Jamaicaanse. De Nederwietrevolutie moest nog op gang komen.

7841Marijuana-PostersDat ik die avond in de Paradijslaan voor het eerst blowde, was geen impulsieve beslissing. Geloof het of niet, maar ik was naar de bibliotheek gegaan om me te informeren. In een folder van SIRE, ‘Wat iedereen zou moeten weten over drugs’, vond ik de informatie die ik zocht: cannabis is bij gematigd gebruik niet verslavend en weinig schadelijk.

Van de forse plakken Libanon, Marok en Afghaan wist Frank in één beweging exact een gram af te snijden

Die eerste keer smaakte naar meer. Eén van de oudere jongens met wie ik de wonderlamp had gedeeld voerde rond die tijd campagne voor het leerlingenbestuur. Alle insiders gniffelden om zijn dubbelzinnige campagneslogan: Nie mauwen, maar bouwen!

Mijn eerste grammetjes hasj betrok ik bij mijn klasgenoot Thijs Cobben. Een nakomertje: al zijn broers en zussen studeerden al. Thijs wist waar je hasj kon kopen in de stad, maar pas na weken aandringen wilde hij die kennis met me delen. Op een mooie dag nam hij me mee naar het geheime dealadres.

Codeboodschap voor blowers

Tot mijn verbijstering eindigde onze fietstocht voor het pand waar mijn grootouders jarenlang hadden gewoond. Opa had een kapperszaak annex tabakswinkel en woonde boven de winkel. Na hun dood was het pand verkocht. Op de benedenverdieping waren de gordijnen al jaren potdicht.

Coffeeshop Pink, voorheen Pink Panther

Coffeeshop Pink, voorheen Pink Panther

Toen Thijs en ik onze fietsen hadden geparkeerd viel me een glazen bordje op, dat strategisch voor de gordijnen was gezet. ‘Tabaksmagazijn’ stond er in fraaie art déco-letters op. Het bordje was uit de originele etalageruit gesneden en fungeerde als code boodschap: blowers noemden deze huisdealer het tabaksmagazijn.

In de ruimte waar ik als kind zoveel uren had doorgebracht waren de kappersstoelen vervangen door bankstellen. In een nis zat dealer Frank, met een snijplank, een weegschaal en een groot mes. Van de forse plakken Libanon, Marok en Afghaan wist hij in één beweging exact een gram af te snijden.

Nie mauwen, maar bouwen

Fast forward naar 2014. Het tabaksmagazijn is een lampenwinkel geworden, de Pink Panther heet nu de Pink en is een van de mooiste coffeeshops van het land. De meeste van mijn middelbare schoolvrienden en vriendinnen ben ik uit het oog verloren. Maar nog steeds mag ik op gezette tijden graag uitroepen: nie mauwen, maar bouwen!

(advertentie)