(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Dat de Chinezen er vroeg bij waren met het medicinale en industriële gebruik van hennep wisten we al. Maar nu hebben wetenschappers ook vastgesteld dat ze cannabis gebruiken om high te worden, en dat deden ze dus al 2.500 jaar geleden!

 

Stokoude wiet

Er wordt binnen de wetenschap al wat langer gesteggeld over wanneer de mens nu precies de geestverruimende geneugten van de wietplant ontdekt heeft. Zo waren er archeologen die claimden dat er in Centraal-Azië vijfduizend jaar geleden al ‘rituele verbrandingen’ plaatsvonden van cannabis. Helaas voor hen blijkt uit nieuwe analyses van die planten dat er nauwelijks THC in zat. Er was zelfs een dappere onderzoeker die van die stokoude wiet een joint draaide en er stukje van op at… maar ook hij werd niet stoned.

Maar de wiet uit het nieuwe onderzoek dat nu is gepubliceerd in het vakblad Science Advances onder de titel ‘The origins of cannabis smoking: Chemical residue evidence from the first millennium BCE in the Pamirs‘, was wel bedoeld voor ‘hogere doeleinden’, ofwel stoned worden!

Blowen met houten vuurpot

De cannabis werd 2.500 jaar geleden verbrand op de Jirzankal begraafplaats. Die ligt op een hoogte van 3.000 meter (dus ook best high) in het Pamir-gebergte in het uiterste westen van China. Opgravingen daar brachten houten kommen en platen, Chinese harpen en houten vuurpotten naar boven. En die laatste werd dus ook gebruikt om te blowen door de toenmalige bewoners (zie openingsfoto).

De houten vuurpotten werden met name aangetroffen in de tombes van de elite. De Chinese en Australische wetenschappers vermaalden stukjes van deze potten tot poeder en pasten daar gaschromatografie en massaspectrometrieop toe om de chemische componenten te identificeren die achterbleven in de potten. Ze vonden ‘ongewoon hoge gehaltes THC vergeleken met de typische wilde cannabis’. Wel nog veel minder THC dan in de wiet van vandaag de dag, maar dat is logisch.

De wiet werd klaarblijkelijk verbrand in een afgesloten ruimte, dus de begrafenisbezoekers moeten THC-dampen hebben geïnhaleerd volgens de onderzoekers. En daarmee is dit het oudste bewijs van het gebruik van cannabis om pyschoactieve redenen!

Hooggebergte laat wietplanten stressen en dat levert meer THC op

Volgens onderzoeker Robert Spengler heeft de hoogte waar de regio ligt er voor gezorgd dat de wietplanten gingen stressen, waardoor ze op natuurlijke wijze een high creëren door middel van de productie van THC. “Het is waarschijnlijk dat mensen op grotere hoogtes tegen cannabisplanten aanliepen die van nature hogere THC-gehaltes produceerden.” Maar hij acht het ook zeer wel mogelijk dat mensen ingrepen om een nog krachtigere wiet te kweken.

Wetenschappers die niet bij dit onderzoek betrokken zijn ondersteunen de bevindingen, omdat de ‘beschreven methodes overtuigend zijn en de data ondubbelzinnig’. Wel denken sommige wetenschappers dat er wellicht nog een reden  was om wiet te cultiveren voor de oude Chinezen naast het high worden als ritueel: het maskeren van de stank van ontbindende lichamen…

Eerst de elite dan de massa

Wietconsumptie was toen echter nog een zaak van de elite, totdat cannabis zich via de Zijderoute begon te verspreiden over Centraal-Azië. In 440 voor Jezus schreef de Griekse historicus Herodotus over nomadische Scythen die grote gebieden controleerden van Siberië tot Oost-Europa. Zij maakten tenten en verwarmden stenen zodat ze hennepdampen konden inhaleren die “hen liet schreeuwen van vreugde”.

De Russische archeoloog Andrei Belinski ontdekte in 2013 in een 2400 jaar oude graftombe van de Scythen gouden borden waarop de restanten van zowel opium als cannabis zijn aangetroffen. Ook die ontdekking draagt bij aan het idee dat de elite het eerst drugs gebruikte, meldt Science Advances.

Hoe dan ook, duidelijk is dat de roemruchte Zijderoute niet alleen bestemd was voor kruiden, graan en ideeën. “Gewassen waren er niet alleen als voedsel”, zegt archeoloog Michael Frachetti. “Ze waren er ook om contact te maken met een andere wereld.”

(advertentie)