(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Verschillende Amerikaanse cannabiswebsites schreven er al over: wanneer je ietwat paranoide wordt na het roken van te veel of te heftige wiet is er een heel simpele remedie: ruik of eet wat zwarte peperkorrels! Ervaringsdeskundigen zweren erbij…

Het is een fenomeen dat wellicht elke blower wel eens heeft mogen ervaren: dat je wietje er zo hard opklapt dat je er paranoïde gevoelens van krijgt. Vaak grijpen wij blowers dan terug op de vertrouwde klassieker ‘frisse lucht + Mars + cola’ maar er bestaat een veel eenvoudiger remedie. Iets wat iedereen wellicht ook standaard in huis heeft liggen: zwarte peper.

Snuiven of eten

Het snuiven (ruiken) van wat korreltjes zwarte peper of het eten van die krengen is bijvoorbeeld volgens Jay Arthur van de website Marijuana.com de simpelste oplossing tegen blowersparanoia. De effecten van de wiet worden er direct milder door (als je snuift) of binnen het uur (bij eten), al zal dat laatste bij een stevige para-aanval wellicht te lang duren… Ook een andere journalist, Owen Smith van Canada’s Cannabis Digest dat hij in een cannabis social club in Victoria met eigen ogen heeft gezien wat de impact van peper op wiet was.

De zwarte peper is als ie nog aan de plant zit net zo groen als onze favoriete plant...

De zwarte peper is als ie nog aan de plant zit net zo groen als onze favoriete plant…

Het phytocannabinoïden-terpenoïden effect

Waarom zouden zwarte peperkorrels dit schitterende effect hebben dan? In een wetenschappelijk artikel dat gepubliceerd werd in the British Journal of Pharmacology schrijft Ethan Russo over een “phytocannabinoïden-terpenoïden effect’ dat kan helpen bij ‘pijn, ontstekingen, depressie, angst, verslaving, epilepsie, kanker, schimmels en bacteriële infecties’. Hoewel er geen wetenschappelijk onderzoeker naar zwarte peper en wiet zijn gedaan, is de stelling van deze wetenschapper dat er een oorzaak-gevolg verband is tussen THC (tetrahydrocannabinol) en terpenoïden die in planten voorkomen zoals peper.

Jarenlang heeft cannabisonderzoek zich gefocust op THC wanneer de effecten bestudeerd werden. Russo stelt voor om onze aandacht ook te vestigen op componenten van de plant die je vindt in terpenen. De combinatie van die twee – in de juiste dosering – heeft grote potentie voor wetenschappers die medicijnen met cannabinoïden bestuderen.

Aan de slag met de peperbus

Peper bevat de terpenen myrceen en alpha-pineen en de terpenoïde (een gemodificeerde terpeen) bèta-caryofylleen. Pineen is bijvoorbeeld gebruikt als een bronchodilator bij astmapatiënten. Bèta-caryofylleen is getest als hulpmiddel bij artritis, multiple sclerose en HIV-geassocieerde dementie, maar ook als behandeling tegen angsten end depressies. Met andere woorden: de terpenoïden die in peper voorkomen zouden kunnen helpen met de door THC opgewekte symptomen die gevoeld worden door de phytocannabinoïden in wiet.

Tot zover onze biologie en scheikundeles van vandaag. Wij zeggen: probeer het gewoon eens die zwarte peperkorrels wanneer je paranoïde wordt… helpt het niet dan schaadt het ook niet, helpt het wel dan weten we dat ook weer 😉

(advertentie)