(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Haar gevonden in een grot in Spanje toont aan dat mensen drieduizend jaar geleden ook al psychedelica gebruikten. Dat is de conclusie van een studie die op 6 april gepubliceerd is in het tijdschrift Scientific Reports. Het haarmonster werd ontdekt in een grot in Es Càrritx, die in de bronstijd werd gebruikt voor rituelen en begrafenissen.

Naast cannabis zaten de mensen vroeger ook al aan alkaloïden

Van de oude Chinezen en mensen die heel lang geleden in het tegenwoordige Israël wonen was al bekend dat ze niet vies waren van drugs. Nu blijkt dat ook de oer-Europeanen er in de Bronstijd al raad mee wisten.

Die fijne conclusie kunnen we trekken uit het wetenschappelijke onderzoek met de titel ‘Direct evidence of the use of multiple drugs in Bronze Age Menorca (Western Mediterranean) from human hair analysis‘.

Dat directe bewijs waarover de studietitel rept, is dus mensenhaar. Het haarmonster bevatte verschillende alkaloïden, waaronder atropine, scopolamine en efedrine – stoffen die de onderzoekers omschrijven als “zeer psychoactief”.

Alkaloïden vormen een natuurlijke groep stikstof bevattende, meestal basisch reagerende stoffen. Het zijn vaak werkzame stoffen die met name in het plantenrijk voorkomen, en wel in planten die dikwijls als giftig aangeduid worden. Aldus Wikipedia.

LEES OP CNNBS OOKStudie • Chinezen blowden al in 500 voor Jezus!

De Spaanse grotten waar vroeger de fun was…

Geen (f)lauwe kattenpis voor de oude Spanjaarden

Atropine en scopolamine zijn op hun beurt zogeheten “delirante drugs”, die volgens de onderzoekers “extreme geestelijke verwarring, sterke en realistische hallucinaties, desoriëntatie, verandering van zintuiglijke waarneming en gedragsstoornissen” veroorzaken, evenals “uittreding uit het lichaam”. Sterk spul dus wel.

De effecten van efedrine omvatten “opwinding en verbetering van mentale alertheid en fysieke activiteit, vermindering van vermoeidheid, verbetering van concentratie en onderdrukking van honger”, zo leren we van deze actuele studie.

De onderzoekers konden niet vaststellen welke planten de alkaloïden bevatten en merkten op dat, omdat geen van de planten die op de vindplaats werden aangetroffen de stoffen bevatten, de individuen ze opzettelijk moeten hebben ingenomen vóór hun dood.

Het haarmonster uit de Spaanse grotten, inclusief nog wat stukjes bot van de mensen van wie het haar ooit was…

Nachtschade en zeedruif op drugsmenu in de Bronstijd

“De hier gepresenteerde resultaten wijzen erop dat verschillende alkaloïdendragende planten werden geconsumeerd door mensen uit Menorca in de Bronstijd – hoewel Solanaceae (nachtschade) en Ephedra (zeedruif) niet de enige planten waren die werden geconsumeerd”, schrijven de auteurs.

“Interessant is dat de psychoactieve stoffen die in deze studie zijn ontdekt, niet geschikt zijn voor het verlichten van de pijn bij ernstige paleopathologische aandoeningen waarvan sprake is bij de in de grot van Es Càrritx begraven bevolking”, stelt de studie. Denk dan aan tand-abcessen, ernstige cariës en artritis (gewrichtsontsteking) of artrose (kraakbeenaandoeningen).

Zicht op de ingang van Es Càrritx (linksboven); de afzetting van kamer 5 met in het midden de buizen met het menselijk haar; plattegrond van de grot en doorsnede van de afzetting die in kamer 5 is gevonden

Wie mocht er uit de psychedelische pot snoepen?

De onderzoekers gaan uit van een zeer specifieke en beperkte groep mensen die toegang had en kreeg tot psychedelica. “Gezien de potentiële toxiciteit van de in het haar gevonden alkaloïden, vertegenwoordigden de behandeling, het gebruik en de toepassingen ervan zeer gespecialiseerde kennis. Deze kennis was typisch in handen van sjamanen, die in staat waren de neveneffecten van de plantaardige drugs te beheersen door middel van een extase die diagnose of waarzeggerij mogelijk maakte.”

Welja, en dan zeggen ze dat wetenschappers van die fantasieloze nerds zijn… waarzeggerij!

[openingsbeeld: taggtoon/Shutterstock]
(advertentie)