(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Zoals vriend en vijand ondertussen wel weten is de Amerikaanse staat Colorado een soort aards cannabisparadijs. Dat dankt men aan het feit dat ze als eerste overgingen tot legalisering van recreatieve wiet in 2014. En er werken ook Nederlanders in de Amerikaanse legale cannabisindustrie. Zoals Sytse Elzinga, die voor CNNBS geïnterviewd is door Ko Musters. Over legalisering versus gedoogbeleid…

Nederlander in Colorado

Het gedoogbeleid van Nederland is ruim veertig jaar oud. Is het gedoogbeleid van ons niet veel te ouderwets en krom? Veel landen waren vroeger verbaasd over de consumptie van wiet in ons land. Maar de wereld verandert. Nu kijken wij verbaasd naar de landen waar wiet legaal is. Hoe kijkt deskundige Sytse Elzinga naar het Nederlands gedoogbeleid in vergelijking met zijn eigen woonplek Colorado?

In Amerika zijn op dit moment acht staten waar wiet legaal is voor recreatief gebruik. Elzinga woont zeven jaar in Colorado, maar studeerde eerder chemie aan de Universiteit Leiden, waar hij zijn Amerikaanse vrouw ontmoette. Na zijn studie kreeg hij een baan aangeboden in Amerika. Toen was zijn keuze snel gemaakt om de koffers te pakken.

Sytze werkt in de legale cannabisindustrie in de VS

Kwaliteitscontrole

Elzinga werkt voor de Werc Shop, een bedrijf dat verschillende cannabis verwerkingsfaciliteiten beheert en onderzoek doet naar cannabisproducten voor de Californische markt. “Wij zijn begonnen als analytisch laboratorium, mensen konden hun cannabis naar ons brengen voor onderzoek. Wij kijken bijvoorbeeld naar het THC-gehalte, bacteriën en pesticiden. Eigenlijk een soort kwaliteitscontrole voor de cannabis-industrie. Het probleem was, toen wij met dit bedrijf begonnen, dat deze controle niet verplicht was en mensen die in de cannabis-industrie zaten niets voor zo’n controle voelden. Sinds 1 juli is die controle nu toch verplicht in Californië’’, zo vertelt Elzinga trots.

Gedoogbeleid

Hier in Nederland kennen wij het gedoogbeleid dat ontstaan is in de jaren 70. Het begon op een festival in het Kralingse Bos te Rotterdam. Dit hippiefestival vormde een belangrijke aanzet voor het gedoogbeleid. Undercoveragenten traden niet op tegen de consumptie van cannabis op het terrein. En zo gaat het nu veertig jaar later nog steeds: de consumptie van wiet wordt gedoogd.

Coffeeshops mogen wiet in verkopen (max. 5 gram p.p.), maar niet zelf kweken en ook niet inkopen. Wat heel vreemd is want hoe kom je aan je wiet? Het is een achterdeurbeleid. Coffeeshops kopen wiet in via de achterdeur, de overheid heeft hier geen zicht op. Je kan dus stellen dat het beleid krom is, of niet?

Elzinga: “Het is niet logisch, eigenlijk is het allemaal een soort overblijfsel van de jaren 70. Iedereen keek altijd op naar Nederland. Amsterdam, het mekka van de cannabis. Maar Nederland moet oppassen deze positie niet te verliezen. Want je ziet nu dat de kwaliteit van de wiet in Amerika eigenlijk beter is dan in Nederland. Dat komt door de kwaliteitscontroles die nu verplicht zijn. Terwijl het in Nederland een illegaal product is. Het probleem van een illegaal product is, dat je er niemand voor verantwoordelijk kunt houden. Hierdoor gebruikt de kweker bijvoorbeeld pesticiden om de teelt in stand de houden, maar het gebruik van pesticiden is niet goed voor de gezondheid van de gebruiker.”

In Nederland is het gebruik van pesticiden normaal. Chemische middelen die zorgen dat cannabis bijvoorbeeld sneller groeit en langer goed blijft. Maar waarom zouden kwekers dat gebruiken?  

“Doordat wiet in Nederland illegaal gekweekt wordt, gebeurt het in relatief kleine kwekerijen. Vaak op zolder of in een kelder. Daar zijn de omstandigheden niet optimaal. Er is vaak geen ventilatie en een hoge luchtvochtigheid. Dat verhoogt de kans op bacteriën of schimmel met als gevolg dat de oogst mislukt. Om dat te voorkomen gebruiken ze pesticiden. Het is dus uit economisch motief.”

De werkgever van Sytze houdt zich bezig met de technische en wetenschappelijke kant van de legale wiethandel

Legalisering

In Colorado is recreatieve wiet sinds 2012 gelegaliseerd en de daadwerkelijke verkoop startte op 1 januari 2014.  Bij het legaliseren van wiet verandert er niet veel. Het grootste tegenargument voor het legaliseren van wiet is dat het gebruik van cannabis sterk zal toenemen, maar in Denver was dat niet het geval: “Het is niet zo dat iedereen ineens cannabis rookt. Het is altijd de meest gebruikte drug geweest en dat zal in de toekomst ook zo zijn, ook als je het legaal maakt.”

Elzinga: “Legaliseren is niet makkelijk, dat het heeft tijd nodig. Je moet goed nadenken over wie een vergunning krijgt en wie niet. Het is een product met een hoge waarde, waar veel winst te halen valt. Hier in Denver deden ze dat via een licentieproces. Je moet een applicatie indienen en aan voorwaarden voldoen. Zoals een beveiligingsplan voor je faciliteit. Ook moet je laten zien dat je de jaarlijkse kosten van de vergunningen kunt dekken en op managersniveau is een backgroundcheck verplicht. Als je een crimineel verleden hebt, krijg je geen vergunning.”

Vriendjespolitiek

Naast de acht staten in de VS die nu al vrije recreatieve wiet kennen, wilde Ohio ook wiet legaliseren voor medicinaal gebruik, maar dat ging mis. “Er werd een spelletje gespeeld. Toen de wet voor legalisering werd geschreven, stond daarin dat alleen bepaalde bedrijven wiet mochten kweken. Door de hoge winstmarges werden die doorgespeeld naar bevriende bedrijven, wat vriendjespolitiek is. De wietindustrie heeft een hoge marktwaarde, je kan het vergelijken met een taart waar iedereen een stuk van wilt mee pikken.”

Staat en gebruiker

Het legaliseren van wiet heeft zijn voordelen, voor de staat en voor de gebruiker. Door het reguleren van de wietteelt komt er een nieuwe speler op de markt, namelijk de overheid. Die gaat de concurrentie aan met de illegale kwekers. Dit heeft groot voordeel, vertelt Elzinga.

“Met legalisering neem je de enorme winstmarges weg en dat maakt het minder aantrekkelijk voor criminelen. Wietkwekende bedrijven moeten belasting betalen en een vergunning hebben. Dat levert de overheid geld op, bijvoorbeeld voor onderhoud van wegen of voor onderwijs.”

Maar misschien is de gebruiker wel de lachende derde, die het meeste voordeel uit legalisering haalt. De gebruiker heeft namelijk meer keuze uit wiet en een betere kwaliteitsgarantie. Ook Elzinga merkt de betere kwaliteit van gelegaliseerde wiet. 

“Toen ik naar Amerika verhuisde, ongeveer acht jaar geleden, was iedereen vol lof over Amsterdam en zijn cannabis en zaden. Maar tijden zijn veranderd. De kwaliteit van de cannabis die tegenwoordig beschikbaar is in de winkels hier in Denver en Los Angeles is vaak van betere kwaliteit dan materiaal dat ik in Nederland kocht.”

Niet makkelijk

De weg naar legalisatie is heel erg lang en de vraag is, of het er überhaupt van gaat komen. Een wietexperiment is een begin. Verschillende gemeenten hebben vier jaar de tijd om legaal wiet te kweken. Na die tijd gaan zij het experiment evalueren. Het is een begin. Elzinga vindt dat het tijd is voor legalisering.

“Nederland was het eerste land dat zag dat cannabis verbieden meer schade brengt dan het te gedogen. Alleen het gedoogbeleid klopt nu voor geen kant en is te ouderwets. Maar omdat wij gebonden zijn aan verschillende internationale verdragen, kunnen wij niet op ons zelf het besluit nemen om het te legaliseren.

Het legaliseren van cannabis is een wereldwijd fenomeen. Als Nederland haar reputatie wil houden en een stuk van deze nieuwe industrie wil hebben, dan is het tijd dat het legaliseert. Nederland is maar een klein land en dit is een enorme industrie. Ik denk dat het legaliseren gaat gebeuren op een bepaald moment, maar als er dan nog geen legale industrie is, dan zijn het de grote internationale corporaties die de hele industrie die Nederland gestart heeft overnemen.”

(advertentie)