- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
- ‘Weed, Greed & Billions’ – zijn grote bedrijven de nieuwe drugskartels?
- Stekken, zaailingen en een extreem plakkerige Bubba Diesel
- Schikking Justitie • Einde aan 13 jaar ellende voor Johan van Laarhoven
Nieuwe film over ‘Nederlandse Woodstock’ – geen fuck van geleerd
Deze week is het precies 54 jaar geleden dat het legendarische Holland Pop Festival plaatsvond in het Kralingse Bos in Rotterdam. De documentaire Holland Pop 1970 – nu in de bioscoop te zien – vertelt het verhaal van dit Nederlandse Woodstock. Een baanbrekende evenement, waar het gedoogbeleid voor cannabis werd geboren!
Met 1 telefoon naar 3 dagen popfestival
Achteraf zijn ze zelf ook best verbaasd dat het lukte om vrijwel zonder ervaring en geld en met één telefoon een driedaags festival te organiseren waar tussen de vijftig- à honderdduizend bezoekers op af kwamen.
Georges Knap had in de oorlog drie jaar ondergedoken gezeten en wilde een popfestival organiseren in Rotterdam, 25 jaar na het einde van die oorlog. Een journalist verwees hem naar ene Berry Visser uit Delft, oprichter van het dan nog piepkleine Mojo Concerts.
Beide heren komen aan het woord in de documentaire, zowel op oude als nieuw gedraaide beelden. Visser had al een paar concerten van buitenlandse artiesten georganiseerd in Amsterdam. Hij had de bands, Georges Knap had het terrein.
Magisch terrein
Toen hij het Kralingse Bos bezocht was Visser meteen verkocht: ‘Dat terrein was magic.’ Visser woonde bijna een half jaar in bij de familie Knap; hij sliep in de kamer van één van hun jonge kinderen.
Zo zijn er meer mooie verhalen en details. Zoals over Coca-Cola, de enige sponsor van het festival. En van de politiemensen die ter voorbereiding de film over het Amerikaanse Woodstock festival hadden bekeken. ‘Toen werden wij toch wel uitermate ongerust’, zegt een voormalig inspecteur die dienst had op het Holland Pop Festival.
Maar alles verliep van begin tot eind in volkomen agressie-loze, vreedzame sfeer.
Opmerkelijk politieoptreden t.a.v. drugs
Regisseur Ferri Ronteltap plaatst het festival in zijn tijd: een periode van emancipatie, tolerantie en groeiende welvaart. Er zijn relatief weinig scènes van optredende bands, al komen de bekendste namen wel voorbij: Santana, The Grateful Dead en Pink Floyd.
Het Holland Pop Festival was het eerste meerdaagse popfestival op het Europese vasteland. Een minstens zo bijzondere primeur was de manier waarop de politie omging met het gebruik en de verkoop van hasj, wiet en LSD. Zoals een oude commentaarstem meldt:
‘Het meest opmerkelijke was het vrijelijk gebruik van drugs, ondanks de aanwezigheid van toekijkende Rotterdamse rechercheurs, en het optreden van een drug team dat druggebruikers in nood te help kwam.’
Geen agressie, geen misdaad
Dat drug team stond onder leiding van Koos Zwart, de man die het cannabisbeleid dat zijn moeder als minister van volksgezondheid in 1976 invoerde, zijn leven lang zou verdedigen. Koos is kort sprekend te zien in de film.
Voormalig Rotterdams hoofdcommissaris Cees Ottevanger legt uit waarom de politie ervoor koos om niet in te grijpen: ‘In onze eindrapportage hebben we gezegd dat er geen enkele aanleiding was om op te treden of in te grijpen, dat het volkomen agressie-loos was. Wij hebben de burgemeester geadviseerd niet op te treden.
‘Want dat is natuurlijk de essentie. Dat als je zegt: “Maar zijn ze nou bedonderd, dat kan toch niet?!”, dan moet je dus door de poort, hekken open, met agenten of zo, of rechercheurs? En daar dan vijftien, zestien, zeventien arrestanten gaan maken, tussen de honderdduizend aanwezigen?’
Cannabis werkt
En zo gedoogde de Nederlandse overheid, in de persoon van de politiemensen op het festival, voor het eerst op grote schaal het gebruik en de verkoop van cannabis. Hoe goed dat werkte, is op al die prachtige oude beelden te zien.
Iedereen is blij, vrij en vredig. Zelfs de stortbuien tijdens het optreden van The Byrds kunnen de vibe niet verpesten.
Op die beelden zie je ook hoeveel popfestivals zijn veranderd sinds deze oerversie. Op het ene Coca-Cola spandoek op het podium na, is er nergens reclame te bespeuren. Uiteraard zit of staat niemand met een telefoon in zijn hand; iedereen maakt alles mee.
Te laat geboren
Het gevoel dat ik een jaar of twintig te laat geboren ben, is na het zien van deze documentaire nog sterker geworden. Het moet geweldig zijn geweest om dit te hebben meegemaakt.
Al zou het dan misschien nog pijnlijker zijn om te zien hoe de wereld na Woodstock en Holland Pop niet echt vreedzamer, toleranter en menselijker is geworden.
Jaap Schut, oprichter van het Nationaal PopMuseum Rockart, concludeert aan het einde van de film: ‘Kralingen 1970, de grote blije bende, de tolerantie, de vrijheid, de liefde. Je zou bijna zeggen dat het tijd is om Kralingen over te doen.