- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
- ‘Weed, Greed & Billions’ – zijn grote bedrijven de nieuwe drugskartels?
- Stekken, zaailingen en een extreem plakkerige Bubba Diesel
- Schikking Justitie • Einde aan 13 jaar ellende voor Johan van Laarhoven
Mr. Veldman • De juridische lappendeken van het Growshopverbod
Het Growshopverbod zette de deur voor justitiële willekeur wijd open, maar telkens blijkt het weer absurder te kunnen. Nieuwste variant: de overheid veilt zelf in beslag genomen kweekapparatuur en arresteert vervolgens de koper. Mr. Maurice Veldman maant tot juridische zuiverheid.
De juridische status van een liter plantenvoeding of een ventilator leidt telkens tot verhitte discussies in de rechtbank. Kop van jut is steeds de uitbater van een tuincentrum. Volgens Justitie is deze verantwoordelijk voor wat een koper met zijn kweekspullen doet.
Maar je kan toch alleen bestraft worden als je zelf betrokken bent bij een feit waarvan vaststaat dat het niet mag? Een kroegbaas is toch ook niet verantwoordelijk als een klant dronken amok maakt buiten het café? Hoe kan een verkoper van een tuincentrum weten wat een koper thuis met de kweekspullen doet?
Iedereen verdacht
Het kaf van het koren scheiden is in opsporingsland steeds minder vanzelfsprekend. Met een beroep op het Growshopverbod hebben politie en bestuur steeds meer de neiging mensen die spullen voor thuisteelt inslaan te arresteren en te ontruimen. Wat die mensen willen telen, is van minder belang. Als er inkopen zijn gedaan bij een tuincentrum kan de politie al in actie komen. De politie hoeft zo niet meer actief op zoek naar boeven. Iedereen met een gieter kan in de boeien worden geslagen. Het aantal verdachten is op deze manier schier oneindig.
Zelfbenoemde deskundigen bij de politie verdringen zich bij burgemeesters met het advies om panden maar snel te sluiten als er spullen aanwezig zijn die je eventueel ook bij wietteelt kunt gebruiken. Die burgemeesters laten hun oren heel snel hangen naar die verhalen en gaan subiet tot sluiting van het gebouw over. In de praktijk duurt zo’n sluiting veelal 3 tot 12 maanden.
Maar kan de gedupeerde geen verhaal halen bij de rechter? Ja, dat kan hij proberen. Soms wordt een burgemeester teruggefloten als hij te snel een gezin onder de brug laat slapen. De rechter eist een goede motivering als een gezin wordt ontruimd, omdat de zoon bijvoorbeeld 50 gram wiet had liggen. De burgemeester moet goed kijken maar de belangen van de betrokkenen, maar heeft tegelijkertijd een grote beoordelingsvrijheid. In de praktijk heeft een burgemeester veel te zeggen. De komende maanden zal de hoogste bestuursrechter uitspraak doen in enkele belangrijke zaken.
Politie als klokkenluider
Het probleem in de praktijk is dat de burgemeester en vervolgens de bestuursrechter een oordeel moeten geven over een verzoek van de politie om een pand te sluiten als beweerd wordt dat de betrokkene de grote wietteelt faciliteert. Dat laatste moet toch wel blijken uit duidelijke feiten. De bestuursrechter is vaak onvoldoende ingevoerd in de geschiedenis van het Growshopverbod, omdat er een zuiver strafrechtelijk oordeel wordt gevraagd.
Vaak is een burgemeester niet strafrechtelijk geschoold en meestal heeft hij ook geen flauw idee over de reikwijdte van het Growshopverbod. De gemiddelde burgemeester is de mening toegedaan dat elke knipschaar en fles plantenvoeding een halsmisdrijf oplevert. Dit is de reden waarom een burgemeester de adviezen van zogenaamde deskundigen bij de politie vaak blind volgt.
Tot nog toe geeft de rechter de burgemeester heel veel speelruimte en dit leidt wekelijks tot ontruimingen. De rechtszekerheid wordt met voeten getreden. De kleine thuisteler wordt weer niet met rust gelaten.
Willekeur troef
Rechters zijn het vaak helemaal niet met elkaar eens wanneer er moet worden ontruimd en wanneer niet. Zo moest onlangs een uitbater van een tuincentrum in Noord-Holland verschijnen in de rechtbank Alkmaar. Hij werd vrijgesproken. Voor exact hetzelfde feit moest zijn collega voor de rechtbank Utrecht verschijnen en die werd veroordeeld. En zo gaat het elke week.
Afgelopen maand diende een omvangrijke zaak in de Amsterdamse rechtbank waar maar liefst 7 (rechts)personen moesten verschijnen voor overtreding van het Growshopverbod. Het ging in alle zaken om twee tuincentra die voorheen growshops waren. De Amsterdamse rechtbank sprak alle verdachten van de gehele tenlastelegging vrij.
De redenering is evenzo simpel als helder: natuurlijk kunnen aangetroffen kweekspullen ook voor wietteelt worden gebruikt, maar de intentie tot dit gebruik in het concrete geval moet wel blijken uit bewijzen die in de richting van de verdachte wijzen. En die ontbraken, zodat een serie inmiddels definitieve vrijspraken het gevolg was.
Het komt er in de praktijk op neer dat rechters een eigen invulling geven aan het Growshopverbod en eenheid in de rechtspraak ver te zoeken is. In de praktijk is sprake van een juridische lappendeken van elkaar tegen sprekende rechterlijke opvattingen.
Justitiële recycling
Om de verwarring compleet te maken, ging de overheid nog wat verder. In oktober vorig jaar verkocht de overheid via een veiling zelf een partij goederen die bij een groothandel van kweekmaterialen een jaar tevoren in beslag waren genomen. In de pers betoogde de Officier van Justitie breedsprakig dat inbeslagname van deze goederen essentieel was, omdat de georganiseerde misdaad deze kweekspullen elke dag gebruikt voor grootschalige wietteelt.
Na een jaar wist justitie niet wat te doen met de opgeslagen verboden kweekspullen. Daarop werd besloten tot een drastische koerswijziging in de opvatting over het Growshopverbod. De goederen bleken plots wel toegestaan, aldus dezelfde OvJ. Daarom werden de goederen simpelweg op Auctions te koop aangeboden. Mijn naam is Haas, dacht de Officier van Justitie, hier kraait geen haan naar.
Een nietsvermoedende eigenaar van een tuincentrum kocht 16 pallets en liet deze in zijn loods bezorgen. Zijn gedachte was dat als je iets van de overheid koopt het wel goed zit. Maar de volgende dag vielen tientallen politiemensen zijn loods binnen om dezelfde partij die de overheid net had verkocht, opnieuw in beslag te nemen. Dit keer werd het spul direct vernietigd. Dit voorbeeld toont aan dat de overheid het spoor inmiddels volledig bijster is.
Circulaire economie
Ziehier de circulaire economie van het Growshopverbod. Het lijkt vooral een methode om de politie werkgelegenheid te verschaffen. Maar draagt het daarmee gemoeide belastinggeld werkelijk bij aan de strijd tegen ondermijning? Ik waag het te betwijfelen.
Maurice Veldman – Amsterdam, 12 juli 2022