(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

De verwarring rond het verbod op bezit en gebruik van cannabis toonde deze maand weer eens aan hoe tegenstrijdig en paradoxaal het Nederlandse cannabisbeleid in elkaar zit. En de enorme steun voor de motie van SGP-er Kees van der Staaij over dit verbod, liet zien hoe weinig onze politici weten over dit beleid. Resultaat: Grapperhaus verkracht het gedoogbeleid en er kraait geen haan naar!

Corona: niet in het donker op straat blowen

Wat is er precies gebeurd? Op dinsdag 13 oktober kondigden minister-president Rutte en minister Hugo de Jonge aan dat gebruik en bezit van softdrugs tussen acht uur ’s avonds en zeven uur ‘s morgens verboden zou worden, in het kader van de maatregelen tegen corona. Het verzoek voor zo’n verbod kwam van de veiligheidsregio’s. Maar de volgende dag werd het nieuwe verbod alweer ingetrokken.

Dat kwam door de altijd scherpe Jan Brouwer, hoogleraar recht en samenleving aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij legde uit dat gebruik van alle soorten drugs legaal is in Nederland: gebruik is het enige dat NIET in de Opiumwet staat. En met goede reden. Als gebruik wel verboden is, zoeken mensen met problematisch drugsgebruik geen hulp, uit angst dat ze worden opgepakt.

Christenbroeders zien hun kans schoon

Het bezit van drugs, inclusief softdrugs, is WEL verboden in de Opiumwet, maar voor hoeveelheden cannabis van maximaal vijf gram geldt ons beroemde gedoogbeleid. Dat betekent dat de politie altijd je wiet af kan pakken, maar dat je niet vervolgd wordt als het om niet meer dan vijf gram gaat. Wie zich afvraagt hoe je legaal wiet kan gebruiken als je niet legaal wiet kan bezitten, heeft een punt. Dat slaat nergens op. Maar zo is het beleid.

Om het nog ingewikkelder te maken hebben meer dan 200 gemeenten een algeheel verbod op drugsgebruik in de publieke ruimte ingevoerd, via de APV, de Algemene Plaatselijke Verordening. In veruit de meeste gemeenten was het dus al verboden om buiten een joint op te steken: ’s morgens, ’s middags, ’s avonds en ’s nachts.

Maar SGP Kamerlid Kees van der Staaij zag zijn kans schoon en diende met zijn christenbroeders Pieter Heerma (CDA) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) op 14 oktober een motie in.

Symboolpolitiek ten top

In die motie verzoeken zij de regering ‘met spoed te bezien hoe als onderdeel van het pakket extra maatregelen ook het bezit en het gebruik van softdrugs in de publieke ruimte tussen 20.00 uur en 07.00 uur verboden kan worden’.

Deze motie kreeg de steun van maar liefst 103 van de 150 Tweede Kamerleden, inclusief die van de SP, de PvdA en GroenLinks. Een totaal symbool-politieke motie, want er kon dus al lang worden opgetreden tegen mensen die buiten een joint roken.

Omdat CDA-minister Ferd Grapperhaus, wiens geloofwaardigheid ernstig is aangetast door zijn bruiloft debacle, over wil komen als streng en daadkrachtig, schreef hij als reactie op de motie een brief, die feitelijk het einde van het gedoogbeleid voor consumenten inluidt.

Het gedoogbeleid geldt NIET voor de één miljoen cannabis consumenten in Nederland, maar alleen voor de minder dan 600 coffeeshop-ondernemers

Dit schreef Grapperhaus, ’s lands hoogste baas van justitie:

‘Het bezit van softdrugs valt niet onder het gedoogbeleid. Het gedoogbeleid, zoals uiteengezet in de Aanwijzing Opiumwet, geldt alleen voor de verkoop van hennep en hasjiesj (geen andere softdrugs) in coffeeshops. Die verkoop wordt onder bepaalde voorwaarden gedoogd; dit wil zeggen dat het wettelijk verbod niet wordt gehandhaafd.’

Ferdinand Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid [foto: Arenda Oomen/Rijksoverheid]

Epische uitglijer

Je leest het goed. Het gedoogbeleid geldt NIET voor de één miljoen cannabis consumenten in Nederland, maar alleen voor de minder dan 600 coffeeshop-ondernemers. Dit is een schandalige interpretatie en inperking van ons drugsbeleid, dat juist gebaseerd is op het beschermen van CONSUMENTEN en niet op de belangen van de coffeeshops, zoals Grapperhaus het nu doet voorkomen.

Maar wie denkt dat er Kamervragen zijn gesteld over deze epische uitglijer van de minister, komt bedrogen uit. Er kraait geen haan naar. Terwijl ook de zeer ervaren Folkert Jensma, juridisch medewerker van NRC/Handelsblad, duidelijk heeft uitgespeld wat hier is gebeurd.

Rechten van 1 miljoen Nederlanders geschonden

Citaat uit Jensma’s column van afgelopen weekend:

‘De redenering gaat als volgt. Gedogen gaat alleen over het wegnemen van de strafbaarheid van het verkopen van hasj en wiet. Gebruik is toegestaan, maar bezit is altijd strafbaar gebleven. Dat er niet tegen wordt opgetreden, was alleen omdat bezit een ‘lage opsporingsprioriteit’ heeft. Let wel, er wordt hier dus verschil gemaakt tussen niet-opsporen en gedogen. Dat eerste is beleid, het tweede is regelgeving. Als wietverkoper kun je daar rechten aan ontlenen. Als wietconsument moet je maar hopen op de stand van het opsporingsbeleid – op de prioriteit van de dag dus, zoals nu blijkt.’

Hier worden dus met één briefje de rechten van een miljoen Nederlanders afgenomen. Met dank aan Kees van der Staaij en zijn makkers en met dank aan de oerdomme Kamerleden die hun onzinmotie hebben gesteund.

Wietklok getuigt van redeloze repressie

Nog een citaat van Folkert Jensma:

‘Het kabinet heeft nu een ‘wietklok’ nodig. Wie straks ’s avonds in het park met vrienden gaat blowen, bezit dus kennelijk drugs en wordt daarop aangepakt. Hoewel het blowen zelf is toegestaan. Zo is de puzzel opgelost. Daarmee is meteen de Opiumwet bijgesteld. Die trok immers gebruik en bezit uit elkaar – juist om gebruikers niet te criminaliseren. Dat houdt nu op, althans in de nacht.’

Om een dam op te werpen tegen dit soort redeloze repressie werkt het VOC keihard aan een voorjaarsoffensief, in aanloop naar de landelijke verkiezingen in maart 2021. Cannabis consumenten moeten deze keer hun macht gebruiken en we gaan ook proberen om de honderdduizenden jongeren die voor het eerst mogen stemmen te mobiliseren. Want cannabis consumenten – en zeker thuistelers – hebben in Nederland geen enkel recht. En dat moet, na 44 jaar gedoogbeleid, eindelijk eens afgelopen zijn!

Naschrift

Kaj Hollemans van KH Legal Advice wees me er na verschijning van deze column op dat D66 Tweede Kamerlid Vera Bergkamp wel degelijk een serie Kamervragen aan Grapperhaus heeft gesteld over zijn brief van 19 oktober. Uitstekende vragen bovendien. Mea culpa; ik had ze over het hoofd gezien. Opnieuw bewijst Bergkamp dat zij het enige Tweede Kamerlid is dat structureel opkomt voor de rechten en belangen van de cannabisconsument en de cannabisbranche in ons land. Dit zijn de vragen die zij heeft gesteld aan Grapperhaus; we wachten de antwoorden met ongeduld af…

[openingsbeeld: Complot/Shutterstock, illustratie cannabisverbodsbord: StockSmartStart/Shutterstock]]
(advertentie)