- Ook in cannabisland is het Black Friday: sla je slag!
- Gefjon kweekt Kush van de Barney’s boerderij (#13)
- Naar het zuiden des lands voor een verse Sweet Tini
- ‘Weed, Greed & Billions’ – zijn grote bedrijven de nieuwe drugskartels?
- Stekken, zaailingen en een extreem plakkerige Bubba Diesel
- Schikking Justitie • Einde aan 13 jaar ellende voor Johan van Laarhoven
Mr.Veldman: Wiet 2015 – wat mag (niet)?
ROLLING STONED TOP 50 #7 Met angst en beven keek de cannabisbranche en thuiskwekers uit naar 1 maart, de dag waarop de zogenaamde growshopwet in werking zou treden. Gevolgd door tientallen invallen bij growshops inderdaad, waarbij de politie en justitie als dollen tekeer gingen. Gelukkig bestaan er nog rechters en een wet, dus veel zaken sneuvelden in de rechtbank. Advocaat Maurice Veldman schreef er wel tien keer over dit jaar en vooral deze bijdrage waarin hij haarfijn uit de doeken doet wat er nou wel en niet mag in wietkweekland scoorde hoog!
Op 1 maart treedt het nieuwe art. 11a van de Opiumwet in werking. Hiermee wordt het voor growshops een stuk moeilijker om een compleet arsenaal aan kweekbenodigdheden aan te bieden aan telers die zich richten op de beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. Over de vraag wie wat te vrezen heeft en wat justitie en gemeentes kunnen doen, gaat de column van advocaat Maurice Veldman.
Wanneer ben je geen kleine thuisteler meer?
Met andere woorden: Wanneer is sprake is van hennepteelt “in de uitoefening van een beroep of bedrijf”? Dat is overgelaten aan de jurisprudentie. Er bestaan allerlei uitspraken, die echter nogal casuïstisch zijn.
De wetsgeschiedenis noemt enkele indicatoren genoemd aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of er sprake is van een beroeps- of bedrijfsmatige teelt, namelijk het aantal planten, de te behalen oogsten per jaar, het gebruik van technische hulpmiddelen, de toepassing van hoogwaardige technologie ter vermeerdering van de opbrengst, de omvang van de teelt mede gelet op de daarvoor noodzakelijke investeringen en risico ‘s, de omstandigheden waaronder wordt gekweekt, bijvoorbeeld in loodsen of onder glas, met gebruik van zogeheten daglichtlampen of met behulp van temperatuur- en bevloeiingsregulering.
Verder wordt aandacht besteed aan uiterlijk waarneembare omstandigheden waaruit moet blijken dat het handelen van de verdachte valt aan te merken als een economische activiteit van een zekere stelselmatigheid en duurzaamheid, gericht op het behalen van winst.
Met deze uitgangspunten wordt gekeken of sprake is van handelen in de uitoefening van een bedrijf. Er wordt gelet op onder meer de professionele inrichting van de kwekerij en de omvang van de kwekerij. Het gaat dus beslist niet om kwekerijen met meer dan 200 planten, zoals wel eens wordt beweerd. Als sprake is van de genoemde indicatoren kan de rechter concluderen tot bedrijfs- of beroepsmatige teelt.
Het enige is dat de ondergrens bij vijf planten ligt. Dat staat in de gedoogregels. De Hoge Raad heeft in dit verband bepaald dat de gedoogregels als ‘recht’ in de zin van de wet gelden. De status hiervan is dus aanzienlijk. De gedoogregels kunnen rechtstreeks worden getoetst aan de wet, aan ieder verbindende verdragsbepalingen, aan EG-recht en aan ongeschreven rechtsbeginselen.
Dat is nogal wat. De juridische status van de 5 plantenregel mag daarom niet worden onderschat.
Het sluiten van gebouwen
De nieuwe anti-growshopbepaling blijft niet beperkt tot justitie en politie. Ook gemeentes worden al opgeroepen maatregelen te treffen tegen deze verkooppunten.
Gemeentes worden als opmaat naar 1 maart opgeroepen om growshops aan uitgebreide controles te onderwerpen. Her en der vinden deze (voor)controles al plaats. Gemeentes worden nu al gevraagd growshops te sluiten als er cannabis wordt aangetroffen. Deze uitnodigingen aan burgemeesters zijn veelzeggend voor het gebrek aan kennis over deze materie, omdat in growshops geen kruimel cannabis te vinden is.
Diverse gemeentes in Nederland hebben beleidsregels ontwikkeld voor het sluiten van gebouwen waar drugs aanwezig zijn in hoeveelheden groter dan voor eigen gebruik. Met art. 13b Opiumwet kunnen burgemeesters op simpele wijze gebouwen sluiten waar bijvoorbeeld een bescheiden hennepplantage in is aangetroffen. Dit gebeurt de laatste jaren met grote regelmaat. De rechter geeft burgemeesters de vrije hand en grijpt zelden in.
Het sluiten van woningen en gebouwen wegens overtreding van de Opiumwet is meer regel dan uitzondering geworden. Op deze wijze dragen burgemeesters met verve hun steentje bij aan de bestrijding van het groene plantje
De Raad van State vernietigde afgelopen zomer wel een uitspraak van de rechtbank Heerlen, die een sluiting van een woning zonder waarschuwing voor maar liefst 12 maanden billijkte voor de aanwezigheid van 0,1 gram cocaïne en 4 gram cannabis. De eigenaar van de drugs had wisselend verklaard over de vraag hoe hij aan de drugs kwam. Hij verklaarde dat hij de drugs op het station in Maastricht had gekocht en even later dat hij deze had gekocht in de woning.
Het is in principe mogelijk dat, als er voldoende indicaties zijn dat het om handel gaat, ook hoeveelheden onder de 5 gram cannabis kunnen meewegen bij sluiting van een woning, maar dan moet het wel duidelijk zijn dat het om handel gaat. Dat kwam onvoldoende uit de verf en dus greep de hoogste rechter in.
Sluiten van woningen en gebouwen is dagelijkse routine geworden
Het sluiten van woningen en gebouwen wegens overtreding van de Opiumwet is meer regel dan uitzondering geworden. Op deze wijze dragen burgemeesters met verve hun steentje bij aan de bestrijding van het groene plantje.
De vraag doemt op waarom gemeentes dezer dagen alvast worden opgeroepen over te gaan tot controles van growshops en deze te sluiten als er cannabis wordt aangetroffen of als de openbare orde rond de growshop wordt verstoord.
Als je bedenkt met welke creatieve vondsten de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State het sluiten van woningen goed praat, dan is al snel duidelijk dat woningen en gebouwen in aanmerking komen voor bestuursrechtelijke sluiting als daar hennepplanten worden geteeld in hoeveelheden groter dan vijf. Dat is op zichzelf niets nieuws. Maar ook zonder cannabis kan een gebouw worden gesloten.
Afwezigheid van cannabis is geen beletsel voor sluiting gebouwen
In een woning of gebouw hoeven helemaal geen drugs aanwezig te zijn om deze te sluiten. Zodra woningen of gebouwen in enig verband staan met cannabis elders komen deze in principe voor sluiting in aanmerking. Als deze link er is dan mag de woning van de hoogste bestuursrechter worden dichtgetimmerd. Hetzelfde geldt voor andere gebouwen. Er hoeft niet te worden gehandeld vanuit de woning als er wel cannabis ligt. In beide gevallen kunnen de planken voor de ramen.
Sluiting gebouwen op grond van de APV
De burgemeester kan een gebouw sluiten op grond van de APV als sprake is van verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor. Als je bedenkt wat allemaal onder verstoring van de openbare orde valt dan weet iedereen dat de kweek van hennep in hoeveelheden van meer dan vijf planten voldoende is voor sluiting van gebouwen.
Het is daarom zo gek nog niet om na te denken over de rechtsvraag hoe binnenkort het nieuwe art. 11a van de Opiumwet zal worden gebruikt doordat burgemeesters hun sluitingsbevoegdheid in stelling brengen voor onwelgevallige verkooppunten van groeiapparatuur ten behoeve van hennepteelt. Dat zou kunnen leiden tot de aanname dat de openbare orde is verstoord. De tijd zal leren of burgemeesters dit daadwerkelijk zullen proberen.
De kleine thuisteler, die met meerdere indicatoren werkt waarvan wordt gesteld dat deze duiden op de beroeps- of bedrijfsmatige teelt, hoeft zich naar mijn mening nog steeds geen zorgen te maken, mits hij niet meer dan vijf planten teelt voor eigen gebruik
Hierbij moet nog steeds worden bedacht dat verkoop aan de kleine thuisteler gevrijwaard is van dergelijke ellende.
De kleine thuisteler, die met meerdere indicatoren werkt waarvan wordt gesteld dat deze duiden op de beroeps- of bedrijfsmatige teelt, hoeft zich naar mijn mening nog steeds geen zorgen te maken, mits hij niet meer dan vijf planten teelt voor eigen gebruik en niet voor commerciële doeleinden. Zo zal een klein kweekasje met één lamp naar verwachting niet snel tot vervolging leiden en in het uiterste geval tot een rechterlijk pardon. Het gaat er nog steeds niet om de kleine kweker te vervolgen die slechts in zijn eigen consumptie beoogt te voorzien.
De rechter krijgt het druk…
De rechter krijgt het druk met de anti-growshop bepaling en alle te verwachten excessen, zoals strafprocessen en bestuursrechtelijke procedures rond de te verwachten sluitingen van gebouwen. Het valt te hopen dat de storm snel overwaait en de politiek tot het besef komt dat de anti-growshop bepaling haar doel volledig voorbij schiet, omdat de grootschalige hennepteelt niet wordt getroffen.
(advertentie)