(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

We zijn er de afgelopen jaren mee doodgegooid: alarmerende verhalen over zogenaamde ondermijning door criminele organisaties die burgemeesters en andere bestuurders bedreigen. Uit een pas verschenen onderzoek blijkt nu dat die bedreigingen nauwelijks van criminelen komen, maar vooral van boze burgers.

 

Framen in Nederland

Het in februari verschenen VOC bidbook heet ‘Het cannabis dossier: de frames en de feiten’. Het wemelt in de discussie over cannabis namelijk van de frames; feitelijk valse voorstellingen van de werkelijkheid.

Deze week werd er opnieuw zo’n frame genadeloos onderuit gehaald door koele feiten. Met dank aan Diana Marijnissen, die aan de Open Universiteit promotieonderzoek deed naar bedreiging van bestuurders.

Ik las over dat onderzoek in een column op Binnenlands Bestuur – een website die verplichte kost is voor ambtenaren en bestuurders – met de titel ‘De burger als ondermijner’.

Andere koek

“Wat blijkt,” schrijft columnist Wouter Boonstra, “het gaat vrijwel niet om ondermijnende activiteiten van de georganiseerde misdaad.” 85 procent van alle bedreigingen komen voor rekening van “eenlingen met een persoonlijk doel: een vergunning, aanleg van een verkeersdrempel voorkomen, hele praktische dingen”.

Hele andere koek dan wat we in de kranten lezen en op televisie zien. En ook heel anders dan het frame dat onze autoriteiten ons steeds voorschotelen. Columnist Boonstra: “Dat staat haaks op het geluid dat vaker te horen is vanuit kabinet en Tweede Kamer, van de gemeentelijke ombudsman van Amsterdam en van korpschef Erik Akerboom. Het publiek moet volgens hem ondermijning, de vermenging van de onder- en bovenwereld, veel belangrijker gaan vinden.”

De overheid heeft het recht niet om voor volwassen burgers te bepalen wat zij wel of niet mogen eten, drinken of roken

Ik zou bijna zeggen: nu hoor je het ook eens van een ander. Mijn collega-columnist maakt in één moeite door gehakt van nog een frame: dat consumenten van verboden drugs verantwoordelijk zouden zijn voor de ellende die het verbod oplevert.

Consument treft geen blaam

Boonstra:“Gebruikers van drugs in het uitgaansleven zouden zich meer bewust moeten zijn van de wereld die zij in stand houden. Afgezien van het feit dat het aanmatigend is om als bestuurder te vertellen wat mensen moeten vinden, is andersom ook te verdedigen dat bestuurders de illegaliteit zelf in stand houden en dus net zo schuldig zijn.”

Sterker; de consument treft helemaal geen blaam voor de excessen en wantoestanden die worden veroorzaakt door het contraproductieve en achterhaalde verbodsbeleid. En de overheid heeft het recht niet om voor volwassen burgers te bepalen wat zij wel of niet mogen eten, drinken of roken.

Volkomen waanzin

Het kan geen kwaad om in dit VOC jubileumjaar nog eens de woorden van Louk Hulsman op het eerste Cannabis Tribunaal  in Den Haag te herhalen:

“Kijk, dat hele strafbaar stellen van drugs heeft natuurlijk te maken met godsdienst. Godsdiensten hebben regels over wat je eet en drinkt. Niet alle godsdiensten, maar zeker de woestijngodsdiensten. Maar wij pretenderen een seculiere staat te zijn, en daarin horen dingen die bij de godsdienst horen geen plaats te hebben. Het hele idee dat een staat je vertelt wat je eet en drinkt en hoe je het klaar moet maken, dat is naar mijn diepste overtuiging vol-ko-men waanzin!”

[openingsfoto: Alexandros Michailidis/Shutterstock]
(advertentie)