Topstories

(advertentie)

De druk op het nieuwe kabinet om de lockdown ook voor de horeca en de cultuursector te beëindigen loopt op. Deze week gaan theaters open als kapsalon en musea als sportclubs. Afgelopen weekend gedoogden diverse burgemeesters dat kroegen en restaurants open gingen, al dan niet bij wijze van demonstratie. 

Coffeeshops omvormen tot afhaalpunten op industrieterrein

Coffeeshops mogen zoals bekend open blijven tijdens de corona lockdowns, maar alleen voor afhaalverkoop, klanten mogen niet blijven zitten. Sommige burgemeesters zien dit helemaal zitten en dromen hardop van een toekomst met alleen nog afhaal-shops. Jack Mikkers (VVD), burgemeester van Den Bosch, is er zo een. Mikkers wil het coffeeshopbeleid in zijn stad ‘vernieuwen’, met alleen maar ‘take-away of drive-thru’ coffeeshops kunnen ze meteen verkassen naar industrieterreinen.

Donderdag vergadert de Bossche gemeenteraad over het coffeeshopbeleid en de plannen van de burgemeester. Hopelijk hebben de raadsleden meer kaas gegeten van coffeeshops dan Mikkers. Zo lijkt de burgemeester niet te weten dat er geen rookverbod geldt voor de horeca in ons land, maar een tabaksverbod. Dat betekent dat in coffeeshops gerookt mag worden, zolang er geen tabak wordt gebruikt. Pure joints, joints met tabaksvervanger en (water)pijpen en pijpjes zijn toegestaan, net als verdampers.

De sociale functie van coffeeshops

De sociale functie van de coffeeshop kan dus behouden blijven. Veel politici begrijpen weinig van die sociale functie. Ze realiseren zich niet dat de coffeeshop zo’n beetje de enige plaats is waar de integratie wél is gelukt. Ze snappen niet dat veel coffeeshops het gat vullen dat wegbezuinigde jongeren- en buurtcentra achter hebben gelaten.

En ze onderschatten het belang van het samenzijn in de shop, het contact met andere bezoekers en met het personeel. Dat valt allemaal weg als de coffeeshop tot afhaalloket wordt gereduceerd.

Nederland op de Amerikaanse toer?

Het wonderlijke is dat niet alleen politici als Jack Mikkers, maar ook een deel van de coffeeshop ondernemers het prima vindt om slechts afhaalloket te zijn. Dat scheelt een hoop kosten en gedoe, dus er kan nóg meer geld worden verdiend.

Sommige ondernemers spiegelen zich aan Amerikaanse dispensaries, waar consumptie ook niet is toegestaan. In Amerika wordt de roep om ‘consumption lounges’ ondertussen steeds luider. Als je in de kroeg samen dronken mag worden, waarom zou je dan niet ergens samen high mogen worden?

Meewerken aan de eigen ondergang

Coffeeshops die uit eigen beweging afhaalloket worden, werken volgens mij mee aan hun eigen ondergang. Als coffeeshops geen sociale functie meer hebben en alleen nog zakjes schuiven, dan kunnen andere partijen die beperkte taak ook overnemen. Vergeet niet dat de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb (PvdA) al in 2017 voorstelde om de coffeeshops te sluiten en te vervangen door internetverkoop of ‘joint-automaten’.

Willen de coffeeshops overleven, dan zouden ze juist meer nadruk moeten leggen op hun sociale functie en vechten om die te behouden en te versterken. Door vol in te zetten op de tabaksvrije coffeeshop. Door deskundigheidsbevordering bij het personeel en door te streven naar topkwaliteit en service. En ook door meer naar buiten te treden en zelfbewust op te komen voor hun eigen belang en dat van kun klanten.

Wereldberoemd fenomeen

Een coffeeshop is geen afhaalloket of McDrive voor wiet, maar een wereldberoemd fenomeen. Een aangename plek waar je cannabis kunt kopen én consumeren in het gezelschap van andere liefhebbers, uit alle windstreken.

Of zoals hoogleraar milieukunde en sociologie Egbert Tellegen in 2008 schreef: ‘De unieke Nederlandse vinding van de coffeeshop had allang uitgeroepen moeten worden als de belangrijkste Nederlandse sociale innovatie van de afgelopen halve eeuw.’

(advertentie)