(advertentie)
(advertentie)
(advertentie)

Deze column had moeten gaan over mijn avonturen in Barcelona, de cannabis clubs en de eerste Spannabis wietbeurs na twee jaar corona. Maar Doede is dood. De bekendste wietkweker van Nederland overleed op zaterdagavond 12 maart aan kanker, 72 jaar oud. 

Moedig, gepassioneerd, uitgesproken

De eerste keer dat ik Doede de Jong ontmoette was bij de tweede editie van het Cannabis Tribunaal in Dudok, Den Haag, mei 2010. Hij was er samen met zijn zoon Jesse, die tijdens het slotdebat met Tweede Kamerleden naar de microfoon liep en vertelde dat zijn vader wietkweker was.

VVD’er Fred Teeven, toen nog Kamerlid, antwoordde dat hij daar dan maar snel mee op moest houden. Daarop liep Doede zelf naar de microfoon en zette Teeven voor de volle zaal op zijn nummer. ‘Ieder mens is een autonoom wezen,’ sprak Doede, ‘wie bent u om voor een ander uit te maken wat wel of niet goed voor hem is, terwijl u er geen last van hebt? Dat is een arrogante, domme houding.’

Zo was Doede: moedig, gepassioneerd, uitgesproken. Nederland leerde hem in 2011 kennen dankzij de documentaire Nederwiet van Hans Pool en Maaik Krijgsman. Een mooie film over de hypocrisie van het coffeeshopbeleid, waarin Doede de show steelt.

Doede denkt er het zijne van op het Cannabis Tribunaal van 2010…

Doede kweekt in 1984 voor ’t eerst wiet: 300 Purple’s in de tuin

Als vanzelf raakte hij verder betrokken bij het VOC. Elke maand reed hij vanuit Appelscha naar de VOC vergadering, ook als die in het diepe zuiden plaatsvond. Niemand sprak zo vaak op Cannabis Bevrijdingsdag als Doede. En die mooie grote plant die we altijd op het hoofdpodium hadden staan? Die nam Doede mee uit Appelscha. Ik mocht die podiumplant meenemen om in mijn achtertuin af te bloeien. Jarenlang maakte ik indruk op vrienden en kennissen door er naar te wijzen en casual op te merken dat die plant van Doede kwam.

Doede was de bekendste wietkweker van Nederland. Al lang vóór de Nederwiet documentaire speelde hij open kaart, ook naar journalisten. Al in 1992 stond hij in de Leeuwarder Courant als hennepteler, knielend op de grond waar zijn planten stonden totdat de politie ze in beslag nam.

Een jaar eerder spande hij een kort geding tegen de staat aan om cannabisteelt te legaliseren. Doede moet één van de eerste Friese wietkwekers zijn geweest: rond 1984 teelde hij voor het eerst, buiten. Purple, meteen zo’n 300 planten verspreid over het hele terrein rond zijn boerderij aan de rand van Appelscha. Toen Doede die boerderij in 1970 betrok was het een halve ruïne, zonder stromend water, gas of licht. Ook geen ramen trouwens en de deur was stuk, zodat de koeien er doorheen liepen. Twee jaar later trok zijn vriendin Kicky in; ze zijn tot Doede’s dood samen geweest.

De prachtige plek in Friesland waar Doede en zijn gezin leefden en waar de buitenwiet welig tierde…

Fabelachtig groen

De boerderij van Doede en Kicky is een paradijs, een van de mooiste plekken die ik ken. Alles is zelf aangeplant, de lange oprijlaan is in de lente en de zomer een fabelachtige tunnel van groen. Natuurlijk kwam ik graag in Doede’s zelfgebouwde kas achter het huis, maar waar je ook kijkt is het mooi en de uitzichten zijn wijds en prachtig.

In 2013 mochten we het crewfeest voor de vrijwilligers van Cannabis Bevrijdingsdag bij Doede en Kicky organiseren en mocht iedereen kamperen in dit Friese paradijs. Een onvergetelijk weekend. Eén van de mooiste complimenten die ik over Cannabis Bevrijdingsdag heb gekregen kwam van Doede. Hij was in 1970 naar het legendarische Holland Pop Festival in Kralingen geweest, het Nederlandse Woodstock, en zei dat de sfeer van Cannabis Bevrijdingsdag hem daaraan deed denken.

Jarenlange strijd met de overheid om recht op eigen wietteelt

Doede was een hippie, maar ook een strijder. Hij gaf jarenlang les in Pencak Silat, Indonesische vechtkunst. Daarnaast was hij biologisch wietkweker en huisvader; zijn drie kinderen groeiden op met een moeder die buitenshuis werkte en een vader thuis.

Zijn zwaarste strijd voerde Doede tegen de overheid; door de jaren heen kregen hij en Kicky meer dan tien politie-invallen te verduren. Het Openbaar Ministerie vervolgde Doede verbeten, met als dieptepunt een ontnemingsvordering van ruim een half miljoen euro. Jarenlang hing die vordering, en daarmee het risico op gedwongen verkoop van hun boerderij, als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. In die tijd vertelde Doede me hoe hij elke keer dat hij zijn oprit afliep om de brievenbus leeg te halen, vreesde voor een nieuwe onheilstijding van justitie.

Al tientallen jaren geleden haalde Doede de krant in Friesland met zijn (opgerolde) wietplanten…

Recht op zelfbeschikking stond centraal voor Doede

Voor Doede was het duidelijk waarom justitie hem wilde ruïneren; hij had de beeldvorming doorbroken, het zorgvuldig opgebouwde frame dat alle wiettelers nietsontziende criminelen zijn, dat de zogenaamde idealistische kweker niet meer zou bestaan.

Dat Doede inderdaad als vijand werd beschouwd, blijkt uit het boek ‘De wietindustrie’ van Nicole Maalsté en Michiel Panhuysen. Zij beschrijven hoe politieonderzoeker Edgar van der Torre op een politiecongres in 2013 waarschuwde ‘dat woordvoerders van de wietindustrie die goed overkomen in de media een gevaar vormen voor de beeldvorming’. Hij noemde twee voorbeelden: de Maastrichtse coffeeshopondernemer Marc Josemans én Doede.

Natuurlijk was Doede geen woordvoerder van de wietindustrie, hij was een activist voor het recht op zelfbeschikking.

Blijven pleiten voor het ‘bier en wijn model’

Toen VOC-oprichter Joep Oomen op 18 maart 2016 totaal onverwacht overleed, volgde Doede hem op als vergadervoorzitter. Sindsdien leidde hij vrijwel alle maandelijkse vergaderingen van het VOC. Dat deed hij met humor, geduld en respect voor iedereen rond de tafel.

We konden zijn titanenstrijd tegen justitie op de voet volgen en steunden Doede zoveel als we konden. Na jaren van spanning en onzekerheid werd hij uiteindelijk schuldig verklaard zonder strafoplegging. De bizar hoge ontnemingsvordering ging in de zomer van 2018 na een aparte rechtsgang de prullenbak in. Eindelijk hadden Doede en Kicky rust.

Bekend beeld van biologsich wietkweker Doede de Jong, uit de documentaire Nederwiet…

Doede bleef brieven schrijven naar de Leeuwarder Courant, die met regelmaat geplaatst werden, bleef zich inzetten voor het VOC en bleef pleiten voor het ‘bier en wijn model’. Je mag cannabis kweken voor eigen gebruik en om te delen en pas als je het wil verkopen moet je naar de Kamer van Koophandel, belasting betalen en je aan regels houden. Net als met bier en wijn.

Baas in eigen brein

Eind 2021 bleek de kanker die hij verslagen leek te hebben, terug te zijn gekeerd. Doede begon aan wat zijn laatste strijd zou worden. Zijn wapen was cannabis, hij nam grote hoeveelheden wietolie, in de hoop op een wonder.

Half februari liet een scan zien dat de kanker was uitgezaaid. Doede ging snel achteruit en overleed zaterdagavond 12 maart in zijn slaap, rond half acht. Boven de overlijdensadvertentie in de Volkskrant staat een van zijn motto’s: Baas in eigen brein.

Het is aan ons om zijn strijd voort te zetten, totdat cannabis legaal is. Hij had het zo verdiend om dat moment zelf mee te maken. Het was een eer om zij aan zij met deze vriendelijke Friese reus te strijden.

Doede met zijn vrouw op het podium van Cannabis Bevrijdingsdag 2014, waar hij de Koos Zwart Award krijgt uitgereikt…

(advertentie)